In de boot genomen door een zeeheld?

In de boot genomen door een zeeheld?

“Dus wat als we alle President Kennedylanen nou eens gaan veranderen in Peter R. de Vriespromenades?”, riep Marcos enthousiast door de telefoon. Want dat hij hiermee het ei van Columbus in handen voor het land dacht te hebben, was een understatement.
“Is dat dan wat ons verder gaat helpen? Werkelijk hoor, waarom toch altijd maar weer van die oer-Hollandse namen?”, hoorde hij Sigfried zwaar onderkoeld reageren.
“Wel verdomme Sigfried! Weer die haat van jullie!”
“Hè, hoe bedoel je Mark? Ik wijs alleen maar op het gegeven dat jullie altijd …”
“Kappuh nou! Jullie?! Echt?! Hou nou toch ’s op met die alles verziekende HAAT!!!”, en emotioneel verbrak hij de enige verbinding, die dit reces nog kende.
Dus om nu te zeggen dat het formeren vlotjes verliep? Nee.
 
In andere woorden is het toch wel diep en diep triest; dat wanneer iemand integer is en voor zijn principes staat, deze nu als een soort van heilige gezien wordt. Dat is op een bepaalde wijze echt heel raar en geeft meer aan hoe diep we zijn afgegleden. Want het hebben van principes en je daaraan vooral houden, no matter what, is al jaren aan een soort van moderne afbraak onderhevig. Zo zeer, dat Marcos nu al aan hele straten vernoemen wil, naar uitgerekend de slachtoffers van die afbraak?
Maar natuurlijk, tijden veranderen. Zo duurde het zeker een jaar of tien eer ene Pim Fortuin postuum een stukje straat naar hem vernoemd zag worden. Geeneens een hele straat maar een klein stukkie waar toch geen mensen wonen. En aan de overkant bleef de oude straatnaam toch gewoon gelden. Dus nu wel meteen een hele straat naar Peter R.? Terwijl de Linnaeusstraat nou zowat 17 jaren later nog steeds geen enkel stukje Theo van Goghlaan kent? Hoe dan ook, de premier was meer dan ooit aan vakantie toe. Maar die emotionele reactie moest toch ergens vandaan komen? Wat kan toch de reden zijn van dit al?

Dat de laffe aanslag ons heeft doen trillen van boosheid en verdriet staat buiten kijf. Maar dat doet niets af aan het Haagse gegeven, dat de Ruttedoctrine heet. Steeds vaker blijkt dat deze meer kwaad doet dan goed. Tenminste dat is ook maar een perspectief en niet helemaal verzonnen door wappies alleen.
Gisteren werd een man doodgeschoten, toen hij zijn hondje aan het uitlaten was. Doodgeschoten door precies net zo’n laffe klootzak dus. Maar niemand die daarna dacht aan ‘hethondjebleeftrouwbijzijndodebaasjezittenstraat’. Of net zo van toepassing; de ‘messteeklaan’? Wel kennen we de van Mesdagkliniek, waar we kennelijk verwarde personen mee moeten eren.
In die omgekeerde wereld zitten we nu en waar blijft het antwoord uit Den Haag? Waarom doet de premier hier toch helemaal niks aan? Okay hij is demissionair, maar dat kan en mag niet de ware reden zijn. Maar wat dan wel?
 “Naar het ruime sop Michiel!”, gilde Marcos over de recreatievijver, dat hem zo aan die van het Binnenhof denken moest.
“Aye Aye Maarten!”, gooide Jortos het roer om van het huurbootje, dat voor zessen weer terug moest.
Alsof ze weer kinderen waren, kropen Marcos en Jortos met veel enthousiasme in de huiden van De Ruyter en Tromp. Ze waanden zich onaantastbare zeehelden. Ze hadden vakansie en de hele wereld lag aan hun voeten.
“Koers?”
“Koers Zuid natuurlijk!”

“Je hebt gelijk Maarten! Om naar de Oost of de West te geraken, moeten we eerst Zuid aanhouden”, en het fluisterbootje doorkliefde de rimpeling van de vijver met een onverzettelijkheid, waar iedereen de premier in herkennen kon.

 

 
“Daar ligt Pampus al Maarten.”
“Ik zie het Michiel. Alle hands aan dek, hijs het grootzeil!”, en al snel lieten ze pampus ver achter zich.
Ter hoogte van Duinkerken konden ze eindelijk ontspannen. Tenminste het was Michiel, die als eerste zijn kleren uitdeed en uitdagend op de rand van stuurboord ging zitten.
“Wat denk je ervan Maarten? Nu we Pampus zo uit het zicht hebben, kunnen we ons toch weer wat vrijer voelen?”
“Wat bedoel je man?”, viel Jortos uit zijn rol, want even later kon hij nog net uitbrengen; “WTF Mark?”
Het bootje was inmiddels al zover van de kant, dat niemand Jortos meer kon horen gillen.”
“Wel verdorie Marrek’, lag Jortos even later geschonden uit te hijgen aan het roer.
“Ik ben Michiel!”, stond Marcos nu op en spreidde zijn armen uit om de wind te vangen. “Eindelijk vrijheid”, mompelde de premier, die zich een ware zeeheld waande en voelde de wind, waar hij die nog nooit eerder gevoeld had.
“Potverdomme Maarten, voel nou eens man! Kom, ga staan en voel de wind!”
“Nee, dank je”, trok Maarten of Jortos zijn short weer aan en dacht; ‘de man is toch ziek’.


“Het is bijna vijf uur Marrek, eh sorrie Michiel natuurlijk. We moeten weer op huis aan”, en Maarten gooide het roer weer om. Hoe dichter ze bij Pampus kwamen, des te meer ingetogen Michiel zich weer leek te gaan voelen. En eenmaal aan de wal had ie al zijn kleren weer aan en keek schichtig om zich heen. Hij leek in niets meer op de Bestevaar van zo even.
“Alles okay Mark?”
“Ja joh, natuurlijk!”, haastte Marcos zich. “Hahahaha!”, met zijn lach probeerde hij dat extreem beangstigende gevoel te verbergen. Diep van binnen voelde hij die haat weer van buitenaf, die hem verlamde. En dat mocht niemand zien, zelfs zijn beste vriend niet.

Ze liepen door het gezellige zeeheldenkwartier naar huis. Jortos liep onbewust samengeknepen, want opeens had hij niet zoveel meer met die zeehelden op. Wat was hij teleurgesteld in zijn vriend. Desondanks beschouwde hij Marcos ondanks die wel heel impulsieve  gayparade in het fluisterbootje nog altijd als zijn vriend. De Panorama Mesdag doemde op als een teken van hogerhand en Jortos zei, ook om de zinnen te verzetten; “dat is lang geleden Mark. Zullen we?”
“Oh ja!”, en ze kochten een kaartje.
Binnen was er niemand. Daar was het weer te warm voor. Zo stonden ze samen te genieten in stilte van wat eens hun stad worden moest.
“Daar staan we nu”, wees Marcos naar een vermeende plek, waar hij het nog te bouwen zeeheldenkwartier vermoedde.
“Ja man. Wat is het veranderd. Dus dan moet daar”, wees Jortos naar even verder op, “de Schilderswijk liggen.”
“NEEEEEE!!!”, gilde Marcos, als door een slang gebeten en dook krampachtig ineen. Als een oneindige darmkoliek begon hij over de grond te kronkelen en wat Jortos ook deed en zei, niets hielp.
“Oh ik ga doooooood man”, huilde zijn vriend nu.
Onmiddellijk belde hij 111. Niet 112 want die is voor ons allemaal. 111 is alleen voor de premier.
“Met 111.”
“Ja met Jort, mijn vriend is ziek!”
“Ja en?”
“Nee, echt doodziek! Kom snel mijn vriend gaat anders dood!”
Echt in no time werd Marcos meegenomen en plat gespoten en onmiddellijk zonder wachtlijsten aan vele, vele, alle eigenlijk,  onderzoeken onderworpen.

Drie dagen later liep Jortos langs de bloemenwinkel van het ziekenhuis en aarzelde even.
Nee, hij kocht geen bloemetje. Hij wilde geen verdere aanleiding geven. Dus kocht hij een boek voor hem van ene Klaus Schwab, dat achtte hij veiliger.
“Hé man, blij je weer wakker te zien. Hoe istie?”
“Kapot man, ben helemaal kapot! Maar wat ik heb begrepen, mag ik nog blij zijn dat ik nog leef.”
“Ja man, je was er bijna ingebleven. Was het niet voor 111?”
“Nooit gedacht dat, dat nummer ooit gebeld zou worden. Maar dank je Joh en leg dat boek daar maar neer. ‘k Ben nu te zenuwachtig om te lezen.”
“Oh?”
“Ja man, dokter komt zo. Hij heeft de uitslag van mijn onderzoeken, zo heb ik begrepen.”
“Als je het hebt over de …”, zei Jortos, maar slikte zijn woorden in.
Want waarom moest het nou weer dezelfde dokter zijn, die hem laatst op de spoedeisende afdeling van achteren had moeten hechten?
“Ah, U bent wakker premier. Jort”, knikte dokter Bernard ter groet.
“Ik heb hier de uitslag van de onderzoeken en misschien wil Jort de kamer even?”
“Nee. Jort blijft! Jort is mijn allerbeste vriend!”
“Okay. Het blijkt, dat U zoals wij allemaal niet ongevoelig bent voor onderliggend maatschappelijke sentimenten.”
“Ja duh!”
“Sjongejonge natuurlijk niet dokter! Hij’s niet voor niets de eerste man.”
“Het gaat inderdaad om man zijn hier. Na zorgvuldige reconstructie en het raadplegen van de beste experts is ontegenzeggelijk gebleken; dat hoe dichter U bij de wal kwam, des te meer U zich bedreigd voelde.”
“Hè? Praat Nederlands met me man!”
“Ik heb het over homohaat”, schaamde dokter Bernard zich een beetje. “U was zo opgelucht, U voelde zich zo bevrijd op het bootje, dat de klap aan de wal des te harder aankwam. En toen Jort U wees naar de Schilderswijk? Tja, het is eigenlijk heel logisch allemaal.

“Dan laat ik jullie nu maar alleen en U kunt trouwens weer gewoon naar huis hoor.”

“Sjesus Jort. Hoorde je dat?”
“Ja en niet alleen gehoord man. Maar dit is de eerste stap naar volledig herstel moet je maar denken. Die is in iedere transitie naar beter worden de grootste en de moeilijkste.”
“Waar heb jij het in Godsnaam over man?”
“Nou, over jou. Over wat er in het bootje gebeurd is tussen Michiel en Maarten?”
Woedend sprong de premier uit bed en beet Jortos hysterisch toe; “geen kwaad woord over Michiel! Michiel is een held! Een echte zeeheld! En dat mogen we nooit vergeten!”
“Ik vrees, dat ik dat ook nooit vergeten kan Mark”
“Wat heeft dat nou weer te betekenen?”
“Oh niets”zuchtte Jortos en pakte zijn kleren van het haakje in de kast. “Kom laten we gaan… Laten we gaan … Laten we gaan … Laten we gaan …”

LATEN WE GAAN … laten we gaan … late …

‘RRRRRR RRRRRR RRRRRR’
Heel ver weg klonk het getril van zijn mobieltje op zijn nachtkastje. Zo ver weg dat ie het wel kon negeren.
‘RRRRRR RRRRRR RRRRRR’
Hij schrok. Nu klonk dat dreunende getril opeens vanaf heel erg dichtbij.
“Heu? Waar bennik? Wat voor dag is het? Wat is gebeurd?!”
De premier was gewekt in het diepst van zijn slaap. Hij was helemaal de weg kwijt. Dus werd hij vrij snel weer wakker en keek naar zijn mobieltje, dat onvermoeibaar maar bleef trillen. Als in een flits vroeg hij zich vertwijfeld af; wat nu realiteit was en wat droom.
“Sjesus!”, nam hij nu verstoord en beetje nijdig ook wel op, “weet je wel hoe laat het is?! Ik sliep ja!”
“Man met mij!”
“Jort?”
“Ik heb toch een bootje kunnen huren, maar dan moet je wel meteen komen.”
“Ik ben Michiel!”, gilde Marcos meteen, gooide haastig zijn MickeyMousedekbedje van zich af en sprong haastig uit zijn bedje.
“Okay, dan ben ik Maarten wel weer.”
“Hoe zo weer?”
“Kom nou maar!”
“Jaja, maar waar ben je dan?”
“Na het zeeheldenkwartier neem je de Peter R. de Vrieslaan rechts en …”
‘RRRRRR RRRRRR RRRRRR’
Deze keer voelde hij de trilling gewoon tot in zijn tenen bijna. En daar hij net toch al wakker was gebeld, nam hij snel op met; “met de eerste.”
“Een goedemorgen Mark, met mij.”
“Sigfried?”
“Ja, nog eens over die straatnaam. Ik heb er eens even een nachtje over geslapen.”
“Oh?”
“Ja. En ik vind het nog steeds helemaal niks.”
“JIJ …. JIJ … JIJ VUIL… “, hij kon zijn zin niet afmaken. Want van pure nijd en haat ook verbrak hij wederom de enige verbinding in dit reces.


Helemaal van de kaart belde hij Jortos en gilde door de telefoon: “Jort wij gaan varen! NU!”
“Ik heb je toch gezegd, dat alle bootjes verhuurd zijn? En weet je wel niet hoe belachelijk vroeg het is?”
“Wat hebbie nou aan zo’n vijvertje man? Open water Jort! Haast je! ‘k Zie je bij het reddingsstation!”
Hij was nu helemaal wakker en droomde niet meer. Nee, hij was weer ouwerwets alert. Ergens aan de kust van het oude Scheveningen moest toch zijn identiteit liggen?
“Daar moet mijn redding liggen”, sprak hij kordaat, toen hij de deur uitging. “Niet in die identiteitspolitiek van dat verschrikkelijke mens! Ik ben en blijf eg wel de eerste ja! IKKE-IK!”
Kortom was het dan toch een storm, die voor de rede van Scheveningen ervoor zorgde; dat schipbreuk en redding zo dicht naast mekaar kwamen te liggen? Gescheiden slechts door goedkope golven van identiteitspolitiek is het weer een kwestie van tijd, dat er verandering komen gaat. Alleen duurt het nou alweer zo verschrikkelijk lang, dat zowel Marcos en Jortos zich onderweg afvroegen; of deze politiek wel het gewenste resultaat op zou gaan leveren.
Maar al snel verwierpen ze die gedachte met; “ik ben Michiel!”, en “ik zal wel weer Maarten moeten zijn.”
Dus ja, de reden zou best wel eens ergens in die identiteitspolitiek kunnen liggen.

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.