Waargezegde Moord in ’s Gravepolder Hoofdstuk XIII: Het dertiende hoofdstuk

Waargezegde Moord in ’s Gravepolder Hoofdstuk XIII: Het dertiende hoofdstuk

Hoofdstuk XIII     Het dertiende hoofdstuk

 

 

Toen de commissaris met Bill het bureau instapte, zagen ze dat ze de eerste waren. Ze besloten om onder het genot van een bekertje koffie op de anderen te wachten. Net toen Hollestelle weer was gaan zitten, hoorden ze een onregelmatig getik buiten.
“Wat is dat voor een geluid?”
“Dat ben ik!”, bulderde het vanuit het kleine gangetje en daar kwam de Raaf binnen op krukken.
“De Raaf!”
“Jemig de Raaf! En je zou pas vanmiddag vrijgelaten worden?”
“Weet ik. Maar de dokter vond het ook onzin, om tot na de lunch te wachten. Hij zei dat mijn lichaam toch vanaf nu zelf moet gaan herstellen en dat gaat steeds beter merk ik.”
“Wat geweldig de Raaf. Koffie?”
“Ik dacht dat je het nooit zou vragen Kamiel”, grijnsde de Raaf. Hij ging voorzichtig zitten en zette zijn krukken tegen de muur achter hem. Hij keek naar de lijst en vroeg hoever ze waren. Nadat de Raaf was ge-update, zei hij dat die lijst niet meer klopte.
“Met je eens de Raaf. Maar we zouden wachten op Rinus en Jack. Bovendien is het goed voor Jack. Hij is per slot van rekening toch ook hier op cursus.”
“Wat een lekker bakkie is dit toch zeg!”, genoot de Raaf zichtbaar sippend van zijn koffie.

Terwijl Rinus ter hoogte van ’s Heer Arendskerke fietste, vroeg Jack hem; om even heel hard te gaan. Dat hoefde hij geen tweede keer te vragen en ze vlogen vooruit. Jack schrok zich een hoedje en lachte tegelijk. Hij kon alleen nog maar uitbrengen: “niet normaal meer!”
Ze gingen zo snel; dat ze onmogelijk konden zien; hoe de mensen uit ’s Heer Arendskerke in groepjes op straat zaten te knikkeren en dat de meeste al een beetje gek liepen.
In no time kneep Rinus zijn remmen in. De keramische schijfjes drukten zich zo stevig tegen de velgen aan, dat ze slippend onder de carport van het bureau tot stilstand kwamen. Bij binnenkomst werden ze verblijd door de brede grijns van de Raaf, die zei; dat ie deze keer even niet voor ze wilde opstaan.
“Daar hebben wij alle begrip voor, niet Jack?”
“Zeker de Raaf. Wat goed je hier te zien kerel!”
“Okay, genoeg plesanterietjes nu”, zei Hollestelle en wees naar het bord. “Rinus, ik denk dat je de wisser even moet pakken.”
Mogen we eerst een koffietje pakken Chef?”
“Uiteraard, maar dan wel meteen daarna die wisser.”
Jack nam ook plaats aan het bureau en pakte zijn aantekeningen erbij, toen Rinus na een slokje de wisser uit de goot pakte.
“Dit is de lijst, die wij in den beginne hebben opgesteld”, zei Rinus, blazend over zijn koffie. Hij nam nog een teugje en zei: “inmiddels is deze niet actueel meer. Dus is het tijd om de lijst bij te werken. Iemand een idee?”
“Begin maar met punt 1 te wissen Rinus”, zei de Raaf. “Dat voegt nou niks meer aan deze zaak toe.”
“Zaken”, corrigeerde Bill hem. “Punt 7 staat volgens mij officieel nog steeds los van de rest.”
De commissaris viel hem bij en zei: “we zijn het beste in oplossen van moorden. Dus zet 7 wat mij betreft maar op 1.”
“Die vermissing van Peerke?”, vroeg de Raaf. “Staat die ook los? Of hoort die bij de duistere zaak?”
“En die fiets”, zei Jack, “die fiets is nu gerepareerd. En hoe trouwens. Alle mensen wat gaat die fiets snel!”
“Hoe ging het trouwens met meneer de Dominee?”, vroeg de commissaris weer en het begon Rinus te tollen.
Normaal zat hij alleen met zijn Chef de lijst bij te werken, in alle rust. Maar nu met zoveel input had hij opeens niks meer aan zijn lijst. Wat eerst nog zo duidelijk was op het schoolbord, duizelde nu voor zijn ogen en hij had de grootst mogelijke moeite zich te concentreren. Maar niet alleen dat, ergens diep in zijn hoofd zat een ideetje; dat maar niet naar voren wilde komen. Verdoofd van het nadenken, wiste hij alle punten met een paar stevige wisbewegingen over het bord.
“Wat doe je nou Rinus? Nu hebben we helemaal niks meer!”
Rinus zei niks en duwde in gedachten het eerdere lijstje naar achter en streepte alle punten door. Alsof er niet genoeg plek meer voor was, kwam dat ideetje nu vanzelf naar voren.
“Dat is het!”, zei Rinus en begon het bord met het krijtje te bewerken.

1. de Raaf was bijna dood!
2. Dalisha is duivelsgebroed
3. meneer de Dominee uit Yerseke

4. de Raaf moest vluchten
5. waar is mijn fiets? (ik bedoel mijn dienstfiets)
6. Peerke vermist
7. Johanna de Visser dood gevonden in de Zak (lijk was helemaal nog niet oud)
8. de moordenaar is een masseur

Daarna deed Rinus het krijtje weer keurig in het doosje in de goot naast de wisser en nam even afstand. Toen hij ging zitten, zaten de mannen  met open mond naar het schoolbord te staren, naar wat Rinus erop had geproduceerd.

moord van J. de Visser   ◄ ? ►  Vermissing Peerke
———-▼                                                       ▼———-

         masseur                                Meneer de Dominee
———-▼                          ◄ ? ►                ▼———-

———-?                            ◄ ? ►   mw. D. v. Warengem

▼▼▼▼▼▼▼▼▼▼▼▼ ▼▼▼▼▼▼▼▼▼▼▼▼    

ZEER DUISTERE ZAKEN !!!!!!!!!!

“Dit is helegaar geen lijstje. En toch zie ik in een oogopslag wat er speelt.”, zei de commissaris zeer onder de indruk.
“Als het geen lijstje is, wat is het dan?”, vroeg de Raaf verbaasd. Maar ook hij vond het erg duidelijk.
Billy zei; dat Rinus heel goed had gezien, dat ‘alles’ met elkaar is verbonden. Doch het was Jack, die zei; “het is een flowchart! Rinus heeft een flowchart getekend!”
“Een flo-wat?”
“Een flowchart”, zei Jack weer. “Dit wordt door professionals gebruikt om ingewikkelde processen te kunnen visualiseren. Op de opleiding en nog steeds in de praktijk bij ons trouwens, gebruiken wij punaises op een prikbord met touwtjes. Die raken altijd in de knoop na verloop van tijd, waardoor te veel sporen onnodig bijster raken. Nog nooit heb ik een echte moordzaak met krijt op een schoolbord gezien!”, zei Jack laaiend enthousiast geworden en hij begon driftig aantekeningen te maken.


Waar ga je naar toe Lon?”, vroeg Molly vanuit de ren.
Lonnie sprong op zijn fiets en zei: “workshop. Ik heb vandaag een workshop.”
“Oh, dat klinkt ingewikkeld.”
“Dat is het ook Molly. Laters!”
“Tot strakkies Lon. Ja schattepetatteke, je bent mijn schattepetatteke hoor”, aaide ze een kip over haar snavel.
Nu Molly weer de oude was, werd het voor Lonnie tijd om dat ook weer te gaan worden. De fotografie had ie op een laag pitje gezet, die had geen uitdagingen meer voor hem. Maar toen tijdens één van zijn lange telefoongesprekken met Dalisha, zij het idee van workshops liet vallen; wist hij het eigenlijk al meteen. En vandaag zouden ze hun eerste workshop samen gaan doen. Zij ging de cursisten leren hoe los te laten en hij zou ze hierin gaan bijstaan. Dalisha had laten weten, erg onder de indruk te zijn; hoe hij Molly had meegeholpen haar eigen ik weer te vinden. Ze zou zijn participatie in deze zeer weten te waarderen met 10% van de omzet. Meer motivatie had Lonnie niet nodig. Bij het strand legde hij zijn fiets tegen een duin en liep naar boven. Vanaf de top kon hij vijf mensen zien zitten, waar hij zich even later bijvoegde.
“Lonnie, wat goed dat je bent gekomen. Lieve mensen, dit is Lonnie en hij gaat jullie meehelpen met loslaten. Dus laten we beginnen. Luister naar de golven en laat je meevoeren met het getij.  Een cursiste stak zijn vinger op en excuseerde zich; “het spijt mij, maar ik hoor niks. Ik ben nogal doof geworden na dertig jaar stofzuigen. Hebben jullie misschien een andere handige tool om me mee te laten voeren?”
Voordat Dalisha kon reageren, gebaarde Lonnie van ‘I got this’. Hij ging dicht naast de hardhorende cursiste zitten en begon op het ritme van de branding in haar oor te blazen.
“Ja! Nou hoor ik het ook!”
“Sluit jullie ogen en de zee wordt een oceaan waar je je veilig voelt.”

“Hoe ging het met meneer de Dominee?”, vroeg Hollestelle, peinzend kijkende naar de flowchart.
“Dat was heel gek Chef. Het was net alsof hij in een soort trance zat.”
En Rinus en Jack vertelden hoe ze niet wisten door te dringen tot meneer de Dominee.
“Wat zei hij?!”, kneep Billy zijn bekertje nu in de kreukels.
“Bol, hij bleef maar herhalen; dat ie trouw aan de bol zwoer.”
Billy stond op met angstige blik en pakt een krijtje uit het doosje. Met een wijds gebaar trok hij een grote cirkel om de flowchart op het bord, waar mw. D. v. Warengem precies in het midden van was komen te staan. Daarna ging hij weer zitten en zei: “alles zit gevangen in de bol, kan niet anders.”
“Wat bedoel je daar nou weer mee?”, vroeg de Raaf.
Billy vertelde over de stake-out met de commissaris en over het rare lopen, waar Hollstelle ook geen verklaring voor had. De commissaris keek naar Billy en vroeg; “je schrok van dat rare lopen en nou teken je een bol om alles heen. Wat moeten wij hiervan maken Bill?”
Billy keek vragend naar Rinus, die zei: “onmiddellijk Billy. Iemand anders nog een vers bekertje koffie?”
Toen Rinus iedereen voorzien had van een vers bekertje, pakte Billy zijn bril van zijn hoofd en begon deze gedachteloos met de slip van zijn overhemd schoon te wrijven en hij vertelde.

De workshop was een enorm succes. Tenminste Lonnie had de cursisten feilloos weten te raken met zijn gouden handjes. Hij had ze allemaal ter afsluiting een kleine massage gegeven, waardoor bij afrekening de cursisten zo ontspannen bleken; dat er danig fooi werd gegeven. Dalisha gaf hem zijn 10% en informeerde hoe het met Molly ging.
“Sinds ze weer kippen heeft, kan ze weer genieten.”
“Dat is goed. Zeg, kan je woensdag ook?”
“Natuurlijk”; antwoordde hij gretig en ze namen afscheid bij de duinenrij. Hij voelde zich van binnen blij worden, toen hij op zijn fiets stapte. Het leek er toch nou echt op; dat ie zo van z’n hobby zou kunnen gaan leven. Hij kende Dalisha al wat langer. Hij was haar tijdens die vele sollicitatiegesprekken lang geleden tegen het lijf gelopen. Het was beiden toen opgevallen, dat ze steevast werden afgewezen. Dalisha had hem gelukkig weten te overtuigen; dat ze gewoon overgekwalificeerd waren. En dan word je inderdaad maar moeilijk ergens aangenomen. Hij was haar uit het oog verloren, toen hij de opleiding voor fotografie indook.  Pas jaren later was hij haar tijdens een fietstochtje door de polder weer tegengekomen. Toen ze vroeg hoe het nou met hem ging, had ie haar verteld van Molly. Ze had hem beloofd haar te gaan helpen. Want van wat hij vertelde, moest het wel een heel bijzonder mooie vrouw zijn. Ze had woord gehouden, want Molly was genezen. Blij dat iemand eindelijk zijn kwaliteiten echt op waarde wist te schatten, zette hij zijn fiets tegen het schuurtje. Door de tuindeur zag hij Molly heel druk in de keuken staan springen. Hij klopte op het raam en vroeg wat ze aan het doen was.
“Ik probeer al de hele middag een eitje te tikken!”, gilde ze graaiend naar het zoveelste elastieke eitje, dat nu door het zijraam te verbrijzelen naar buiten vloog en over de schutting stuiterde. Bezweet zag hij haar gaan zitten en haar woorden vervulden hem met trots.
“Eens Lonnie, krijg ik zo’n ei te pakken en dan wordt het de beste lommelet effer!”
“Daarom hou ik zo van jou”, en hij nam haar in zijn armen, want als ze iets in haar kop had, hield ze vol. En van het één kwam natuurlijk weer dat ander. Maar nu kierde ook Molly; dat ze verheugd was de Lon Ranger weer te zien. Het leven kreeg voor beiden
eindelijk weer meer kleur.

De knikkerrage kwam aan in de buitenwijken van Middelburg, toen Billy vertelde.
“Ik vrees dat we bij de D zijn aangekomen mannen.”
“De D van Domini?”
“Nee, die ander meer duistere D. Eerst zullen de mensen zo gaan lopen, waarna de wereld in een alles vernietigende staat van chaos komt.”
“Je bedoelt toch niet, de Apocalyps?!”
“Noem het hoe je wilt de Raaf. Maar ik denk dat, dat rare loopje daar op wijst.”
“Nee”, zei de commissaris resoluut, “dit is echt te gek voor woorden Billy. We hebben hier met een moordzaak te maken en met een vermissing. Ga nou geen gekke dingen roepen.”
Billy keek de commissaris ernstig aan en vervolgde; “ik weet dat U bang bent. Geloof me, ik heb zelf zeven kleuren van binnen zitten. Maar je hebt me er zelf bijgehaald. Dus neem wat ik zeg alsjeblieft serieus.”
“Maar! Dat kan helemaal niet! Ik ben nog lang niet hersteld”, sprak de Raaf geschrokken en diep teleurgesteld.
“Als het waar is wat Billy zegt Chef, dan moeten we wat doen. Wat kunnen we eigenlijk daar tegen gaan doen Bill?”
“Ik zou het bij God niet weten.”
“Nou, da’s ook niet hoopvol”, mokte de Raaf nu sikkeneurig.
Jack had zijn blocnote gelaten voor wat het was en dacht aan Marylin, die zwanger was en zei: “ik weiger te geloven dat we niks kunnen doen. We hebben het samen toch al eens eerder gerooid?”, keek hij met al zijn hoop gericht op de commissaris.
Hollestelle hakte een knoop door en zei: “ik weet dat dit hoogst ongebruikelijk is Rinus. Maar fiets naar Yerseke en breng meneer de Dominee binnen voor ondervraging.”
“Op welke grond Chef?”
“Op onze heilige grond potdomme!”, sloeg Hollestelle nu met zijn vlakke hand hard op het burau. “Op de heilige grond van ons Serooskerke, van heel Beveland voor mijn part. Maar breng hem hier! Nu! En Rinus?”, voegde Hollestelle er nog aan toe, toen Rinus al bijna de deur uit was, “je mag desnoods geweld gebruiken.”
Toen Rinus wegvloog, keken de mannen de commissaris vragend aan.
“Ja en? Ik moest toch ‘iets’ doen?!”, reageerde hij met een lichtelijk hulpeloze blik.

Ze waren met een tweede rondje koffie bezig, toen ze het slippen van abrupt tot stilstand komend rubber onder de carport hoorden. Ze zagen door het raam, hoe Rinus een apathisch ogende meneer de Dominee van de bagagedrager af hielp. En toen ze het pad opliepen, zei de Raaf; “inderdaad Bill, hij loopt best wel eigenaardig.”
“Welkom meneer de Dominee”, ontving Hollestelle de geestelijke. Maar Rinus zei; “doe geen moeite Chef. Hij is zo mak als een lammetje, maar echt doordringen lukt gewoonweg niet.”
“Zie je wel!”, gilde Billy, toen meneer de Dominee op een stoel voor het schoolbord werd gezet. “Horen jullie dan niet wat Rinus net zei?! Ik heb gelijk!”
“Waar heb je het over Bill?”
Maar Billy begon zijn bril weer te poetsen en wees alleen maar af en toe waarschuwend naar meneer de Dominee.
“Zeg Billy, die glazen zijn nou wel schoon hoor”, was het de Raaf, die het driftig politoerwerk van Bill beu werd.
“Zeg ons liever eens wat je daarmee bedoelde. Hoezo heb je gelijk? Ik zie alleen maar een dominee die goed de weg kwijt is.”
“Ja! Nu nog wel ja”, zei Billy bijna hysterisch. “Maar snel, al te snel, zal ie de weg vinden en dan is het te laat. Zien jullie het dan niet?! Ooooh, het is waar! Het is gewoon echt waar!”, en Billy begon nu zo hard over zijn bril te wrijven; dat de glazen hol dreigden te gaan worden.
“Billy! Stop daarmee!”, eiste Hollestelle resoluut, doch Billy bleef zich een ongeluk wrijven.
Hollestelle stond op en sloeg Billy in zijn gezicht, die daarvan uit zijn wrijving kwam.
“Leg het ons uit Bill. Wat zie jij wat wij kennelijk missen?”
“Billy keek naar Rinus, die snel een vers bekertje koffie serveerde. Hij nam een paar slokken en wist dankzij de aangepaste maling te bedaren.
“Sorry mannen, dank je Kamiel, maar ik ben zo bang dat Rinus gelijk krijgt. Hij zei toch duidelijk, dat deze dominee zo mak als een lammetje is?”
De mannen knikten heftig, hopende op snel meer duiding van Billy.
“Zo begint het heren. Zo begint het. Als makke lammetjes ogen ze allemaal eerst heel onschuldig, bijna lief. Dat zijn ze natuurlijk ook, maar wel onder zeer verderfelijke invloed. Dus moeten wij iedereen die raar loopt als de vijand beschouwen!”
“Hou op hoor”, smaalde de Raaf nu, “die dominee doet geen vlieg kwaad. Kijk ‘m nou daar eens zielig zitten prevelen.”
“Jullie willen bewijs?”, stond Billy op en liep zelfverzekerd op meneer de Dominee af.
“Kijk”, bukte Billy zich en ging op zijn knieën voor meneer de Dominee zitten.
“Als makke lammetjes worden ze geboren. Maar onder invloed van het duister kunnen lammetjes na verloop van tijd geiten worden. En die hebben dan …”, Billy trok plotseling en hard de rechter schoen van meneer de Dominee uit en ze keken naar dat stuk ongeluk dat onder de rok uitstak. Als één man gilden ze in een mix van ongeloof en afschuw; “BOKKENPOTEN?!”

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.