Wilde formatie I Tiara Bodel
De verkiezingen zijn klaar en het heeft er alle schijn van, dat Marcos het Torentje weigert te verlaten. Mijn andere constante was Sammie en bij gebrek aan deze zijn de verhaaltjes gedwongen gestopt. Stiekem loop ik vooruit en zie het voor me. Want zo iemand als de heer Bodel is gratis stof. En dat plezier zou een eerste levensvereiste moeten zijn. Om hem juist als de menselijk maat te pakken is gewoon inzichtelijke gein. En eerlijk is eerlijk, naast Marcos niet zo heel ver gezocht.
Dat kan niet, weet ik ook wel. Maar wat als het eens zou kunnen …
Als eerste wil ik even weten of iedereen aanwezig is”, zei Ariba. En ze pakte als gedegen schooljuffrouw de presentielijst erbij. Ondanks dat iedereen dwars door elkaar heen aan het praten was, begon ze onverstoord aan de lijst.
“Marcos?”
“Ja, hahaha Juf! Present hoor!”
“Lodewijkje?”
“Mmm.”
“Gee?”
“Voor volk en vaderland!”
“Jesse?”
“You bet yah!”, en hij gaf Ariba the gun and the wink. En zat ie nou met haar schaamteloos te flirten?
Ze zette die wilde lokken van Jesse in haar achterhoofd en haar vinkjes op de lijst. Ongeacht al dan niet gebleken geschiktheid kreeg iedere naam een vinkje, alleen Henkie kreeg er geen. De bel was nog geeneens gegaan, toen ze haar wenkbrauwen fronste. Want die laatste naam kende ze helemaal niet.
“En wie ben jij jongentje?”, keek ze naar hem; die later wel groot zou moeten groeien als een dandy. Het nieuwste jongetje van de klas zat er onberispelijk bij. Hij keek verbaasd om zich heen en probeerde het milieu om zich heen te bevatten.
“Tiara”, zei de nieuweling, “Tiara Bodel.”
“Welkom Tiara. En kunnen we dan nu weer beginnen?”
Zoiets zal het gegaan zijn. De verschuiving in de klasbezetting van dit nieuwe schooltermijn was subtiel pluriform. Enerzijds de vreugde van de oud leerlingen, die blij waren; dat ze toch nog heel veel bekenden terugzagen in het lokaal. In het midden de nieuwe verbazing, want ze zaten voor het eerst in de bovenbouw. En anderzijds het verdriet om het gedwongen afscheid van zoveel andere oud leerlingen. In die mengeling van emoties was het nog lastig te zien; dat de samenstelling van de aanstaande klassenraad niet echt vlotjes zou gaan verlopen. Dat begon al toen de kleine Koezoe meteen zijn eerste punt voor de nieuwe begroting maakte.
“Ik eis…”
“Zeg Koezoe! Wil je niet zomaar voor je beurt praten? Het is in de klas de gewoonte, dat je netjes je vinger opsteekt als je wat te zeggen hebt”, sprak Ariba streng. Koezoe aarzelde geen moment en stak pardoes zijn middelvinger in de lucht!
“The bloody shame!”, gilde OhBoema buiten zinnen over zoveel gebrek aan fatsoen. Maar de rest stak hun schrik liever onder tafel en keek zwijgend toe, hoe Ariba dit zou gaan oplossen.
“In de hoek!”, sprak Ariba streng. En ja, dat was wel wat iedereen had verwacht. Hij had er dan ook zelf om gevraagd.
Maar Koezoe verroerde zich niet en zei niet onder de indruk; “ik heb een punt voor de begroting.”
Zo! Dit was ongekend! Iedereen zat dit nog te verwerken, tot de juf aan toe, toen ie al met zijn punt kwam. Gewoon voor z’n beurt ook nog eens.
“Minimaal 50% van ons Bruto Binnenlands Product moet gaan naar Turkije.”
“Naar… naar Turkije?!”
“Naar Turkije ja. Zie je wel. Jullie willen gewoon niet naar ons luisteren.”
“Maar, 50 procent?!”
“Om mee te beginnen natuurlijk, ik ben niet gek.”
“Dit is dus waar we vanaf moeten”, sprak Tiara bedachtzaam, “dat heilige kartelgedoe is niet meer van deze tijd. Na eeuwen…”
“En nou hou je op!”, gilde OhBoema boos en de orde van de klas werd danig verstoord. Emoties liepen op en zelfs propjes werden gegooid. Het was Gee, die waagde het; om in de chaos zijn puntenslijper hard op Koezoe zijn neus te gooien.
“Knettergek Juf! Hij is knet-ter-gek!”
“Whaot?!” sprong Koezoe boos uit zijn stoeltje en begon als een hysterische naar Gee te spugen.
“Dit is dus wat ik bedoel”, zei Tiara mismoedig en sloeg zijn boek open. Hij probeerde zichzelf wanhopig te verliezen in de opengeslagen roman van Oscar Wilde. Hij keek naar het ‘Portret van Dorian Gray’ en wenste vurig; dat hij als toeschouwer naar dat schilderij keek, om er maar geen echt deel van hoeven uit te maken. Want dat mensen zo tegen elkander tekeer konden gaan …
“Ik ben Turruk en ik ben trots!”, gilde Koezoe en haalde rebellerend een rood vlaggetje uit zijn rugtasje.
“Jij vuile!”, schoot Gee weer direct uit z’n slof. Heel even leek de klas te bestaan uit de grootste schreeuwlelijkerds van het schoolplein. Het liep uit de hand en ondanks dat Ariba deze spanningen kende, ze had deze toch nooit hier verwacht. In het centrum van de klaslokalen van tolerantie nota bene. Om de boel te sussen, riep ze; “orde, orde!”
Maar niemand raakte daar van onder de indruk. Koezoe belde naar Ozzie om echte spierballen. Gee belde niemand en uitte zich vanuit zijn tenen in eigen spierballentaal.
Het begrotingspunt van Koezoe was uitgelopen in een hoog oplopend conflict. Op het hoogtepunt daarvan denderde Ozzie naar binnen met hele grote vlag en gilde naar Gee; “en wie ben jij dan wel?”
“Jongens, jongens”, probeerde Marcos als klasse-oudste tevergeefs. Het leek onvermijdbaar; deze ruzie kon ieder moment ontaarden in een fysieke rel, waarbij een bloedneus of blauw oog realistische scenario’s waren. Ariba wist niet meer, hoe ze deze orde nog kon herstellen en greep instinctief naar twee boeken links op haar bureau. Eerst wilde ze boos hiermee gaan gooien. Maar net op tijd herpakte ze haar objectiviteit en sloeg met bijbeltje rechts keihard tegen de koran in zakformaat links aan.
Het was geen hele harde klap. Maar het had een enorme impact.
“Ik geloof, dat we even allemaal moeten kalmeren”, sprak ze, toen de bel voor de eerste pauze ging.
De lijsttrekkertjes renden joelend het Binnenhofje op en begonnen daar met tikkertje. Eén leerling bleef achter en dat kreeg Marcos al snel in de gaten, toen hij de volgende moest uitkiezen die moest tikken. Hij koos Marianne en rende hard weer de klas in.
“Waarom doe jij niet met ons mee?”
Tiara keek Marcos aan, schudde zijn hoofd en las verder.
“Hallo! Waarom? Nou? Is dat boek van je dan zo geweldig?”
“Ja.”
“Oh”, dacht Marcos, “dat verandert de zaak. Waar gaat het over?”
“Over een schilderij als spiegel van het leven. Hoe anderen, dan de geportretteerde zelf, je eruit kunnen doen laten zien wat je niet bent en…”
“Kappuh Tiara! Wat een onzin!”, en de klas liep weer vol.
De pauze had de gemoederen gekalmeerd en juf Ariba informeerde; wie er bij de padvinders wilde gaan dit jaar. De helft stak driftig zijn en haar hand op. Maar het was Edith die Marianne een ellenboog gaf en zich steeds verder begon op te dringen. Marcos maakte het pad verder vrij en Edith werd gekozen als scout.
“Dat is dan besloten Edith. Ik wens je als onze nieuwe akela heel veel succes.”
“Dank U wel Juf. Als eerste wil ik dan met OhBoema gaan spoorzoeken en misschien wil Alexandertje ook meezoeken? Alexandertje?”
“Oh?”, keek Alexandertje vanachter zijn telraampje op en ging naast zijn tafeltje staan en zette hele plechtige blik op.
“Ik vind, dat we ook de mensen in de hoek niet moeten vergeten. Die horen er ook bij. Dus misschien dat Koezoe?”
“Wel heb je ooit!”, overschreeuwde Gee hem. “Hoe durf je? En ik dan?”, en hij rommelde wat in zijn pennenzakje op zoek naar een volgend projectiel. Maar toen hij met een gummetje in de aanslag stond, werd hij vermanend toegesproken door de juf; die hem zonder pardon de hoek in stuurde. Mopperend ging Gee dus wel in de hoek staan en iedereen haalde opgelucht adem, want zo hoorde het.
Edith liep met Alexandertje, OhBoema en een driftig vlaggende Koezoe de klas uit op zoek naar een spoor. De rest kreeg een vroegertje en de leerlingen renden weer joelend de gang op.
Bij de deur zag Marcos, dat Tiara zelfs niet aan vroegertjes deed en dat intrigeerde toch. Hij ging naast hem zitten en zei; “we hebben vrij hoor.”
“Nog een paar bladzijdes.”
“Kan je dan voorlezen? En is het nog steeds datzelfde boek van daarnet?”
“Nee, dit boek beschrijft de tijdsgeest van toen. En als het zo doorgaat van de toekomst.”
“De toekomst? Vooruit! Lees man, ‘k ben reuze benieuwd!”
“Oscar stuurde op verzoening aan en Constance trok haar verzoek tot echtscheiding in …”
“Is dit van de boeketreeks?”
“Neen. Het beschrijft de laatste jaren van Oscar Wilde. Kijk, hier is een foto van hem.”
“Die vent in die panty’s? Maar dat ben jij?!”
“Nee Marcos, ik ben Tiara. Wil je nou weten hoe het afliep of niet?”
“Natuurlijk! Maar waarom wilde zij dan scheiden?”
“Oscar werd beschuldigd van sodomie…”
“Sodemieter!”
“Dat zei ik ja. En dat was een erge misdaad, waar je de gevangenis voor in moest. Hij kreeg de kans om naar Frankrijk te vluchten …”
“En? Dat heeft ie toch zeker wel gedaan?”
“Nee, hij koos ervoor terecht te staan. Hij had namelijk in zijn ogen niets verkeerd gedaan.”
“Ha! En die sodemieter dan?”
“Hij was getrouwd en heeft de liefde bedreven met een man.”
“Oh? Was dat al? Ik dacht dat je zei sodemieter man.”
“Nou toentertijd werd daar niet zo licht over gedacht hoor. Ze hebben hem de gevangenis ingesmeten! Als je de man breekt door zijn identiteit af te straffen, breekt ook onherroepelijk zijn geest en daarmee ook de menselijke.”
“Ze hebben zijn geest gebroken?”
“Niet letterlijk, hoewel hij aan hersenvliesontsteking ten onder is gegaan.”
Het was stil in het lokaal en Marcos bekeek Tiara in ene heel anders, bijna… nee, dat kon niet. De onmogelijkheid van die gedachte maakte hem opvallend mild en hij informeerde naar Constance.
“Hoe is het met haar afgelopen?”
“Ze schaamde zich natuurlijk. Vooral voor hun kinderen vond zij het verschrikkelijk. Uiteindelijk is ze het kanaal over gevlucht als het ware, de schaamte hoopte ze daarmee achter zich te laten. Maar niet voordat ze de achternamen van hun nazaten liet veranderen. Want zij besefte, dat de naam ‘Wilde’ een stigmatiserende lading had gekregen.”
“Allemachtig. Dus eigen huis en haard motten ontvluchten, terwijl ze zelf niks fout heeft gedaan?”
“Niemand was fout Marcos, ook Oscar niet. Tenminste niet op zo een misdadig wijze, dat je daarvoor de gevangenis in zou moeten.”
Tiara stopte zijn boeken in zijn aktetasje, waar een lavendelzakje in lag.
“Gaaf zeg! Dat is lekker!”, rook Marcos even met de ogen dicht aan de zak van Tiara. In dat vluchtige moment dacht hij heel even aan, ja; aan niks eigenlijk. Maar dat was niet het bijzondere. Dat was gesneden koek. Nee, de oprechte interesse in ‘de Dandy’ had iets in hem geraakt. Hoewel hij dat tegenover Jan en vooral Alleman keihard zou ontkennen.
Ze liepen het lokaal uit, de zuilengalerij in.
“Hebbie nog meer van die verhaaltjes?”
“Een hele geschiedenis vol. Maar ik moet nu gaan. Er wordt op mij gewacht”, en hij wees naar Hiddema, die aan de Hofvijver stond te wachten.
“Wie’s dah?”, vroeg de premier, hoewel demissionair.
“Dat Marcos, is mijn verborgen moeder.”
“Verborgen moeder? Maar die vent staat daar vol in de zon? Wat nou verborgen en wat nou moeder?”
“Andere keer okay? Nou, dag!”
“Wacht! Welke naam? Welke achternaam heeft Constance aan haar kinderen gegeven?”, riep Marcos Tiara nog vragend na.
“Holland!”, echode het in het poortje, “ze heeft ze Holland genoemd!”
“Hè? …”