Bericht over de tweede golf.
Later zal deze periode ongetwijfeld lezen als een aflevering van ‘Daar komen de schutters’ a.k.a. ‘Dad’s Army’.
Het land is bezig een doodstrijd te voeren tegen een onzichtbare vijand en het is er op of er onder. Juist zij, die leiding aan het land dienen te geven, wanen zich al iets te lang als een soort van tweederangs vrijwillige BB-er.
Ironisch is ook hier weer, dat de BB na jarenlange bezuinigingen formeel in 1986 werd opgeheven. De parallel met de Zorg is niet te missen. Alleen de snelheid van afschaffen is hoger zoals alles nu sneller gaat. Eigenlijk moeten we Corona dankbaar zijn. Want deze premier zou het anders zo maar in zijn zaagsel kunnen halen; om de hele Zorg dan maar af te gaan schaffen, uiteraard wel met verhoging van het Eigen Risico. Met het Onderwijs wordt net zo omgegaan. Schrijnende tekorten worden genegeerd in een waas van vaag en frustrerend overleg; dat de indruk moet geven dat ze er zo druk mee doende zijn. En uiteindelijk komen ze dan met het briljant gevonden advies; hang maar een bordje met ‘excellent’ aan de poort, als les 1 in zelfredzaamheid.
Dat advies zal ongetwijfeld ook nog afkomstig zijn geweest van een buitensporig duur extern adviesbureau. Want ik zie Pike nu niet bepaald als volwaardige vervanger van Captain Mainwaring. Alsof we trouwens geen betere leiders mogen hebben.
Met de Hermandad is net zo omgegaan. Na enorme reorganisatie werden de ook hier schrijnende tekorten creatief opgelost met de BOA. Werkelijk op ieder vlak heerst er een buitengewoon verontrustende, zoals Gabberhouse zou zeggen, vervlakking van capaciteiten, normen, kwaliteiten enz. En dat lossen ze dan weer op met allemaal protocollen. In ruil daarvoor krijgen we alsmaar meer administratieve regeldruk en vergeet men de realiteit.
Het is niet heel gechargeerd meer, te stellen dat heel het Binnenhof inmiddels leeft in een papieren werkelijkheid. Daardoor kan men oprecht geschokt kijken, als er weer eens een buschauffeur in mekaar getimmerd is. Of iemand vermoord is geworden om zoiets als een horloge. Tja, zal Marcos ongetwijfeld denken om het maar niet weer te hoeven zeggen; ‘dan had ie z’n bek maar moeten houden’.
Deze fatalistische houding van Jan Salie is meer dan ergerlijk geworden. En dat niet alleen, het brengt enorme schade toe; maatschappelijk alsook individueel. Ik bedoel; voor een scheet kan je nu met strafbeschikking een strafblad oplopen. Juist dat is niets minder dan pure dictatuur. Vergeet alles en kijk alleen naar hoe we zonder inmenging van een officier dan wel enige rechtsgang nu door een BOA het stempel kunnen krijgen van crimineel! Voor als je je mopshond zonder riem uitlaat! Dan wel louter voor vreemd door je ogen kijken, omdat je nog naar de opticien moet. Welke gek heeft dit verzonnen?
Ik noem gaan namen, maar na een decennium Marcos zijn we heel wat verworven en uiterst belangrijke waarden kwijt geraakt. In ieder geval meer dan me lief is.
Het was het jaar dat Kerst nog niet aangepast gevierd hoefde te worden. Of te wel de R van het Rivm zat alweer een tijdje in de maand. Meneer van Oekel voelde zich die ochtend plotseling niet goed worden. Hij was al eerder opgestaan met een beetje naar gevoel. Toch had hij besloten, zijn dagelijkse fietstochtje door de duinen niet over te slaan. Hij deed dat al een tijdje, door de opgelegde omstandigheden gedwongen. Na het ophalen van de kranten echter merkte hij, dat het fietsen met gevulde fietstassen wel heel veel moeilijker ging dan dat ie gewoon was.
Met moeite reed hij door de nog donkere Schilderswijk. Bij de stoplichten op de Vaillantlaan kon hij niet meer en moest afstappen. Voordat hij wegviel, werd hij eerst overvallen door een walm van kokhalzende misselijkheid. Hij viel op zijn knieën en leegde zijn maag in de fietstas. Dit omdat hij het toch netjes wilde houden voor iedereen. Zo was meneer van Oekel nu eenmaal opgevoed. Na een volle minuut kotsen was ie leeg. Maar alsof er een onzichtbare overheidshand hem aan het uitwringen was, kon hij het kokhalzen maar niet doen stoppen. Na drie minuten al was ie zo verzwakt, dat hij bewusteloos achterover op het asfalt klapte.
Zeker drie deels geblindeerde golfjes gti scheurden zowel hem als de toegestane maximumsnelheid compleet negerend voorbij. Het was Fatima, die vroege dienst had, die stopte op het zebrapad en zich over hem ontfermde. Ze had in haar leven heel veel bleekscheten gezien, maar zo eentje nog nooit. Ze schrok; dat ie bijna doorzichtig leek, maar belde toch 112. Zoals te doen gebruikelijk zette 112 haar onmiddellijk in de wacht. Daar moest men maar begrip voor hebben. Want zelfs de schaarste aan balie- en telefoonbeppen is al zowat tastbaar geworden. Na 17 minuten en 33 seconden hoorde ze een klik en toen was haar beltegoed op.
In paniek rende ze naar de toko aan de overkant, waar de rolluiken net ratelend van open werden gedraaid. Ze bonkte op de ramen en gilde; “help, kan iemand een ambulance bellen?”
Patitapavana schrok in eerste instantie van het gebonk, maar herkende Fatima daarna snel van tegenover. Deze keer moesten ze twintig minuten wachten, eer ze werden doorverbonden.
“Er ligt een man hier bewusteloos op de weg.”
“Ligt hij in de weg?”, klonk een afstandelijk nasaal duidelijk kauwgom kauwende stem, waaruit alleen maar desinteresse sprak.
“Nee, op de weg. Stuur snel iemand, dadelijk wordt hij nog overreden.”
“Dus hij ligt toch ‘in’ de weg?”
“Dat zeg ik toch? Snel alstublieft, snel, ik vrees het ergste.”
“Wacht effe hoor, ik verbind u door met mijn collega, mijn shift zit erop. Doei.”
“Na weer ruim tien minuten wachten, want collega moest eerst nog koffie uit de automaat in de gang halen, kon Fatima weer helemaal opnieuw beginnen en ze was zelf al zo laat nu.
“Dus hij ademt nog?”
“Nauwelijks, maar ja, net.”
“Ja, dan moet u niet bij ons zijn maar bij de huisartsenpost. Duh”, en collega verbrak de verbinding.
“Ik heb hier geen tijd voor!”, begon Fatima nu enigszins haar geduld verliezen. Patitapavana wees haar op de oranje sticker waar het nummer van de huisartsenpost op vermeld stond. Een vrachtwagen stopte voor goederen voor de toko en Patitapavana begon heen en weer te lopen met pakken rijst en dozen met allemaal Chinese tekens. Toen de vrachtwagen weer weg reed, kreeg Fatima eindelijk verbinding.
“Met de Huisartsenpost”, klonk het verveeld en Fatima herkende die stem.
“Zeg, heb ik jou vanochtend niet eerder aan de lijn gehad bij 112? Ja, ik weet het zeker nu, zelfde kauwgom en al.
“Neenee, dat ben ik niet, doei!”, kneep baliebep haar stemmetje een octaaf hoger en drukte in paniek dat binnenkomende belletje weg. Meteen begon ze een verbeterformulier in te vullen.
Ze wist, zoals iedere werknemer ervan doordrongen was; dat wegmoffelen van mogelijke stemherkenning tot de prioriteiten behoorde op haar werk. Hoewel de kans erg klein was; dat uitgerekend zij dezelfde beller kreeg die meende naar verschillende hulpdiensten te moeten bellen, behoorde dit vanaf dag 1 al tot haar kerntaak. Onder ‘Oplossing’, schreef ze; meteen opgehangen en doei gezegd.
Dit zou echt heel goed staan voor haar volgende functioneringsgesprek. Dat was een ding dat zeker was. Ze dacht zelfs stiekem aan promotie, hoewel ze zelf geen flauw idee had; waar dat dan naar toe zou leiden. In ieder geval vast iets goeds. Het communicatiebedrijf waar ze voor werkte, was wel de grootste die er was. De enige eigenlijk maar dat kwam door de marktwerking.
Als laatste redmiddel probeerde Fatima dan maar direct het ziekenhuis te bellen.
Pativapana gilde in blinde paniek en schrok; “nooooooo nonono! Oh goodness nonononono. NO!”
Hoewel hij geen woord Nederlands sprak, wist hij wel degelijk dat wat je ook doet in Nederland; bel nooit direct naar de betreffende instantie! En helemaal niet wanneer het iets van Zorg aangaat. Dat is helemaal taboe.
“Met Westeinde, hallo?”
“Met Fatima, er ligt hier een man”, en Fatima probeert zo snel en zo duidelijk mogelijk de situatie uit te leggen. Desondanks werd ze bruut onderbroken door een vermanende stem. Hoe ze het in haar hoofd haalde om zomaar te bellen? Wist ze dan niet, dat daar eerst andere nummers voor gebeld dienden te worden? Wat snapte ze eigenlijk niet van protocol?
En hoewel ze bij de laatste vraag duidelijk een raciaal snufje proefde, ging ze er niet verder meer op in. Hevig teleurgesteld gaf ze de telefoon terug aan Pativapana, die deze nogal stuurs kijkend in ontvangst nam.
“You stupid woman!”, hoorde ze hem nog duidelijk vanachter zijn balie fluisteren, toen ze de toko verliet.
Een wit busje stopte met slippende banden en Fatima keek tegen een wit omroepbusje aan met allemaal zwiepende antennes.
“Hier ligt ie. Geweldig gedaan Chef. Wie pakt z’n fiets?”
In no time reed het busje weg en zag Fatima de man niet meer liggen. In een mengeling van blijdschap en verbazing liep ze door de zusters post van het ziekenhuis, waar ze tegen werd gehouden door een Zorgmanager.
“Te laat”, zei hij en keek op zijn horloge.
“Dat kwam omdat ik …”
“Niks mee te maken. Ik heb alles al eens gehoord. Ruim je locker maar uit en ga naar huis. Hier hoef je niet meer te komen. Wij runnen hier een ziekenhuis ja. Om de mensen te hel-pen! Als iedereen zo te laat zou komen, zou het een mooie boel worden.”
“Beste mensen”, keek Dominee van Marle en van de Hersteld Hervormde kerk in Staphorst deze zondag trots naar zijn gemeente.
“Wij moeten alle begrip hebben voor hen. Voor hen die nota bene zelf de Kerk hebben verlaten! Ik zeg U en U zegt het ook al eeuwen; dit heeft niks met geloofsbelijdenis te maken!”
Instemmend werd zachtjes op de kerkbankjes getrommeld.
“Dank U voor Uw getrommel. Want Hij weet, dat dergelijk instemmend getrommel alleen in de kerk thuis hoort en nergens anders! Het getrommel is hier in Godshuis geboren en dus zal het getrommel als het moet ook hier sterven!”
Nu werd er nog luider getrommeld. Jawel, Dominee sprak de waarheid. De enige waarheid bovendien en dat mocht ook wel eens gezegd worden.
“Natuurlijk begrijp ik die vraag der ongelovige; waar is de kerk nu eigenlijk mee bezig? Laat mij hierop dit zeggen. De afgekondigde maatregelen golden en zullen nooit gelden in dit Huis. Hier hebben wij onze zaken prima zelf op orde. De ophef die is ontstaan, komt door het gevoerde beleid zelf. Eentje waaruit alleen maar disrespect blijkt voor ONZE KERK!”
Een bijna oorverdovend getrommel brak nu los. Het was dat hun geconditioneerde volksaard het verhinderde. Maar anders was men zeker op de bankjes gaan staan.
“De regering heeft met het laatste advies onze Kerk in een enorm spanningsveld gezet. Maar ik zweer bij de bijbel en alle apostelen die ik allemaal uit mijn hoofd ken; dat wij nimmer zullen toegeven. Het is juist de regering zelf geweest, die deze spanning heeft veroorzaakt. Door onze roeping om als gemeente samen te komen voor Gods woord, de leer der Apostelen, de breking des broods en in de gebeden hand als een beetje dom negatief reisadvies weg te zetten!”
Die kwam zo hard binnen, dat het getrommel tot recordvolume door het schip donderde dat zelfs de dominee lichtelijk verbaasde. Maar tegelijkertijd voelde hij zich gesterkt door zijn gemeente en zei; “laat ons daarom bidden om wijsheid om al zoekend en tastend de weg te vinden die voor zijn aangezicht kan bestaan.”
En ze begonnen met bidden.
Tegelijkertijd in de meer wereldse setting, stapte Joego zijn auto uit voor een informele bijeenkomst met de premier. Gisteren eigenlijk al, had hij deze verwacht. Om niet te zeggen afgelopen vrijdag of vorige week. Nu ontkwamen ze er niet meer aan met dergelijk rampzalige cijfers. Het was duidelijk dat verder negeren van de situatie niet langer mogelijk was. Hij stapte de tuinsalon binnen, waar Marcos hem begroette met een kopje thee.
“Helaas heeft de olietankervergelijking niet gewerkt.”
“Ben je gek Joego. Die heeft uitstekend gewerkt. Kijk eens om je heen man. In heel Europa doen wij het wel mooi het slechtst!?”
“Ja okay, als je het zo stelt.”
“Dat doe ik niet. Dat doen de keiharde cijfers man. En als ik dan bedenk; dat we het over de minimale aantallen hebben, moeten ze praktisch dus nog veel hoger liggen! Dat is toch precies wat we willen man?!”
“Willen we dat eigenlijk wel? De mensen zijn nou wel echt boos hoor.”
“Jonge mensen ja en dat mag.”
“Nee, het zijn ook ouderen hoor.”
“Ja en? Kom kerel, maak je niet druk. Laten we voor de persconferentie gewoon weer wat op papier zetten joh. We gaan gezellig wat specialisten bellen, om hen de mensen alvast op te warmen met hun advies. Dan komen wij dinsdag helemaal formeel enzo zeggen, dat we goed naar ze hebben geluisterd. Hahahaha! Nee, dit ken niet meer misgaan man. En ik ken dat onderhand wel weten hoor. Kom. Hier kerel, neem een stuk taart. Hebben ze vanochtend gebracht, voor m’n verjaardag en kijk nou? Tien kaarsjes?! Hahahahahaha!”
Het waren eerst geruchten en die worden steeds sterker. Te meer daar ze steeds vaker en duidelijker gestaafd worden door de handel en wandel onzer overheid. Al jaren horen we de mare; vergrijzing, vergrijzing, vergrijzing. De vergrijzing dreef ons eigen risico op. Vergrijzing was ook een serieus argument om de BTW te verhogen, voor de langere termijn en zo. Kortom in vrijwel iedere discussie van levensbeëindiging tot gaan we weer naar Mali of niet, speelde de vergrijzing een rol als mysterieuze factor. Vergrijzing werd kortom gebruikt om angst te kweken in een heel lang decennium van kaalslag. En dat allemaal om alles ook tijdens die vreselijke vergrijzing zelf op peil te kunnen houden.
God zij dank kan dit veels te vaak en te veel misbruikte begrip naar het rijk der fabelen worden verwezen. Trots zullen ze het op de volgende persconferentie verkondigen; “halleluja beste mensen, eindelijk eens goed nieuws. Er komt geen tweede grijze golf meer.”