Hou his spietch was born.

Hou his spietch was born.

“Nee, ik kennie nie meer hoor. Bel 1+1!”, kon Marcos nog net gillen waarna hij als een drilpudding, veel te ver over de datum, ineen zakte. Oboema kon hem nog net opvangen en in zijn armen werd Marcos ‘het beest’ ingedragen.
“Hospital”, commandeerde Oboema en de Kennietlek scheurde weg naar de EHBO-post. De beveiligers droegen de nu nog slappere premier dan normaal, de ingang door en meldden zich voor de kogelvrije glaspartij bij de incheckbalie. Het was een uitzonderlijk toeval en daarmee niet enkel de bewusteloosheid van Marcos omschrijvend.

Juist nu de premier geholpen moest worden, was het uitgerekend Gee die met werkbezoek bezig was in het ziekenhuis. Gee buigde zich naar de kleine perforaties in het glas en vroeg: “ID?”
“I don’t need one, I am number one. And yours need medical attention.”
“Verstaan jullie die neger?”, vroeg Gee aan het personeel rondom.
“Kijk, ziet U nu waar wij dagelijks mee te maken hebben?”, vroeg baliemedewerkster Ingrid min of meer retorisch. “’t Zal wel weer een illegaal zijn en die moeten wij weer gratis op gaan lappen.”
Gee maakte een geruststellend gebaar en zei: “duidelijk, ik ga dit wel ff regelen.”
“Naam en bsn graag”, en de pen met het intakeformulier werd erbij gepakt.
“Come on, this man needs a docter! Get one, a.s.a.p.!”
“Zeg knul, we zitten hier niet in de jungle. Hier gaan we geciviliseerd met elkaar om. Voor de laatste keer, naam en bsn en kom nu niet met rare afkortingen.”
Oboema herkende de status quo uit eigen land en haalde zijn creditcard tevoorschijn. Hij schoof deze onder het glas door op het doorgeeflaatje.
“Whatever this man needs, I will pay. Please, help him.”
Gee, niet wars van buitenlandse fondsen haalde de kaart door de lezer en inde een op goed geluk ingetoetst bedrag van zes miljoen.
“Okay”, verbaasd over deze financiĆ«le meevaller, drukte hij op de rode knop en de deuren naar de wachtruimte draaiden open.

Na een compleet onderzoek en een peppil kwam Marcos even later de behandelruimte uitlopen.
“Ei kennot senk joe ienof man, senk joe, senk joe for yor ker.”, en spontaan gaf hij Oboema een kus op de wang. “Hahaha, ieven ei was in nied of Oboema-ker, hahaha.”
“Glad to see you’re okay, what was the problem?”
“Toe much handjesschudden volgens the dokter, gewoon te veel. But ei am bek! Lets go naar de Oranjezaal, ei dei van de honger man!”
En zo kwam de stoet nog op tijd aan bij Paleis Den Bosch. Oboema was overweldigd door de barokke uitstraling van de zaal waar menig Nederlander al eeuwen geen blik in had kunnen werpen.

Maar nu zaten daar meer dan vijftig vreemdelingen met gevolg te genieten van een beste maaltijd in deze voor Calvijn wereldvreemde ambiance. Oboema boog tijdens het vlatoetje naar Marcos en fluisterde: “this guy at the hospital was quit a racist man.”
“Oh, det was Gee, everieboddie knoos Gee”, en op dat moment stopte de tijd om in slowmotion verder te gaan. De deuren vlogen open en met bovenmenselijke passen stormde Gee de zaal binnen met zijn troep gelijk Lee Majors in zijn hoogtijdagen.
“I am de man van zes miljoen” en begon met zijn beyonische oog de zaal vol vreemdelingen rond te spieden dat, toegegeven, Oboema wat week maakte. Na deze snelle scan begon Gee heel hard te gillen: “minder, minder, minder!”
Zonder enige aarzeling werd hij door een beveiliger links van een verzuilde pilaar neergeschoten waarna Marcos over zijn tafel klom en dweperig gilde: “no! Geen martelaar! Oboema, doe somsing!”
“Steven”, zei Oboema kalm, “rewrite this scene!”
De bekende regisseur schreeuwde: “cut en rewind!”, en voor een ieder het besefte was de rust weder gekeerd en boog Oboema zich naar Marcos en zei zachtjes: “this guy at the hospital was quit a racist man.”

“Racist? …”, prevelde Marcos vertwijfeld. “But ei expleend alreddie man, this is djust blonde Gee……”
Badend in eigen vochten werd hij wakker en besefte langzaam dat het gelukkig slechts een droom was, waarna zijn optimistische inslag ook wakker werd. In dromenland kreeg hij altijd zijn beste ideetjes en nu zou zijn speech geen probleem meer vormen. Hij was eruit wat ie ging zeggen, wat ie moest zeggen. Zingend onder de douche keek hij uit naar het vervolg van de Top. Een Top waar hij zijn stempel definitief op wilde gaan drukken. De krant liet hij deze keer links liggen want hij moest aan zijn speech werken en tevreden krabbelde hij in ronde blokletters:
“…. end mei frends from die Antillen dee ar not lezie man. No, dee ar just heppie bekos dee doe not hef toe peent hun feessie zwart bij Sinterklaas. Doe you knoo Sinterklaas? .No?.. Well,…. for jeers wie hef suffered, jes wie; de weit men…..”, en tussen haakjes noteerde hij vervuld van eigen grandeur; ‘nu amicale knipoog aan Oboema geven’.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie gegevens worden verwerkt.