Zijn naam is Willie.
Zijn naam is Willie en Willie is kind van mobiele rekening, kortom een kind van onze huidige tijd. In de nadagen van zijn puberale leven stapt Willie, zijn mobieltje afgeschermd doch in het openbaar bedienend, het gemeentehuis binnen en staat redelijk lang vaag te kijken voor de digitale info-zuil in het midden van de ontvangsthal. Na meerdere mislukte swipe-pogingen op het info-schermpje, drukt hij uiteindelijk, boos en onbegrepen, hard op het touchscreen. Zijn volgnummertje in de kontzak duwend, neemt hij hevig ongeïnteresseerd kauwgommend plaats in de wachtruimte. Eindelijk ziet hij zijn nummertje in het rode display en hij loopt naar de desbetreffende balie.
“Goedemorgen, wat kan ik voor U betekenen”, vraagt de ambtenaar verschrikkelijk relaxed vanachter zijn loket.
“Ja eh, ik wil m’n naam veranderen. Ken jij daar voor zorgen? En kan het een beetje snel want ik wacht al zeker een kwartier.”
“Een naamsverandering zegt U?”
“Ben je doof of zo, ik wil een kekke achternaam gewoon, da’s toch niet zo moeilijk?”
“Nee, natuurlijk niet, we leven per slot van rekening niet meer onder Napoleon”, grapte de ambtenaar terwijl ie het betreffende formulier erbij pakt.
“Wie?”
“Eh… juist, dan heb ik het volgende van U nodig…”
Nadat de paperassen voltooid waren restte de naam zelf.
“Hoe heet U nu meneer?”
“Wortel.”
“Juist, en hoe wilt U verder door het leven gaan?”
“D, Willie D. dus.”
“Oeps, dan hebben we een probleempje meneer. Ziet U, het is niet mogelijk om een enkele letter te gebruiken voor de tenaamstelling. Maar wat we wel kunnen doen is een naam voor U invoeren en dan staat het U uiteraard vrij deze in de praktijk zelf in te korten.”
“…. Oh… okay.”
“Wat veel mensen doen is een persoonlijke eigenschap vereeuwigen dus mag ik voorstellen ‘Duikelaar’?”
“… Is goed joh, Willie Duikelaar a.k.a. as Willie Die, ja prima, doe maar.”
En zo stapte Willie Duikelaar even later naar buiten het zonnetje in.
Het was net één uur geweest en hij moest zich haasten dus kuierde hij druk whatsappend richting de bushalte. Om half twee had hij het zoveelste interview want het was geen pretje werkeloos te zijn en hij keek uit naar het upgraden van zijn abonnement. Maar dan moest die sollicitatie eens een keer wel goed gaan en tien minuten te laat stapte hij op zijn gemakje het grote kantoorgebouw binnen waar hij zich meldde bij de portier met de woorden; “hoi, heb afspraak.”
“Zo, en wat heeft U doen besluiten te solliciteren naar deze functie, meneer Duikelaar?”
“D!”
“Pardon?”
Mijn naam is D. as in Willie Die!”
“Neemt U mij niet kwalijk, meneer D.?”
“Nou het betaalt lekker zag ik en ik heb dat nodig zie je.”
De chef personeelszaken nam Willie even in zich op. Willie zat met een schuin oog naar zijn schermpje te turen, onderwijl ietwat onrustig om zich heen kijkend hoewel ie wel op zijn gemak leek. Hij zat in ieder geval op zijn onderrug en had zijn schoenen nog net niet op het bureau laten rusten. Een vreemde snuiter was de conclusie.
“Het spijt mij U te moeten berichten dat de functie reeds ingevuld is dus als U nog een kopje koffie voor de rit naar huis wil?”
“Jeetje, weer niet zeg, ja boeien man”, en sneller dan dat ie was binnengekomen liep hij weer naar buiten. Willie werd boos van binnen. Waarom ie niet het respect kreeg, waarvan ie overtuigd was dat hij daar op z’n minst recht op had, frustreerde hem mateloos. Hij liep langs de telefoonshop en stapte kordaat naar binnen waar hij het nieuwste mobieltje met duurste abonnement aanschafte. Op afbetaling in termijnen want Willie had geen geld in schril contrast tot zijn mobiele ambitie die tevens onuitputtelijk was.
In de bus naar huis reed hij zwart naar huis zijn nieuwste speeltje configurerend hoewel hij zelf slechts over ‘iets instellen’ kon denken. Maar dankzij het plug&play-principe, of is het ondanks, stond Willie nu wel in verbinding met de rest van de wereld en dat deed hem voor het moment meer dan goed. In zijn zwaar gesubsidieerde flatwoning plofte hij neer op de trendy bank van Ikea en klikte het mega flatscreen met Playstation4 aan. “Call of Duty”, was zijn hele leven maar op één of andere manier kon hij dit niet letterlijk naar zijn eigen leven vertalen en dus was het slechts een kwestie van tijd eer de aanmaningen op de mat vielen die hem nog bozer maakte dan ie al standaard was.
Het was half één in de voormiddag toen de bel ging.
Willie staat boos op en maakt nog bozer de deur open, “ja, wat moet je nou?”
“Deurwaarder meneer, van Nemen&Nemen; U heeft niet gereageerd op onze aanmaningen en nu hebben we beslag moeten leggen. Naast hem stond een agent de boodschap nog harder te maken.
“Beslag?… Wa’s dah?”
“Dit betekent dat wij nu alle Uw spullen in beslag nemen meneer, mogen we verder komen?”
“Neee! Rot op, ik leg net lekker te slapen, ga weg!”, en hij wilde de deur hard dichtslaan. Maar de agent plaatste zijn wapenstok tussen en niet achter de deur die daardoor niet in het slot kon vallen. Willie werd in bedwang gehouden terwijl meerdere ingehuurde verhuizers zijn flatje leeghaalden. Sneller dan dat ie kon beseffen staarde hij naar de lege muur en dito kasten. Willie was niet boos meer, Willie was laaiend!