Vlot van Oranje
In mijn tijd was ik Rensenbrink en mijn oranje shirtje met zwarte leeuw vervulde mij iedere keer met trots. Zo’n oversized shirt met lange mouwen, waarin je vrij onnavolgbare passeerbewegingen kon uitvoeren. Op het veldje aan de overkant speelden we de wedstrijden na en de wereld lag aan onze kicksen. Hongerig vroeg in de ochtend naar de radio luisteren over de jongens. En ja, ze hadden het weer geflikt. En nu? Moet een Hans van Breukelen onze aanstaande bondscoach gaan benaderen? Een beetje vent zegt dan geheid nee en dus zal Oranje zich moeten gaan bezinnen; of ze voor volk en vaderland willen gaan spelen, of voor kleinzielige egotrippers vriendschappelijk in de marge hun wedstrijdjes verplicht moeten blijven invullen. Want hoe nog dit tij te keren? Waar onze veldspelers in weelde achter die bal aan moeten gaan rennen.
Ook in het echte Oranje spelen ‘kwesties’ en dan heb ik het niet over de sponsoring. Als BFF van het Argentijnse presidentiele stel profileert men zich zonder schaamte in gelijke weelde. Okay, ook in de pampa is door het parallel uitgevoerd neoliberalisme de armoede gestaag gegroeid. De koningin spreekt dezelfde taal dus wat dat aangaat weer wel begrijpelijk. Maar de gewetensvraag dringt zich op; welk paspoort ze het meest dierbaar houdt? Met de beste maatjes zijn, beantwoord ze die vraag zelf. Tenminste met dat geen verkeerd woord over het macabere feit, van de eerste politieke gevangene sinds de junta. Macaber omdat het verleden door Macri is gereduceerd tot een vervelende ‘kwestie’, waar hij de cijfers niet zo van belang meer vindt. Door zich zo trendmatig louter te richten op de toekomst, kleineert hij de dolle moeders in zekere mate. Maar ze zijn BFF en dan kom je daar met echt gegronde kritiek niet meer tussen. Dergelijke disbalans in politieke macht ontrolt zich voor onze ogen en dat doet wat.
Wie moet Oranje nou nog vlot trekken wanneer het zelf tot dit roerloze vlot is verworden? Want dat er hier ingegrepen moet worden, staat als een paal boven water. Je moet er toch niet aan denken; dat dat vlot ons Fort gaat worden? Het zal een erg grote kunstenaar moeten zijn. Een baltovernaar die ons met creatieve hand, desnoods van God, leidt uit de waanzin van het hier en nu. Gericault was zo’n bondcoach met oog voor schilderachtig detail bij uitstek. Zijn sportieve carrière duurde tot zijn drieëndertigste. Slechts drie schilderijen heeft hij ons laten zien. Maar met zijn vlot van Medusa opende hij de ogen van een heel volk. De Medusa was een Frans fregat dat met honderden kolonisten en militairen aan boord op weg was naar de Afrikaanse westkust. Door fouten van de scheepsleiding en gebreken in het schip en de uitrusting verging het. Een aantal opvarenden wist nog een vlot samen te stellen en dreef daarop dagenlang rond. Slechts een aantal mensen werd uiteindelijk gered en deed verslag van de ramp. Gericault verbeeldde de toestand op het vlot in een enorm schilderij van ca. 2×5 meter. Hij interviewde de overlevenden, bouwde het vlot na en bestudeerde de lichamen van lijken en zelfs afgehakte ledematen. Het schilderij werd in 1819 op de Salon vertoond, nadat de titel was gewijzigd in het vlot. Omdat het schilderij als een maatschappijkritisch stuk werd begrepen (men gaf de regering de schuld voor het vergaan van het schip).
Wie moet onze Gericault worden? Het maakt mij echt niet meer uit of ie uit het buitenland moet komen. We hebben er maar eentje nodig.