Dagje zorgen.

Dagje zorgen.

De broeder begon om zes uur aan zijn dienst en kwam de deels verlichte slaapzaal binnen. Nadat alle tl-’s aan waren gesprongen, zag hij de oude professor nog in vol ornaat met verzadigde kwijldoek naast zijn bed zitten.
“Oh jee”, was zijn eerste gedachte toen hij besefte dat de nachtdienst deze lastpak gewoonweg was vergeten horizontaal vast te binden. Zijn tweede was er één van opluchting, want deze was al direct klaar om naar zaal te worden gereden. Alleen een nieuw urinezakje eraan koppelen en hij lag deze ochtend al direct voor op schema. De prof werd naast de wastafel bij de deur geparkeerd en de oude mevrouw B. werd op haar konen wakker getikt. Zoals iedere ochtend smeekte ze hem liefdevol beschaafd om nog een uurtje te mogen blijven liggen. Maar daar was geen tijd voor want ondanks de meevaller, moest ie nog vier slaapzalen vol oudjes afwerken en de ouwe bes werd bruut uit bed getild. Een furieuze scheldkanonnade waar de meest smerige woorden de toon voerden werd zijn deel.Even later stond mevrouw B. chagrijnig naakt foeterend moeilijk haar evenwicht te bewaren met lang niet geknipte zwart gerande teennagels gedrukt in het marmoleum aan de wastafel. Terwijl de broeder met de ene hand een washandje door haar chronisch vervuilde bilnaad haalde, propte hij met de andere alvast een halve droge snee bruin brood in de mond van meneer G., die next in line was gezet voor een vluchtige wasbeurt. Verbaasd kijkend poogde de grijsaard vruchteloos die droge spijsbrok tandeloos lang weg te malen maar ondanks een continue slikreflex kreeg ie het maar niet naar beneden. Met gebruikte handdoek werd mevrouw B. met een enkele haal gedroogd en kreeg meneer G. een halve mok lauwe thee in zijn gezicht gegooid waarna hij de snee alsnog naar binnen kon werken. Mevrouw B. werd op een koude stoel neer geplant op haar rauwe doorligplek om verder op te drogen voor de zinkzalf en meneer G. werd doorgeschoven waarna mevrouw S. vast uit bed werd gesleurd en op haar beurt een droog sneetje te verwerken kreeg.
Om tien uur zat één helft van de afdeling wezenloos in de recreatiezaal voor zich uit te staren en de andere was in ieder geval al uit bed gehaald om bevochtigd te worden aan het wastafeltje zodat het vervuilde beddengoed op tijd afgehaald kon worden om gereinigd te worden. Zo’n beetje rond een uur of elf zat de broeder met een paar collegae aan de koffie. Ze waren kapot maar nog jong en dus gingen ze vol energie verder met het uitdelen van de lunch. Die dag hadden ze peen en uien. Tenminste dat stond er op de folie want anders wist ie eenvoudigweg niet wat ie ze aan het voeren was. Iedere visuele herkenning was namelijk fijn weggemaald tot een onherkenbaar grijswit papje. Maar wel oh zo handig want dan kon het in dikke spuiten. En niets zo makkelijk om zo’n halve spuit in één keer leeg te drukken, of ze nou honger hadden of niet. Eten ging niet meer per bord maar per cc. Na het spuitwerk was het tijd voor het toiletteren. Dit werd iedere dag trouw in het logboek genoteerd, doch op de keper beschouwd een wel erg duur woord voor het vervangen van lastige luiers en handige katheter-zakken, “hadden ze maar allemaal een katheter.”

Zo verliep de dagelijkse dag in stereotiep ritme en werd tegen vieren afgesloten met de grijsaardjes weer één voor één methodisch op bed te gaan leggen voor de nacht. De prof werd altijd als laatste gedaan want na de lunch werd deze altijd zo dermate lastig dat hij extra vastgetaped moest worden aan zijn stoel want anders sloeg ie alles kort en klein. En zo galmden de meest verschrikkelijke scheldwoorden door de afdeling met hete aardappel uitgeschreeuwd, totdat de broeder of zuster het beu werd en de tape nu ook oraal toepaste. Hij baalde, want als laatste klus van die dag had hij zaal 2 toegewezen gekregen.
Op zaal 2 lag mevrouw J. en die kostte veel en meer tijd. Vorige week nog was zaal 2 een makkie. Er stond een bed leeg want meneer C. was op mysterieuze wijze gestikt tijdens het ochtendwasbeurtje, zo stond tenminste trouw in de overdracht te lezen. Maar al snel was deze slaapplek ingenomen door mevrouw J. Alleen zij had op onverklaarbare wijze haar arm gebroken; stond ook keurig in de overdracht te lezen. Inderdaad, ook raadselachtig daar mevrouw J. in een rolstoel zat en nog slechts een uiterst minimum aan mobiliteit over had, dat zich alleen uitte rondom haar mond. De broeder had ook dit afgestompt tussen de regels door gelezen; vorige week was haar arm gebroken toen ze iets te vroeg in haar bloemetjesjurk werd gehesen. Ze hadden mevrouw J. simpelweg niet lang genoeg laten zitten opdrogen en toen ze haar arm door dat gat wilde halen, stropte deze maar niets dat een routineuze ruk kon oplossen. Alleen deze keer ging dat mis en toen de volgende dienst haar op bed wilde leggen, vonden ze die arm zo raar erbij hangen dus niemand snapte hoe dat nou had kunnen gebeuren.
Aan het einde van de dag, zo rond zeven uur kwam de avonddienst. Deze bestond uit meerdere rood led-lampjes die precies om zeven uur aangingen opdat de bewoners centraal online verder konden worden verzorgd. De camera van zaal 4 echter was wat onhandig opgehangen. En precies achter die pilaar, vonden ze de ouwe prof de volgende ochtend weer in vol ornaat, ruim op tijd aangekleed klaar zittend voor weer een dag vol van recreatieve verrassingen in verzorgingstehuis Nederland waar bezoek slechts sporadisch voorkwam.

Marcos sprak ondertussen in het Torentje zoals altijd zeer intensief onderhoudend inhoudsloos met mevrouw Dupuis over het afgelopen mediaspektakel. Geveinsd en emotioneel legde de in parelketting gelazerde grijze dame van oud geld en waarde uit dat er simpelweg te veel partners vandaag de dag blijven leven. Op zich niet zo erg doch wel dat ze maar bij die verdomde tijd bleven waardoor haar zorg in een verkeerd daglicht werd geplaatst.
“Vroeger was er nooit bezoek en nu? Het lijkt wel of de media in de rij staan om de dementie te hypen en ja, in ene is er dan wel bezoek”, sprak ze ontdaan. “Weet U wat het is; ze gaan simpelweg niet meer dood, tenminste vrijwel allemaal te laat”, sprak mevrouw Dupuis ernstig bezorgd. “Het is helaas zo dat iedereen op een bepaalde leeftijd zijn levenspad kwijt raakt… maar gelukkig… gelukkig, wens ik echt te benadrukken omdat dit mij zo enorm aan het hart gaat, …ik heb zelf namelijk ook zo’n doorgedraaide partner gehad dus ik weet precies waar ik het over heb…, ben ik daar om deze verdwaalde mensen humaan op te vangen tegen een minimum aan kosten, gewoon een win-win-situatie toch? Dus wat er nu wordt gesuggereerd is absoluut niet waar”, besloot ze weer wat gekalmeerd door haar groeiende reserve.
De premier kon niets anders doen dan helemaal met haar mee te gaan en hij noteerde in zijn Donald Duck-agenda: ‘mot nog meer geld af, zorg is op alle gebied veel te ver doorgeschoten…memo toe mie: belle voor plekkie voor mammie.’

Mevrouw Dupuis had beloofd zijn aanvraag met voorbedachte rade te behandelen en zo’n uitgelezen kans zou ie nooit meer krijgen. Als premier was het zijn tweede natuur om vooruit te kijken en mammie had nu eenmaal ook het eeuwige leven niet, zelfs als ze te laat zou gaan ook nog eens. Bovendien begon hij ook wel in te zien dat zijn moeder beetje bij beetje de weg kwijtraakte. Laatst nog, zat ze om drie uur in de nacht op met spruitjes! Hij haar nog zo gezegd dat het laat zou worden en hij wel een Chinesie zou pakken maar nee; zij zat midden in de nacht te wachten aan de keukentafel, met spruitjes. Nu, na het gesprek met mevrouw Dupuis, begon het te dagen dat ie niet zo ver naast de waarheid zat toen ie zijn moeder boos met die spruitjes voor gek verklaarde…. En eerlijk is eerlijk; het wordt zo onderhand tijd dat ie eens op zichzelf zou gaan wonen.
Na deze heikele kwestie in de kiem te hebben gesmoord sloeg hij zijn krantje open en constateerde bijzonder tevreden dat zijn beleid gewoon heel erg goed werkte. Hij zou waarlijk de geschiedenisboeken ingaan als de meest unieke staatsman van het land. De premier die Nederland gemoderniseerd heeft, die de verzorgingstehuizen heeft afgebroken zodat we dan weer zoals toen met z’n allen gezellig pakjesavond kunnen vieren zoals het hoort. Ooit zou schamper om die kinderachtige roe gelachen worden, want Piet komt tegen die tijd dan al jaren diep geworteld het land binnen met ak-47.
‘Hahaha…oh oh.. ik ben gewoon goed! Hahaha,…dit mot Sammie horen’, en snel drukte hij zijn speeddial in.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.