1 april

1 april

In het kader van broodnodig educatieve vorming, liep de vmbo-klas uit de Schilderswijk ongeïnteresseerd door Madurodam. Deze één april was stralend begonnen en de leraar sprak zonnig enthousiast over zijn Nederland in het klein. Memmed glipte ongemerkt van achter uit de groep en liep verveeld langs Schiphol, waar hij onbewust overtuigd een rotje op gooide. Door achterstallig onderhoud viel deze sissend in een plas water op het kleine dak. Boos wilde hij een tweede rotje gooien, toen hij ‘iets’ zag bewegen in een kleine minaret; even verderop verscholen achter ontluikend loof. Hoewel deze nauwelijks boven die al heel erg lang niet gesnoeide bosjes uitstak.
Maar dat kon toch helemaal niet? Zulke kleine mensen bestonden niet. En toch liep hij strak turend snel nieuwsgierig dichterbij. Hij vermoedde dat er achter die bosjes een gebouwtje moest liggen, waar al heel lang geen enkele tourist meer langs was gelopen. In plaats daarvan wees de nieuwe wandelroute met rode dwangpijl naar een nieuw gebouw, dat volgens de bordjes in Brussel scheen te staan. Maar daar had Memmed niks mee.
Hij baande zich moeizaam een pad door de bosjes. Daar achter zag hij een vaag bekend gebouw staan, bedekt onder een dikke laag groene alg; dat ergens in zijn stad leek te staan. Daar waar ie nooit kwam, maar wel over had horen zeggen. En inderdaad eenmaal dichterbij zag hij dat er wel degelijk iets bewoog. Alleen was het niet in een minaret, maar een oud Hollands Torentje. Hij ging zitten op het met mos bedekte voetpad en zag nu op ooghoogte; hoe een klein deurtje in dat oude ronde Torenkamertje openging.

“Mogguh man”
“Eén heerlijk goedemorgen Sam! Wat met die sippe blik man? Leif is toch geweldig? En zeker op deze dag! Hahaha, ik hou het nou al nie meer man!”
“Hebbie nie gelezen dan? Dat wat die Turk nou weer geflikt heeft?”
“Hohoho Sam. Zo praten we niet in dit huis. Ja, van iedereen zou zeker jij dit toch wel moeten weten. Je ben echt chagrijnig zeg.”
“Dat ken je wel zegge ja. Hij, ‘je collega’ dus, stuurt gewoon honderden vluchtelingen terug!”
“Oh jee, vergeten de mosselman te betalen? Hahaha! Maar even serieus; hoe weet jij dat zo zeker?”
“Staat in alle kranten man. En ook in die virtuele.”
“Hahahahaha! Whoehahaha die Sam toch! Kikker in je bil! Kikker in je bil! Hahahaha.”
“Wat zit je nou stom te lachen Mark? Je denkt toch werkelijk niet, dat dit een 1 april grap is?”
“Ja! Hahaha! Dat denk ik dus wel. Hahaha! Kijk naar de datum man, 1 april! Dat je dat nie in de gaten had, hahaha!”
“En als ik je nou zeg, dat ie dat ook al in maart deed?”
“Hou op, hou op man. Strakkies ga je me ook nog zeggen; dat we in dit land homo’s en christenen apart zetten op basis van religie en geaardheid. Hahaha, kap nou man. Eén april duurt nog wel de hele dag hoor, hahaha!”
“Maar dat is precies wat nou gebeurt!”
De premier moest zo hard lachen, dat er iets in zijn broek schoot en snel excuseerde hij zich om zich naar zijn privaat te haasten. Een beetje bezorgd kwam hij even later, zijn handen droog wrijvende, weer terug en zijn serieuze blik van verstandhouding leek weer overeen te komen met die van Sam.
“Okay Sam. Als dat werkelijk zo is, dan kan ik maar twee dingen doen. Ik kan ervoor kiezen me hier heel erg druk over te gaan maken en moord en brand te schreeuwen. Maar dat doe ik dus nie.”
“Wat ga je dan er aan doen.”
“Ik lach het gewoon weg! Hahahaha, nou? Goeie of nie? Hahaha. 1 april man!”
De presidentiele lachsalvo’s donderden deze ochtend luid door het Torentje, om slechts af en toe haastig afgewisseld te worden door een meer dan overhaastig toiletteren. Het was Sam duidelijk dat er ‘iets’ mis was met zijn vriend en nog voor de lunch besloot hij hulp in te roepen.

20160401_095442
“Mark, gaat alles wel goed met je?”, zei Sam terwijl de premier vette bamislierten kinderlijk naar binnen aan het zuigen was. Ze zaten aan hun favoriete tafeltje bij Bang, want waarom wachten tot het avondeten?
Sam had een abnormaal grote rijsttafel besteld voor vier personen, waarop Marcos weer in een lachstuip was geschoten; de bezorgdheid van zijn vriend volledig missend.
“Hahaha. Nee; dat vinnik zielig hoor. Luister niet naar ‘m Bang. Hij neemt je in de maling hoor. En als ie naar vierkante rijstkorrels vraagt, dan… dan… Hahaha! Vierkant! Hahaha!”
Bang, bekend met het grollende duo, had beleefd met opneembloknootje en scherp potlood in aanslag staan wachten, totdat de premier uitgelachen was. Sam had serieus gereageerd; dat ie toch echt wel voor vier wilde bestellen.
“Ik heb wat mee-eters gevraagd aan te schuiven Mark.”
“Oh, wie dan wel?”
“Weet niet of ze op tijd kunnen komen, dus laten wij alvast maar beginnen.”
Halverwege de sliert, die de premier apetrots naar binnen aan het zuigen was, kwam Jeroentje binnen.
“Zo heren van het goede leven. Hoe gaat het?”
“Boks man”, groette Sam zijn partijgenoot, dat direct door Jeroentje met een zachte linkse werd beantwoord.
“Boks Sam. Boks Mark”
“Jaja, boks man, boks”, zwaaide de premier wat raar tegen de knokkels van Jeroentje. “Maar wat doe jij hier?”
“Sam belde me en vroeg zich af; of alles wel goed met je ging.”
De sliert hing er nog uit, toen hij verbaasd opkeek. “Hoezo? Is er wat mis met me dan?”
“Ik weet niet, maar Sam klonk bezorgd. Zo zeer zelfs, dat ik de begroting voor Veiligheid en Justitie heb afgeraffeld.”
“Afgeraffeld?”
“Nou niet zozeer dat. Ze krijgen er gewoon niks meer bij, da’s al.”
Snel slurpte de premier het laatste stukje luid naar binnen en dacht aan de veranderde wereld en begon weer keihard te lachen.
“Hahaha! Jij ook al! Jaja, goeie man. Hahaha! Oh oh…”, waarna Marcos zich weer bijeen geknepen haastte naar het toilet.
“Zie je wat ik bedoel? Elke keer als ie lacht, gaat ie naar het toilet.”
“Hij lacht alles nu wel heel erg hard weg ja. En inderdaad dat ie dan meteen naar de wc rent, is mij ook nieuw. Hij zal toch niks onder de leden hebben?”
“Dus jij ziet het ook?”
Snel legde Sam uit; hoe kalfjes uit koetjes kwamen; toen de premier weer opgelucht, doch enigszins verontrust, aanschoof.
“Kijk nah, wie we daar hebben”, zei Sam enthousiast wijzend naar de entree; die alleen Franske maken kan.

Franske was gehuld in een indrukwekkende stola van milieubewust gekweekt bont met keurmerk. Maar dat viel in het niet bij wat ie op z’n hoofd had.
“Wat heb jij nou an Frans?”
“Oh dit?”, terwijl hij royaal zijn stola op Bang wierp, als ware het een hermelijnen mantel. Bang verdween hier compleet onder, waardoor het leek alsof die stola zichzelf aan het haakje ophing.
“Nee man? Dat! Op je kop!”
“Oh dat? Vakantiesouvernir uit Turkije. Geweldig land en all inclusive. Spotgoedkoop trouwens ook.”
“Hahaha!”, begon Marcos weer met heel hard te lachen, “je lijk net Tommie Cooper man!”
“Tommie maakte grappen Mark. Ik draag mijn fez uit respect.”
“Reszzpect? Hahahaha!”, schoot Marcos weer in een salvo.
“Ja Mark, respect! Heb jij ander alternatief dan?”
“Gewoon met je blote hoofd op vakantie gaan.”
“Sorrie Mark, maar dat zie je toch echt verkeerd”, verbaasd over het rare gedrag van de premier. “De enige optie is met respect bij mekaar te blijven. Het andere alternatief is namelijk….. oorlog!”
“Oorlog? Met Alva zeker? Hahaha, die kunnen we hebben, hahaha! Wat een dag! Wat een leven, wat een heer-lijk land! Hahaha!”, om zich vervolgens weer haastig te excuseren.
“Zeg? Heeft Mark wat onder de leden?”, vroeg daarop ook Franske bezorgd.
“Jij ziet het ook dus. Ik denk dat we echt professionele hulp moeten inschakelen hoor. Hij doet de hele dag al gek en wuift alles weg met 1 april. Kijk, ik ben niet vies van een grapje op z’n tijd. Maar er valt geen normaal gesprek meer mee te voeren. Iemand een idee?”
“Gedwongen opname?’, stelde Jeroentje voor, om meteen te benadrukken; dat dit wel zo sober mogelijk diende te gebeuren.
“Maar waar dan? Hij is onzijdig, dus apart zetten is onmogelijk. En niemand wil de premier tussen het gewone volk zien toch?”, vroeg Franske zorgelijk. “God verhoede dat als ie dan op ze afstraalt zeg. Dan zouden wij ook ineens moeten gaan werken. Quel horreur! Nee, dat nooit!”, en boos gooide Franske zijn fez in de hoek. Sam had niet overdreven. Dit was crisis. Als de premier zichzelf niet meer was, dan was ook het jachtseizoen achter de duinen op hun geopend. Snel besloten ze tot dronken voeren, om hem dan naar een dokter te brengen. Uit vrije wil ging dat niet lukken, zo wisten ze uit eigen beleid.
En zo sleepten ze even later een lallende premier uit de toko van Bang. En gingen per anoniem regeringsvoertuig linea recta naar het Bronovo.
bronova

Terwijl Sam en Jeroentje de premier in de ontvangsthal overend stonden te houden, stond Franske geconcentreerd naar alle specialisatiebordjes te kijken. De mannen hadden de grootste moeite bovendien; de premier onder die stola van Franske verborgen te houden, want stel je voor dat er maar iets bekend van zou worden. Ze hadden risico genomen om zonder afspraak naar het ziekenhuis te rennen. Maar de presidentiele crisis had hen geen andere optie gegeven.
“Welke dokter mannen?”, riep Franske vertwijfeld naar achter.
“Dokter Bernard, haha..h..a”, lalde Marcos met dubbele tong onder het bont.
“Die staat hier niet tussen.”
“Het probleem zit duidelijk intern Frans, het zit intern!”, riep Jeroentje snel, niet langer daar zo te willen blijven staan dan wenselijk.
“Groene lijn!”, zei Franske en ze begonnen de gekleurde lijn te volgen naar een volle wachtkamer van de internist.
De menigte negerend, liep Franske brutaal naar de balie; waar hij een oud vrouwtje zachtaardig doch niet minder resoluut aan de kant schoof.
“Wij hebben een spoedgeval dat terstond gezien moet worden.”
De baliebep, achter haar kogelvrije venster, overhandigde hem een lijst met uitzonderingen en riep: “volgende!”
Franske liep snel de lijst door en zei vertwijfeld: “hij staat hier niet op!”
“Hoe kan dat nou?”
“Nou, kijk zelf maar. Alleen voetballers en leden van het Koninklijk huis krijgen voorrang. Iedereen anders dan dat moet plaats nemen in de wachtkamer?”
“Onmogelijk, dit pik ik niet!”, zei Sam boos en liet zijn maat los om te gaan bellen. Niet geheel doch zeker deels viel de stola open en zag een kleine Marokkaan, wie er onder die stola schuil ging. Hij nam stiekem een foto en herkende Marcos niet geheel maar toch wel een beetje. Instinctief voelde hij aan, dat de doodzieke man erg belangrijk was. Bij gebrek aan zijn prepaid-wifi, rende hij de wachtkamer uit; om zich naar huis te haasten. Daar zou hij met zijn vaste verbinding achter de identiteit kunnen komen. Hij zou wel andere afspraak maken. Want iets in hem zei, dat deze foto wel eens heel veel geld kon gaan opbrengen. Snel rende de draaideur uit.

“Ah kijk, een plekkie!”, zei Jeroentje en de premier werd op het zojuist vrijgekomen stoeltje gezet. Jeroentje bedekte hem zorgvuldig met de mantel van Frans en zei dat ie weer aan het werk moest. Ook Franske had nog een lange rit naar Brussel in het vooruitzicht.
“Als Europees parlementariër heb ik meldplicht Sam. Ik weet het is crisis, maar zonder me te melden mis ik m’n bonus en wat kan ik hier nog verder doen?”
“Je hebt meer dan genoeg gedaan Frans, bedankt. Ik praat je later wel bij okay?”
“Akkoord, succes!”
“Ja Edith? Met mij, Sam. Zeg ik sta hier in het Bronovo met Hem en ….”
Niet veel later had Sander, de partner van Edith, ervoor gezorgd; dat de patiënt voor alle wachtenden naar binnen mocht.
De internist keek zorgelijk naar de premier en zei: “wij roepen al jaren dat comazuipen een maatschappelijk probleem is. Dat komt er dus van. Hier heb je een recept tegen de hoofdpijn en…”
“Nee dokter, U ziet het verkeerd”, en Sam legde uit over het hoe en waarom de premier er zo laveloos bij hing. “Dus U begrijpt dat het een kwestie van landsbelang is.”
“Dit zet de zaak in een geheel ander licht. Leg ‘m in het verkoeverkamertje hiernaast. Ik zal ‘m moeten observeren als ie weer bijkomt. Ik bel zodra ik wat meer weet.”
“Dank dokter. Hier is mijn o6.”
bestelb
Een zacht alarmzoemertje ging over in een geblindeerde burgervolkswagen van de regio Haaglanden Volkskwartier. De agent van dienst schrok wakker en zag tot zijn schrik een foto van de premier in kennelijke toestand. Na een blowup schrok hij en ging snel over tot actie. Iedere bus in het veld had in kader der verhoogde alarmfase het directe nummer van de minister van Veiligheid gekregen, om iedere miscommunicatie te vermijden. Vandaag werd hier voor het eerst gebruik van gemaakt. De agent belde naar Ad van der Kleerscheur.
“Met Ad”, klonk een aardappel door de telefoon.
“Met de Vries, regio Haaglanden Volkskwartier. Ik zit hier in observatie excellentie. En nu heeft iemand een zoekopdracht gedaan, door een foto van onze premier te droppen via Google.”
“Ja! En?”, klonk het blaffend en kortaf.
“De premier is in kennelijke staat, dat de Staat schade zou kunnen toebrengen. Bovendien is de foto zeer recent aan de datum van de leesmap te zien, 1 april 2016. Het betreffende IP-adres behoort toe aan ene A. de Slam. Wat wilt U dat ik doe?”
“Je maakt toch geen flauwe grap agent?”
“Nee, nee; ik heb dienst op dit moment.”
“Stuur mij die foto en blijf observeren.”
Ad keek naar een uitzonderlijk bezopen ogende premier en dat er hier iets niet helemaal goed was gegaan, was zelfs Ad duidelijk. Hij printte de foto uit en liep met korte hanenpasjes het plein op, stak over en rende naar boven het Torentje in.
Boven trof hij Sam achter het bureau aan en vroeg waarlijk verbaasd: “wat doe jij in zijn stoel?”
Sam legde bondig uit hoe deze 1 april was verlopen. En dat iemand toch plaatsvervangend het land moest besturen, waarop Ad zei: “dan hebben we er nu nog een probleem bij en dat is geen grap.”
Hij liet Sam de foto zien van de wachtkamer in het Bronovo, waar Marcos zeer gecompromitteerd op leek te staan. Doch minimaal en niet te missen lazerus.
“Verdomme, hoe kom je hier aan?”
“Opgepikt bij een routine veiligheidscheck ter plaatse. Foto is in de zoekmachine gedropt door ene A. de Slam.”
“Een bekende van jullie?”
“Nee. Wel de gebruikelijke antecedenten voor kansloze allochtoon. Enig uitzonderlijke in deze lijkt dat A. staat voor de roepnaam Ab; voor zover we hebben kunnen nagaan.”
“Autochtoon?”
“Nee, dat is het gekke. Ab de Slam lijkt in alles op een allochtoon”, en hij liet een mugshot van Ab zien op zijn mobiel.
“Dat is die knakker die ineens zijn plekkie afstond! Weet je waar ie woont?”
“In het volkskwartier. Waar denk je aan?”
“Onmiddellijk oppakken”, zei Sam, een beetje van zichzelf schrikkend.
“Op basis waarvan?”
“Omdat ik het zeg man! Verzin maar wat. Interesseert me niet hoe. Zolang die foto maar niet verder wordt verspreid. We zijn, zoals Mark al zei, in staat van Oorlog. Doe waar je goed in bent en snel een beetje.”
Ad van de kleerscheur stoof de trap af. En zo snel als zijn hanengedrag hem kon dragen, vloog hij over het Binnenhof naar zijn werkkamer; waar hij onmiddellijk de opdracht tot arrestatie uit liet gaan.

Direct nadat het opsporingsbericht was uitgevaardigd, gingen alle alarmbellen af bij de IND. Rob kwam onmiddellijk in actie en belde 112-toren. Rob was vroeger de baas achter die schermen, waarmee men misdaadlocaties pleegt af te zetten of verkeersongevallen, waardoor hij de man bij uitstek voor deze job was.
Sam nam op met: “ja hallo, wie nou weer?”
“Rob Puntje Puntje”, sprak de IND-baas marktconform. “Het gaat om Ab de Slam. We hebben hem totaal over het hoofd gezien. Sorrie.”
“Hoe bedoel je Rob?”
“Ab is niet wie wij dachten.”
“Ik heb net Ad gesproken en die verbaasde zich ook al over deze vent. Vertel, wat weet je?”
“Ad… sorrie, ik bedoel Ab, heet weliswaar de Salm, maar dan in één keer.”
“Neee! Je bedoelt?”
“Ja. Die bedoel ik.”
“Maar daar zoeken ze nou al maanden naar. Je gaat me toch niet vertellen dat ie al die tijd hier zat?”
“Tja, niemand rook onraad, want op papier ziet ie er helemaal niet zo uit. Zeg nou zelf, Ab de Slam? Dat klinkt toch net zo veilig als Jan Jansen?”
“Verdorie, die lui worden echt steeds  gewiekster. Zand erover, ik heb trouwens al bevel tot arrestatie gegeven.”
“Heeft U er wel bij vermeld, dat dat door het speciaal arrestatieteam moet gebeuren? In combinatie met ogen in de lucht en snipers op de daken?”
“Verdomme!”, en boos gooide Sam de hoorn erop. Zover dat überhaupt nog mobiel kan. Ad werd ingelicht, die zich enorm verbaasde; waarom Rob hem toch niet zelf direct had benaderd met deze cruciale informatie. Ondanks de miscommunicatie was hij nog net op tijd, om ervoor te zorgen; dat de speciale anti-terroristeneenheid in volle bepakking de Vaillantlaan af kon zetten. En die andere info ging helaas verloren in de consternatie.

arrestatieteam
Meerdere snipers lagen geconcentreerd op de daken. En onder vele gerichte laserstralen en het machtig harde geluid van drie grote apache-helicopters belde een gemaskerde agent in kogelvrij vest netjes aan bij 34c. Geduldig belde hij nog een tweede keer aan en riep heel hard:  “Pliesie! Kom naar buiten! Anders komen wij naar binnen!”
Na enkele minuten werd het bevel meer krachtig gegeven: “kom alsjeblieft naar buiten, anders gebeuren er ongelukken.”
Ongeduldig kwam Rob met enkele schermen aan gescheurd en gooide net voor stilstand zijn portier open. “Het is een internationaal gezochte terrorist! Die smeerlap is van die aanslagen!”, gilde hij toen hij zijn auto uit stapte en gehaast schermen begon op te zetten.
“Wel potverdrie! Stormram!”, en hard beukte de ram de rode deur aan splinters en stormden ze allemaal het kleine trapje op, dat naar 34c leidde. In de gang boven stonden ze weer voor een dichte deur en nu, ongeduldig geworden, klopte de eerste agent in de rij op die gang aan met twee ferme kloppen. “Pliesie, doe open!”, waarna iedereen onmiddellijk stijf tegen de muur ging staan, om maar niet voor die deur te hoeven blijven. Het hart klopte in zijn keel, toen hij voorzichtig de klink omlaag duwde en de deur verrassend op een kier duwde. Zijn collega gooide een flashgranaat naar binnen. En na de knal stormden ze het kleine kamertje van 3 bij vier van Ab binnen, die verbaasd net wakker was geworden en verontwaardigd vroeg: “wat?”
“Je staat onder arrest Ab. Of moet ik zeggen Abdeslam?!”
“Ik zweer meneer, die ken ik niet, echt niet.”
Onder dergelijk fundamentalistisch protest werd Ab afgevoerd en Rob belde opgelucht naar Sam: “we hebben ‘m!”
we got him

“Wat denkt U zelf, dat er aan zou kunnen schorten?”, vroeg de internist aan Marcos, die achter een mok koffie en wandelinfuus op de rand van zijn bed zat. Hij was wakker geworden met een knallende koppijn en was daardoor totaal onbehandelbaar. Pas na een volledig stripje met paracetamol te hebben doorgedrukt en een inderhaast aangelegd infuus ten behoeve van intra-veneuze toediening van zwaardere pijnstillers op recept, kwam de communicatie met de geneesheer langzaam op gang.
“Ik voel me nu beroerd. Maar anders alles kits hoor.”
“Bent U niet iets aan het verdringen? Het waren toch Uw ooit gezworen vijanden, die U hier hebben gebracht uit bezorgdheid en dat zegt toch wel iets. Tenminste, ik heb geen van Uw eigen partijgenoten kunnen ontdekken.”
“Het is een stressvolle job. Maar dat doe ik uit liefde.”
“Uit liefde voor wie?”
“Voor mezelf natuurlijk duh, wie anders?”
“Wel, het volk misschien?”
“Hahaha! Zo, ik ga me al een stuk beter voelen zeg. Hahaha…. verdomme!”, en snel verdween de premier met infuus en al in het kleine sanitaire hokje in de hoek van het kamertje.
De internist wachtte geduldig en maakt wat aantekeningen, van wat hij tot nu toe had weten te observeren.
is dit nou onze premier?
-narcistisch door/en/of moedercomplex, schrap of
-heeft sociaal hinderlijke stoelgang
“Pfoeh, dat was net op tijd. Okay, okay. Er is inderdaad iets, dat mij enorm dwars zit. Iets waar ik met niemand over durf te praten.”
“Ik ben arts, Alles wat U aan mij verteld, mag ik aan niemand doorvertellen.”
“Dat meen je nie?”, vroeg Marcos oprecht verbaasd.
“Dat meen ik wel degelijk, alles wordt hier in vertrouwen behandeld.”
“Zelfs na al die bezuinigingen?”
“Tja, zelfs dan ja.”
“In dat geval, er zit me iets dwars. Daar, U weet wel. Daar waar alles weer uitkomt. Oh dokter, ik ga toch nie dood?”, begon Marcos nu te huilen. “Ik voel het al bijna een jaar en het wordt steeds erger. Hoe komt nou toch zoiets? Waarom ik? Waarom nou bij mij?”
“Laten we niet meteen het ergste denken. Reist U veel met het vliegtuig?”
“Zo en of! Voor de handel toch?”
“Dus veel vliegtuigmaaltijden”, en de internist krabbelde –denkt dat ie hoogvlieger is. “Tja, daar raken de darmen altijd na langdurige blootstelling ernstig van streek. Niet ongewoon dat het lichaam dan op de meest ongunstige momenten gaat persen en als er niks vezelrijks in zit… U voelt dus, als ik U goed begrijp, iets in de anus dwars zitten?”
“Ssssst! Ja, maar hoe weet U dat?”
“Van wat U mij zojuist hebt verteld.”
De arts legde in Jip en Janneke taal uit; dat het hebben van aambeien niet iets is om je voor te schamen. Maar het tegenovergestelde werd bereikt.
Zij handen dramatisch in de lucht werpend, stortte de premier zich op met marmoleum en begon weer te jammeren. “Neeeee, oh neeeee. Aambeien zegt U dokter? Oh neeeee! Zeg dat het niet waar is… Oh neeeee, waarom ik?”
Het duurde even, eer Marcos weer wat verdoofd voor zich uit zat te staren op de rand van het bed. Maar eenmaal bijgekomen had hij de diagnose min of meer aanvaard en vroeg op de man af: “zeg me eerlijk, hoe lang heb ik?”
“U begrijpt me, denk ik, ondanks of dankzij mijn transparantie nog niet echt, vrees ik. Aambeien zijn in de regel goedaardig. Lastig misschien maar geen reden tot paniek. Geloof mij, U heeft vrees ik nog heel erg lang te gaan.”
“Meent U dat dokter?”
“Op basis van dit gesprek wel. Maar een visuele inspectie is even nodig om mijn conclusie 100% zeker te maken.”
“Wat? Hoe denkt U dat dan te gaan doen, toch niet met enge instrumenten?”
“Nee hoor, gewoon met het oog.”
“U gaat er een glazen oog in doen? Nee hoor, dat wil ik niet.”
De premier was duidelijk weer helemaal bij zijn negatieven. Werkelijk ieder rationele overweging werd door hem wantrouwend in twijfel getrokken. Maar uiteindelijk wist de arts met behulp van een kinderboekje ‘ken je eigen lichaam’ de premier uit te leggen, dat hij alleen maar ging kijken en niks doen. Als ultieme test zette Marcos zijn wijsvinger voor de neus van de internist en vroeg deze te volgen. Pas toen geloofde hij niet meer in dat glazen oog en spontaan klom hij op het bureau, opdat de arts hem uiteindelijk helemaal gerust zou kunnen stellen.
“Mmm. Tja, dit is hoogst onwaarschijnlijk. In alle literatuur nooit wat over gelezen en jeminee?! Nee, het is toch niet waar?”
“Wat dokter? Wat ziet U? Wat is er met mij aan de hand? … Dus toch hè? Ik wist het wel. Hoe lang dokter, hoe lang?”, jammerde de premier maar door.
De arts concentreerde zich op het achterend van Marcos en pakte een anatomisch pincet, waarmee hij uiterst nauwkeurig knijpend begon te manoeuvreren.”
“Auw!”
“1 april, kikker in je bil!”, lachte de arts trots, terwijl hij het holtedier kwakend in een steriel nierbekkentje liet vallen. “Hahaha gewoon 1 apil man! Hahaha, nooit eerder in mijn carrière zoiets…, hahaha!”
Zuur kijkend trok Marcos zijn broekriem weer aan en beende boos het ziekenhuis uit. Vastbesloten om 1 april per direct af te gaan schaffen.
kikker-in-je-bil

Memmed lag te rollen van de lach om die kikker. En die terrorist, want hij wist dan weer wel; dat die in Brussel was opgepakt en niet hier. Toch had hij nooit geweten hoe hilarisch de Nederlandse politiek eigenlijk was. En hoe je het verzint als volk om zo’n premier te kiezen? Een premier die uit zijn nek lult en uit zijn achterste kwaakt?
Memmed was blij dat zijn ouders uit Turkije kwamen en niet uit Holland. Nee, Memmed was nu trotser op Turkije dan ooit,  bedacht hij zich; toen hij weer achteraan aansloot in de rij.
Bij de bus vroeg de leraar of ze het een leuke dag hadden gevonden. Maar niemand antwoordde. Iedereen zat in de laatste i-phone te scrollen dan wel te swipen. Behalve Memmed. Hij gilde als enige  spontaan, dat ie nog nooit zo’n leuke dag op school had gehad.
Tevreden liet de leraar iedereen instappen. Hij had in ieder geval één verdwaalde ziel wat bij weten te brengen. En dat gevoel maakte zijn hele weekend goed, daar deed ie het voor.

Geef een reactie

Je e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.