Moord in Serooskerke III, Hoofdstuk XI: Reünie van speurneuzen

Moord in Serooskerke III, Hoofdstuk XI: Reünie van speurneuzen

Terwijl commissaris Suykerbuyk zijn dossier kon sluiten, lieten de mannen in de camper zwijgzaam de weilanden aan zich voorbij trekken. Tot aan de rotonde bij Oudelande spraken ze geen woord. Pas toen ze over de met oude bomen begrensde dijk reden, zei Hollestelle; “hoe hebben we dit kunnen missen?”
“Omdat julllie maar eigenwijs blijven weigeren om aan verbeterformulieren te doen”, probeerde de Raaf. En hij gaf richting aan voor het talud. Maar niemand lachte en zelf kon de Raaf het eigenlijk ook niet waarderen. Voor het buro haalde hij ratelend de handrem van the Raven aan en keek de mannen aan.
“Herinneren jullie die zaak in de Verenigde Staten nog?”
En of ze die zich nog konden herinneren!
“Wat was dat een enge zaak”, zei Rinus. En hij voelde weer kippenvel opkomen.
“Klopt Rinus. En herinneren jullie je nog hoe we jou letterlijk weer levend uit de klei hebben getrokken?
“Daar weet Rinus zelf niet zo veel meer van”, zei Hollestelle. “Maar bij mij staat het nog helder op het netvlies. Komt er nog een punt aan deze vragen de Raaf?”
“Camiel”, keek de Raaf de commissaris ernstig aan. “Weet je? Ik heb geen idee! Echt geen flauw benul”, en teleurgesteld draaide hij de hodometer op het dashboard weer terug naar nul.

“Dit leidt nergens toe”, zei Rinus en stapte uit. Ook Hollestelle wilde uitstappen maar stopte halverwege.
“Wacht even Rinus. Wat de Raaf zei, deed me wel realiseren; dat onze meest spectaculaire zaken allemaal wel een gemeenschappelijke deler kennen. Of twee eigenlijk.”
“Hoe bedoelt U Chef?”
“Ik denk dat niemand van ons kan ontkennen, dat we van alle moordzaken wereldwijd wij wel met de meest absurde te maken hebben gehad.”
Dat was een waarheid als een koe. Hun zaken liepen van rijstelijke overschotten aan de Riviera, waar de French Connection maar een verhaaltje voor het slapen gaan van kleine kinderen bij was. Tot en met hun laatste dossier en zelfs die bleek nu geeneens echt afgesloten.
Ondanks inmiddels wereldfaam waren ze altijd zichzelf gebleven en helemaal nu realiseerden ze zich pas waarom.
“En hoe bang zijn we niet geweest? Maar overal en altijd heeft onze kameraadschap ons er doorheen gesleurd.”
“Is dat je tweede gemeenschappelijke deler Camiel?”
“Nee, dat is, en vertel dit nooit tegen meneer Pastoor; dat we meer dan een mensenleven te verduren hebben gehad met mysterieuze krachten. En iedere keer hebben we deze doorstaan. Keer op keer zijn we er als winnaar uitgekomen. Tenminste zo kijk ik er tegenaan.”
“Ja? Wat is je punt? En ga me nou niet vertellen, dat jij ook geen flauw benul hebt Camiel. Maak me niet gek!”
“Rinus, koffie voor drie. Kom de Raaf. De Raven kan je dalijk ook nog stallen. Ik denk dat we een belletje of twee moeten gaan doen.”
“Een belletje?”

Tokkend zong Molly haar favoriete tune ‘The chicken song’. Terwijl ze meer dan vrolijk achter het fornuis wat eitjes stond te bakken, leek het alsof met het doorprikken van de dooiers al haar zorgen in rook opgingen.
Molly houdt namelijk van haar eitjes well done.
Lonnie werd wakker met een branderig gevoel in zijn kruis en dacht dat ie in de fik stond. Als een malloot viel hij van de bank en hees zich zo snel als ie kon aan de salontafel op. Het kwam echter niet vanuit z’n kruis maar vanuit het kleine open keukentje, waar zijn Molly in de dikke rook vrolijk stond te housen. Onmiddellijk was hij over de schrik heen en zijn hart sprong open, toen hij zijn grote liefde zag; die daar hun ontbijt in dikke rook stond klaar te maken. Beiden werden bruut onderbroken door de rookmelder. Molly gilde boven het schrille gepiep uit; “Lon, doe jij wat aan die rookmelder?”
Met een bezem, die naast de openslaande deuren naar het kleine tuintje stond, mepte hij de spelbreker van het plafond. En met een tweede welgeraakte mep helemaal de bosjes aan het einde van het tuintje in.
Nadat The chicken song klaar was, liet Molly de meer dan well done gebakken eitjes in een schaal glijden. Ze zette deze op tafel en zei; “het ontbijt is klaar schat.”
Ze schoven aan en genoten van hun eitjes.
“Ik ben toch zo gelukkig Lon.”
Lonnie slikte een volle mond vol snel zonder te kauwen weg en zei; “zodra de tattooshops weer open zijn, laten we ze weg laseren hoor”, en wees naar al die afgrijselijke tattoes die Molly mismaakten. “In ieder geval die op je kop.”
“Oh Lon, heb je dat voor mij over?”, en ze liet zich welgevallig meesleuren in dat alles overheersende gevoel van liefde die blind maakt.
“Als ik dalijk even bij de kippen heb gezeten, gaan we samen strandwandeling doen okay?”
“Ja, dat is lang geleden. Gezellig.”

Na de koffie stond het Hollestelle helder voor de ogen. Hij greep naar de telefoon en belde een wel heel lang nummer.
“Belt ie nou internationaal?”
Rinus knikte en zat ondertussen de cijfers in zich op te nemen. “De Raaf? Hij belt …”
“Jack? Hallo, Hollestelle hier.”
“Commissaris! Wat leuk weer van U te horen!”
“Insgelijks Jack. Wacht, ik zet je even op speaker.”
Na een enthousiaste begroeting van iedereen kwam Hollestelle tot de werkelijke reden van het belletje.
“Jack, natuurlijk bel ik om te weten hoe het met je gaat. Nu we dat van elkaar weten, kom ik op het volgende. Ik stapte net uit de Camper van de Raaf en toen openden mijn ogen zich pas. As we speak zitten wij hier te werken aan een zaak. Een zaak die ons allen aangaat. Tenminste dat beangstigende vermoeden heb ik. Vraag me niet precies waarom. Maar neem het van me aan.”
“Als U het zegt, neem ik dat blindelings aan. Waar gaat het over?”
“Ik kan het heel lang omwinden, want ik weet dat je gelukkig getrouwd bent. Dus zeg ik het maar zoals het is. Je moet komen. Ik denk dat Molly en Lonnie nog leven en … even wat koffie Jack … ben ik weer… Het is mijn vaste overtuiging, dat je moet komen. En ja, ik vrees dat we weer die donkere krachten tussen hemel en aarde moeten trotseren. En ja, ik weet bij God niet of we het zullen overleven. Ik denk dat Molly of Lonnie dan wel allebei op de ultieme wraak uit zijn. En ze hebben ook jou pad gekruist, vandaar … dus.”
Niet alleen de speaker bleef nu stil.
Ook Rinus en de Raaf zaten de commissaris in ongeloof aan te kijken. Ze wisten dat het erg was, maar zo erg?
“Okay”, sprak Jack, na een lange stilte. “U zegt dit niet voor niets. Ik zit op het volgende vliegtuig. Maar als het echt zo erg is, dan moeten we Billy ook overtuigen. En daar zie ik nog wel een probleem. Maar ik ben er morgen, beloofd.”
“Fijn, dank je Jack. Tot morgen.”
“Ik denk dat Jack gelijk heeft. En als U voelt wat wij nog niet voelen, dan hebben we hem zeker nodig. Niemand is zo goed met letters ontcijferen als Billy. Alleen die zie ik niet zo snel meer komen.”
“Billy is nog ons minste probleem mannen.”
“Heu?’
“Ja. Want hoe halen we Kievit er nou nog bij?”
“Die doet echt nooit meer open”, zei de Raaf. “Hij heeft na die drone de inspectie op z’n nek gekregen. Paar dagen geleden kwam ie nog gehakt halen. Hij zei geen boe of bah. Hij liet alleen maar een briefje zien waarop stond; ‘het mag een onsje meer zijn slager’. En hij is nota bene m’n buurman!”
Hollestelle zuchtte en pakte weer de telefoon.
“Landcode Engeland Rinus”, zei de Raaf tevreden.

Ze liepen hand in hand achter de dam met uitzicht op de Deltawerken in de verte. Achter hen rezen de machtige duinen, waar nu nog kogelhulzen uit de oorlog gevonden kunnen worden.
“Het is een gevecht Lon. En dat gevecht ben ik meer dan beu!”
“Ik hoor je Molly. Het lijkt wel of de wereld ons niet met rust wil laten.”
“Precies Lon. Dat moet nu maar eens voor goed afgelopen zijn. En met onze kleurrijke moorden moeten ze wel iedereen bij mekaar roepen. Want zonder uitzonderlijke inspanningen en talenten kunnen ze ons nooit opsporen.”
“Ik voel me inderdaad heel veilig nu. Maar je gaat me nou toch niet vertellen, dat je wilt dat ze ons gaan pakken?!”
“Lon, geef me een kus!”
En terwijl ze daar met hun voeten in de getemde branding stonden, kreeg Lon een hele rare gedachte.
“Hé Mol, waarom denk ik nou aan garnaalvissers?”
“Omdat die hier vroeger de zee in gingen Lon.”
“Echt Mol?”
“Dat en nadat mijn kop weer gelaserd is, gaan we die van jou ook weer doen hoor”, en ze greep hem ordinair in het kruis.
“Het doet nog wel pijn hoor. Maar we dwalen af Mol, wil je gepakt worden? We hebben het nou toch goed zo?”
“Ja en nee Lon. Ja we hebben het goed, maar voor hoe lang? Ik wil die lui allemaal tegelijk te pakken nemen Lon! Het was jouw liefde, die me heeft doen overleven. Maar zonder wraak zou ik het niet gered hebben. Kijk wat ze ons hebben aangedaan Lon? Ik heb mijn hele verleden achter moeten laten, om met de jouwe verder te kunnen. Dus ik vind dat ik recht heb op wraak.”
“Da’s ook weer waar. Dus we zijn het aas? Maar als ze die hengel gaan ophalen, wat ga je dan doen?”
“Dit Lon”.  En het gebaar dat ze toen maakte, deed zelfs Lonnie verstijven.
“Sjesus Mol, dat zou inderdaad de ultieme wraak zijn zeg. Allejesus meid, okay. Ik ben om!”
En de zon lieten ze tongend ondergaan.

Hollestelle had gelijk. Want de volgende dag had de Raaf Jack van Schiphol gehaald. En Rinus had op z’n fiets Billy van de Ferry opgepikt. Ondanks dat de aanleiding beangstigend was, praatten ze even later honderduit op het bureau. Voor wie niet beter wist, zou het er zo maar uit hebben gezien; als een spontane jaarclub reünie. Zo eentje die heel wat nieuwe herinneringen zou gaan maken tot diep in de nacht.
“Dank, heel veel dank mannen en welkom Jack. Welkom Billy. Ik besef me terdege, dat ik een moreel beroep op jullie geweten heb gedaan met mijn belletjes. Omdat ik wist, dat jullie dat niet zouden kunnen weigeren. Dat ik het zo gespeeld heb, is omdat ik jullie hier met me meedraag”, en voor het eerst in zijn leven zag Rinus zijn Chef het gebaar met zijn hand op zijn hart maken.
Dat ontging niemand echter. Iedereen aan het buro en op het buro voelde zich doordrongen van de ernst van de situatie, die Hollestelle voor ogen had.
Rinus, de Raaf en Hollestelle brachten Jack en Billy uitgebreid op de hoogte van de kleurrijke moorden en wat ze tot nu toe wisten.
“Die droon wil ik zien”, zei Jack.
Maar het was Billy, die zei; “je noemde Molly en Lonnie. En ja, ik denk dat ze ook iets verschrikkelijks van plan zijn. Je weet, ik ben een man van letters. En de M komt na de L. Dus als de M de laatste letter hier is, denk ik; schakel die uit en de rest van het alfabet kan niet meer volgen.”
“Dus wat je zegt Billy”, sprak jack, “is dat we ons moeten focussen op Molly?”
“Precies.”
Ondertussen dook Rinus de data op de schijf in en zat verwoed te klikken.
Hollestelle zei; “dus jij denkt, dat als we Molly pakken, Lonnie ongevaarlijk is geworden?”
“Het acute gevaar zal in ieder geval voorbij zijn. En dat er een acuut gevaar is, voel jij. Dus voelen wij dat ook.”
Hollestelle werd overvallen door een moment van twijfel. Want wat als ie het mis zou hebben? Hij kon dan wel instinctief aanvoelen, dat er iets vreselijks te staan stond. Maar dat voelde hij zelf heel diep van binnen. Echt hard bewijs had ie niet. Het was Rinus, die een ieder met de mond vol tanden staan liet.
“Hier! Hier heb ik het Chef! Ja mannen. Ik denk dat Chef gelijk heeft. Iets was er in het archief. Ik kon toch maar niet achterhalen wat het was. Maar hier heb ik het. Het is een onderschept bericht. In de tijd dat Chef en ik nog helemaal vol in het antecedentenonderzoek zaten. Het stond mij nog bij; dat we destijds in ongeloof tegen elkaar zeiden, dat je zoiets toch nooit doet. Maar hier in het archief, dat tot ver het prille begin loopt, heb ik het gevonden!”
Trots draaide Rinus zijn scherm om en de mannen schrokken zich te pletter.
“Neeeeh!”, slaakte de Raaf een ijselijke angstkreet.
Jack viel hard van zijn stoel. En Billy begon meteen heel nerveus zijn brillenglazen te poetsen. Onderwijl herhaalde hij maar in een soort van chant; “oh Lord don’t let this be true. Oh my Lord, please do not let this be true!”
Hollestelle was zowat nog meer van zijn stuk en sloeg met vlakke hand op het buro en gilde buiten zinnen; “verdulleme!”
Jack raapte zichzelf op en ze staarden allen naar het scherm.
Het was een transcript, die Rinus en Hollestelle lang geleden opgeduikeld hadden uit de vele data, die ze destijds verzameld hadden. Het was een bericht, dat ze beiden wel degelijk gelezen hadden. Maar Hollestelle alsook Rinus, hadden toen besloten dat dit een ziekelijke fantasie moest zijn. Geen enkel mens zou dit een ander mens aan kunnen doen. Maar nu, mede ingegeven door het instinct van de Hoofdcommissaris, konden ze er niet langer omheen lezen. Het was een gedetailleerde verslaggeving van toen Molly nog on speaking terms was met haar eigen bloed. En de mannen lazen dit deel uit een officieel opgesteld arbeidsongeschiktheidsrapport over twee dienders. Die zaten, zo las de verklaring van de desbetreffende psycholoog, in hun patrouillewagen te wachten. In die tijd hadden ze namelijk nog niet zoveel te doen. Dus werd iedere observatie, hoe onnodig deze ook leek, nauwkeurig vastgelegd in een notitieblokje.

Tijd: 23 Hr. en nog wat minuten.
Alles rustig.
Locatie: voor het Centraal Station
Tijd: even later
Locatie: voor het Centraal Station
Op het parkeerterrein lopen drie personen naar hun auto. Hoewel ze uit het restaurant tegenover komen, spreekt hun lichaamstaal geenszins verzadiging uit. Eerder een soort van vervreemding?

Dit was uiteraard geenszins schokkend. Ware het niet dat één der dienders ze herkende als zijnde een zeer hechte familie.

“Nadat Kees ze had geïdentificeerd, werd onze aandacht meer getrokken. Net toen ze wilden instappen, maakte de oudste van de drie een bijzonder obsceen gebaar, dat zijn menselijk weerga niet kent.
Ze trok namelijk geen gewone, maar een hele lange neus naar de andere twee … einde bericht.”


Het stond er zwart op wit, de kille waarheid, alsook de instinctief aangevoelde toekomst door Hollestelle.
De mannen waren danig van slag en wellicht dat de lezer de importantie van dit gebaar ontgaat. Maar de meesten van ons hebben dan ook geen speurneus. Want De Raaf, Rinus en Hollestelle zowel Jack als Billy keken in puur ongeloof en nog puurder afgrijzen naar het scherm.
Het was Rinus die zei; “dit mogen we dus nooit aan Kievit laten weten. Dan doet ie zijn rolluik nooit meer open.”

 

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.