De zwemvereniging met eczeem, hoofdstuk II

De zwemvereniging met eczeem, hoofdstuk II

Hoofdstuk II          De puzzle

 

Met vol wagentje stond Karolien in de rij voor de kassa. Voor haar stonden twee nieuwe bewoners, die overduidelijk niet van Zwemvliet waren. Helemaal bedekt onder het stof zetten ze hun boodschappen op de band. En zelfs bij het bukken in  het karretje werd geen millimeter ontbloot. Het bleef raar, echt heel raar. Een beetje spottend gluurde Karolien stiekem naar wat op de band werd gezet. De gekste dingen zag ze voorbij komen en in gedachten hoorde ze Mies zeggen: “start de band.”
Toen ze eindelijk aan de beurt was, besefte ze weer dat die tijden voorgoed voorbij waren. Gelukkig zag ze dat de dame aan de kassa nog wel drie zwemtenen had. Want die bikini van haar was zo in haar gedachten ingeburgerd, dat ze maar niet kon begrijpen; dat mensen anders dan met degelijke zwemkleding tegenwoordig de straat op durfden.
Met enige moeite haalde Karolien diep vanuit haar winkelwagen vijf grote voordeelflessen dikke bleek. Ze moest flink haar best doen, want haar dikte zat danig in de weg. Haar onderbuik perste zich door het chromen traliewerk van het karretje en puffend zette ze uiteindelijk alle vijf flessen dikke bleek op de band. De kassadame keek naar de rode striemen in tralievorm en zei vriendelijk: “die heb ik ook altijd.”
“Niets zo lekker als dikke bleek in bad niet?”
“Ja!”, lachte de kassadame. “En deze is ook onverdund te gebruiken voor het haren wassen. Je gaat er echt heerlijk van ruiken.”
“Dat weet ik”, zei Karolien, die per slot van rekening al wat langer meeging in het dorp. Maar glimlachend rekende ze af, want niet iedereen was vreemd gek geworden gelukkig. Ze bond de flessen met spanbanden vast op haar fiets en reed door een druilerig zonnetje naar huis. Het was hoog tijd ook. Haar donkerbruine haar begon hier en daar weer terug te groeien. En dat was in Zwemvliet not done. Nog even en ook die kon ze weer vers gebleekt droog föhnen. Het gemeentelijk zwembad was hun dan wel ontnomen, baas in eigen badkamer zouden ze blijven! Daar kon geen enkele twijfel over bestaan.

Sjaak keek naar buiten en zag de regen buiten op het zwembadwateroppervlak duizenden rimpels vormen. Het zwembad lag er verlaten bij. Hoe anders was dat, toen hij hier pas was komen wonen? Waar het aan lag? Dat wist Sjaak ook niet. Maar de laatste tijd kon je er de klok op gelijk zetten, dat bij regen de klandizie nul zou worden.
De perfecte gelegenheid om het zwembadfilter aan een grote schoonmaakbeurt te gaan onderwerpen. Dus liep Sjaak door de regen vanuit de kantine naar buiten en was al zeiknat toen hij bij het filterhuis arriveerde. Maar dat interesseerde Sjaak niet. Sjaak was goed geïntegreerd en voelde zich in alles een echte Zwemvlieter.
In het begin had hij even moeite op school gehad, omdat ze hem allemaal zo nastaarden. Maar al na drie lessen schoolzwemmen begon zijn haarkleur al aardig bij te trekken. En toen hij overging, moest je wel heel goed kunnen kijken om die iets donkerdere haarteint nog te kunnen onderscheiden van de rest. Daarna had hij nooit meer last gehad en had het leven hem toegelachen.
Even was het nog spannend geworden, toen hij aan de puberteit begon. Al zijn klasgenootjes begonnen de baard in de keel te krijgen en ronde vormen. En bovenal; zwemtenen!
Hij had al snel door dat zijn tenen niet aan mekaar gingen vastgroeien. Dus had hij moeten praten als brugman om de zwembaddirekteur te overtuigen voor hem uitzondering te maken. Hoewel de directeur zich over hem had ontfermd, bleef de afstand tussen hen twee groot. Het woord ‘vader’ zou zo nooit in hem opgekomen zijn. Pas bij het behalen van zijn eerste medaille op de lange afstand, begreep Sjaak dat de directeur dat met opzet had gedaan. Hoe dan ook, Sjaak had van de toenmalige zwembaddirecteur als enige van het dorp toestemming gekregen, om zijn zwembadschoentjes aan te houden in het bad. Hij had de directeur weten te overtuigen; dat hij enorme zweetvoeten had. Zo zeer dat de waterkwaliteit in het geding zou kunnen komen bij blootvoets te water gaan. De directeur stond destijds vanzelfsprekend altijd garant voor de perfecte waterhuishouding en bovendien; niemand kon zo zien, dat hij tien losse tenen had. Nee, Sjaak was snel één van hen geworden en Zwemvliet was dan ook zijn enige thuis.
Van zijn geboorteland Tunesië kan hij zich niets meer herinneren. Hij kon nog niet zwemmen, of het was in ieder geval onbekend want lopen in dat hete zand werd pas op latere leeftijd gedaan, toen zijn ouders besloten hun geluk elders te gaan beproeven.  Het was eigenlijk louter toeval dan gewoonte, dat ze in Zwemvliet terecht zijn gekomen. In die tijd had niemand namelijk nog navigatiemiddelen. Zelfs een wegenkaart was voor zijn ouders een onbetaalbare luxe. Zijn vader had toch echt de blik op Parijs gehad. Maar na een lange rit waren ze dodelijk vermoeid Zwemvliet binnengereden. Daar zijn ze formidabel opgevangen door de lokale bevolking. Zo zeer, dat ze meteen het zwembad in moesten. Dat was een hele eer, begrepen zijn ouders. En het halve dorp was uitgelopen voor hun eerste duik. Het drama dat toen volgde, heeft de kleine Jacques verdrongen tot op de dag van vandaag. Zijn ouders konden helemaal niet zwemmen. Maar daar hadden ze in hun meer dan begrijpelijke euforie van de hartelijke ontvangst niet bij stil gestaan. Hadden ze degelijke zwemkleding aangehad, dan hadden ze misschien nog een kans gehad. Maar zo bepakt en vermoeid door de reis in het diepe springen, was vragen om ellende. Hoewel, dat kon slechts ingezien worden door mensen van buiten Zwemvliet. Het dorp was daarom onverwacht in diepe rouw gevallen; toen ze de kleine Jacques als enige zich als een vis in het water zagen voortbewegen.
De toenmalige directeur had hem met een schepnet uit het bad getild en had zich over de dreumes ontfermd. En zo werd Jacques Sjaak, een echte Zwemvlieter.

Hij zette de pomp uit en schroefde het filter los, maar dat zat goed vast. Het moest uitzonderlijk vervuild zijn. Het hele bad zat al een poosje onder de vreemde pluisjes, die hij maar niet kon verklaren. Het moest het filter zijn natuurlijk en met alle macht wist hij de deksel los te draaien. Sjaak zag meteen de oorzaak van de vervuiling. In het enorme haarfilter lag een diep gebleekt kledingstuk, dat reeds aan het vergaan was. Sjaak gaf zichzelf een standje. Door alle toestanden had hij niet meer naar het filter omgekeken. Hij hoorde zijn vader zeggen: “om de dag een ander filter Sjaak, om de andere dag.”
Maar het was al weken geleden nu en dat zag je meteen aan het water.
Hij peuterde beetje bij beetje het filter schoon en legde het ene na het andere stukje stof op de grond. Toen het fijnmazige filter weer helemaal schoon was, was hij benieuwd naar welke dwaas nu een kledingstuk in bad had uitgedaan. Nauwkeurig begon hij alle stukjes van die kledingpuzzle zo goed en zo kwaad mogelijk tegen mekaar aan te leggen. Het duurde niet lang of hij staarde verbaasd naar, … “een boerka?”
Niet dat er een boerka in zijn filter zat verbaasde Sjaak. Hij was inmiddels wel wat gewend. Nee, het feit dat er iemand zonder boerka het bad uit was gegaan intrigeerde hem. Hij begon zijn gedachten te pijnigen en kon zich alleen maar dat meisje herinneren, die hem bij de kassa zo lief had aangekeken. Zo lief, dat hij er iedere nacht over gedroomd had.
Was dit een teken? Of was het slechts een boerkapuzzle voor gevorderden?

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.