Caribbean Lady in Zoet Meervoud
Er zit een mannetje jump&wave te doen in m’n kop die van geen ophouden weet. De zomertijd is dit jaar meer dan vrolijk ingeluid en tevreden zitten we bij te komen op deze zomerse dag van de zwoele nacht. Zonder verwachtingen deze keer, reden we gisteren richting Palmundo. Onderweg werd contact gezocht met een goede vriendin aan wie ons extra kaartje onvoorwaardelijk was gegund. De mobiel gaf beperkte dienst aan om wat voor reden dan ook en alleen de alarmdiensten waren bereikbaar. Dit was bijzonder lullig want zoveel kaartjes hadden we niet over en zonder de moderne communicatiemiddelen kon ze niet meer worden bereikt. Bij deze onze echt gemeende excuses, buiten onze mogelijkheden om hoor, voor dit gebrek aan bereik.
Op het industrieterreintje konden we de auto kwijt en we wandelden met vele feestgangers richting de hal met belendende feesttenten. Het was een kleine wandeling terug in de tijd. Jongelui die heerlijk vrolijk waren en vol verwachting. We werden ingehaald door twee dames in vol ornaat, dus met heel veel minder. Ze waren druk aan het babbelen met een jongen, die overdreven zijn verbazing uitte over zijn vraag waar ze vandaan kwamen. Het antwoord was: “Rotterdam, maar we hebben ook Surinaams, Indonesisch, Spaans en Javaans bloed. En zij heeft ook nog Egyptische wortels met een beetje Chinees, joh we komen overal vandaan”, en ze maakte een wijds gebaar met haar armen vol blinbling. “Neeeeee, echt?”, was zijn voorspelbare overdreven verbaasde reactie en geanimeerd verdwenen de hoge hakken met deze kleine ballast op zoek naar de liefde uit het zicht.
Bij de poortjes werden we uitgebreid gefouilleerd ternauwernood ontsnappend aan een fullcavitysearch, tenminste die indruk kreeg je.
Binnen kwamen we weer buiten. In de ijshal zelf, was de mainstage opgebouwd. Na wat muntjes te hebben ingeslagen, geld is namelijk niet meer courant bij deze massale bijeenkomsten, liepen we de grote hal binnen. Het was gek, maar we voelden beiden een zekere geruststelling. Het podium was op voldoende hoogte dat ons nu wel een prima uitzicht gaf en we bestelden ons eerste drankje. En zo kuierden en dansten en dronken we wat langs de verschillende internationale podia en tentjes wachtende op onze main-event.
Hoe lang was het niet geleden dat we in Bridgetown in de platenzaak van en met Andy The Plumber van Square One stonden? En hoe vaak hebben we niet in The Reggae Lounge aan The Gap, Alison zien optreden met haar vierkante band voor een nog niet zo’n massaal publiek? Maar de tijd vloog en zo ook deze avond want we keken onze ogen uit naar zoveel moois. Het ene rokje was nog korter dan het andere totdat we zelfs op een gegeven moment, ergens op een trapje naar buiten, tegen een piepklein onderbroekje aankeken. De vriendin van het ondergoed had onze verbaasde blikken in de gaten en begon snel aan het te veel en te snel opgetrokken lycra te sjorren. Maar, alles geschiedde zonder iets van frustratie dan wel irritatie. Nee, het was een meer dan relaxte sfeer waarin vermakelijk salsa werd gedanst door hen die zich al dagen van tevoren hadden opgedoft. Routineus werden door de dames op het ritme van de muziek om en om, aan rokjes getrokken en zo dansten ze van weinig verhullende lendendoekjes naar vrijwel niets minder verhullende rokjes en weer terug.
Al heel snel was het zover en we liepen naar de Soca-stage. Ruim op tijd gingen we dichtbij het podium staan en de muziek was als vanouds vol energie. De volgorde was prima zo, na het Latijns gezwier klonken de West-Indische klanken nog vertrouwder en al snel gingen we op in het publiek. Alison kwam op in een strakke catsuit in de tendens van het festival en het publiek begon nu nog raardere sprongen te maken.
Ze werd geflankeerd door twee dansdames die geeneens de moeite hadden genomen zich verder aan te kleden dan het hoognodige. Na een klein kwartier werd de tent welhaast afgebroken en tijdens het ‘push-it-back’ werden vele nieuwe vrienden en vriendinnen gemaakt. De hokey-pokey-cultuur deed het publiek, opgezweept door the Bajans op het podium, van links naar rechts rollen en ook in sagittale zin rolden we mee met de rest. Met ’the hands in the air’ sprongen we de vloer bijna kapot. De laatste keer dat we met een dergelijke massa mee hebben gedaan was de buik een stuk minder, die nu wel heel duidelijk irritant tegen het springritme in aan het klotsen was. Maar gelukkig greep het spierweefselgeheugen op een gegeven moment adequaat in en de voormalige sixpack wist het zaakje snel binnen de perken te houden. Op zijn minst de illusie wekkend dat het weer heel erg soepel ging.
Maar toen het echte ‘push-it-back’ werk begon, gingen alle remmen echt los. De bumpers rolden over elkaar heen en springend dansen was de enige norm geworden. Handen op onverwachte plaatsen probeerden naar houvast te grijpen. Om ons eigen evenwicht te kunnen behouden, waren we ook gedwongen te rekenen op anderen en iedereen pakte iedereen vast om te kunnen blijven dansen en gek doen want dat was voor heel even het enige op deze belmundo dat telde. Na het gedrang mochten we weer naar voren deinen en vrolijk werden de startposities weer ingenomen. Het publiek besefte dat dit slechts een oefening was en het echte werk nog moest komen. Ongegeneerd werden nu onbekende partners stevig vastgepakt om als één man, of vrouw want verschil was er niet meer, weer naar achteren te winen. Met de ene hand in de lucht werd degene voor je met de andere stevig omklemd. En gelijk doorgeharde rodeodeelnemers kwamen we nu echt op gang. We gingen alle kanten op totdat de dunne wandjes van de partytent het welhaast begaven en zodra alle benodigde zuurstof uit de longen was geperst, ging het net op tijd weer de andere kant op, al waar ook deze wand de crashtest maar net leek te weerstaan. Na deze gezamenlijke beproeving werd geïnformeerd of er nog energie over was. De nacht werd zo met een chaotisch springtij ingeluid en even later verlieten we moe maar meer dan voldaan de tent. Onderweg kwamen we nog wat familieleden tegen die ook ergens waren samen geplet. Maar gelukkig was daar de buitenlucht die verlossend aanvoelde op de door zweet verzadigde poriën. Na het vloeibare tekort te hebben aangevuld namen we nog een kijkje in de grote hal die nu tot de nok toe vol was gevuld. Hoe laat het was, weten we niet meer maar in ieder geval net voor de grote uittocht reden we met onze, met groen ledlicht, flikkerende armbandjes de rest van deze ingekorte nacht in. Na de gebruikelijke file ploften we vermoeid draaierig in bed. Heel even dacht ik nog aan een stiekem snelle hokey-pokey met mijn raggamuffin maar een luid gesnurk naast mij klonk overduidelijk.