Het opmerkelijke verhaal van Geo.
Ongelovige ratio.
Geo de Driehoek was geboren zo maar at random overal en nergens in een gezinnetje waar de statistische verhoudingen gemiddeld genoemd mochten worden. Maar met Geo was iets bijzonders aan de hand. Geo had een in aanleg onnatuurlijke, niet te bevredigen honger. Op zich was dat wel logisch daar Geo iets anders in elkaar zat. Om te beginnen had hij een symmetrisch scherp punthoofd uitlopend in abnormaal brede heupen met zo mogelijk nog wijder uit elkaar staande beentjes. Dit had de bevalling redelijk versoepeld maar zijn moeder rilt nu nog bij de gedachte aan een mogelijke stuitligging. Niet alleen uitwendig doch ook inwendig zette deze vorm zich voor. Zijn maagje kende aan het begin de normalere afmeting maar eenmaal daar viel de melk in een steeds grotere ruimte; de inhoud werd zo driedimensionaal vergroot dat zijn onverzadigbare karakter in perspectief zette.
In het begin zat zijn moeder zo vrijwel continu hem naast zijn in piramide vorm aangepaste wiegje te wiegen terwijl ze hem aan haar borst legde maar nimmer kon Geo zo de slaap vatten. Na enige weken moest ze op doktersverzoek overstappen naar de melk in poedervorm want ze was de uitputting nabij. Toch draaide het mannetje met regelmaat snel het koppie, om zich weer gelukzalig vast te zuigen zodat haar melkklieren geen kans kregen te deactiveren. Zelfs toen Geo in zijn tienerjaren was beland waren haar uiers in continue staat van ontploffing en was ze blij als Geootje na de maaltijd nog om “meer!” gilde. Het stond in tegenstelling tot een doorsneegezin waar puberen uit het zuigen aan moeders borsten bestond.
Maar ook voor Geo werd de tijd langzaam rijp om de ouderlijke kubuswoning te verlaten. Maar bij iedere poging kwam ie al na enkele uren echt geprobeerd te hebben huilend terug om zich te troosten aan zijn moeders nu abnormaal grote borstpartij. Dit werd een probleem. Zo kon Geo nimmer op zijn gelijkbenige driehoek gaan staan en hulp werd ingeroepen. Een flinke voorraad poedermelk werd door van Gend&Loos geleverd bij zijn eigen kubus en zo begon hij langzaam te wennen aan een leven zonder warmte ingewisseld door kleine horizontale streepjes die zijn moeder met watervaste stift op de transparante jerry-can had aangebracht. Drie in totaal had hij op de plank staan voor iedere maaltijd van de dag één en zo richtte hij cijfermatig zijn leventje in.
Op een dag werd Geo tot over zijn streepjes verliefd op zijn buurvrouw. Ze was enige tijd geleden naast hem komen wonen. Het verhaal ging dat ze asiel had gekregen na vele mijlen op zee in een bootje te hebben gevaren. Iedere dag trok hij evenwijdige lijntjes op de gemeenschappelijke gang om haar aandacht te trekken dat wonderwel vrijwel direct succes had. “Oh, wat een mooie vormen” hoorde Geo haar mompelen op de gang en deed de deur open.
“Die heb ik getrokken. Hallo; ik ben Geo” en hij stak zijn tyrannosaurische armpjes uit om haar een handje te geven”
“Ik ben Lin” zei ze met een glimlach “Lin Iaal.”
Vrijwel zeker die avond werd het begin van een nieuwe levensparabool verwekt en negen maanden later kwam een andere vorm ter wereld die ze Theo noemden.
Niet zijn product van vermenigvuldiging trok Geo zijn aandacht nu. In verbazing keek hij naar Lin die ineens borsten had dat hem nog niet eerder was opgevallen. In een onbedwingbare neiging stortte Geo zich op zijn Lin die te zwak was zo net na de bevalling om zich te weren. De vroedvrouw rukte nog net op tijd de uitkomst weg anders was deze zeker negatief uitgevallen.
De kleine Theo ontwikkelde zich best en had aan enkele druppels al genoeg dat Geo prima uitkwam. Af en toe betrapte Geo zijn zoontje wanneer hij thuiskwam aan Lins borsten.
“Nee, nee, nee, ik zat niet te zuigen vader” maar het was overduidelijk; Theo loog. Uiteindelijk werd Lin magerder en magerder en ze was al nooit echt iets van gezet. Geo bleek zijn lat voor beiden veel te hoog te hebben gelegd en zo op eerste kerstdag brak zijn driehoek en haar lat. Theo keek nog met een laatste afkeurende blik naar zijn gebroken ouders en trok de wijde wereld in.
Hoe het verder Theo is vergaan is onduidelijk. De enige tastbare overblijfselen van deze onzin zijn twee overgroeide grafstenen in perfect gehouwen vormen. Op de driehoek staat geschreven ‘Als het cijfermatig niet klopt kijk dan ongedifferentieerd omhoog’ en op de liniaal verticaal ‘hoger en hoger met de limiet tot oneindig’.