Total BlackOut
“Ben heeeelemaal kapot Sam”, geeuwde de Premier met bekende open bek naar zijn partner in misdaad tegen de mensheid.
“Anders ik wel man, wat een nacht.”
“Ik wil jullie danken voor jullie steun heren”, zei ook dodelijk vermoeid Edith Schippert; de eerste minister die schijt aan de zorg heeft omdat het toevallig in haar pakket zit. Haar eigen bijdrage aan dank was desondanks welgemeend, want voor het eerst in haar gelopen baan had ze helemaal niks aan haar looks gehad en dat was onverwacht keihard aangekomen. Als Marcos en Sammie haar niet hadden bijgestaan, dan zou ze vrijwel zeker opgenomen moeten worden in een zorginstelling aan te worden gewezen door een administratief medewerker van de afdeling machtigingsaanvragen. Ze had een pijnlijke kniebuiging moeten maken met de alternatieve polis. Die had ze snel op een kladje erbij gepropt en zo zou de eigen artsenkeuze gewaarborgd blijven. Maar zelfs dat vonden ze niet genoeg, want ze had zogenaamd geen rekening gehouden met mensen die zich geen duurdere polis konden veroorloven? Dat kon Edith simpelweg niet bevatten en ze wilde bijna stampvoetend haar resterende waardigheid opgeven toen ze besefte dat dat helemaal geen optie was. Nee, de grens was al overschreden, dus tot hier en niet verder; dat een zekere val van haar geliefde kabinet had kunnen betekenen. En toen kwam Marcos als reddende engel op de proppen met de nu al legendarische woorden; “en we doen het lekker toch!”
Haar ego kreeg weer glans en de enige toekomstige opname werd de fles die door Sammie uit het kabinet werd gehaald.
“Proost luitjes!”, en Edith sloeg een volle driekwart bel in ene achterover. De heren konden uiteraard niet achterblijven en na de onderste schap soldaat te hebben gemaakt was de vermoeide stemming omgeslagen in een a-democratische bemoeizucht van jewelste.
“Hihihi”, giechelde Edith aangeschoten, “zaggie ze kijken toen je zei dat we het sowieso gingen doen?”
“Hahaha, ja natuurlijk, die lui hebben we toch helemaal niet nodig zeg!”
“En dan nog”, begon Sammie zich bijna verslikkend in weer een vol glas, “we steunen mekaar dor dik en dun. We maken ze af!”
“Sammie, beetje minder met de wijn zeg, we maken de klus af bedoel je”, het was Marcos duidelijk geworden dat Sam tegen een complete burned-out aanzat. Maar hij had dan ook zo hard gewekt de laatste tijd dat ie niet boos kon worden om zijn opruiende taal, want dit was zijn Sam.
“Zzzz, zei ik toch!”, en Sammie wierp een schalkse blik naar Edith die direct wist hoe laat het was.
“Oh hemeltje heren”, viel Edith van haar stoel, “ik… ik ben een beetje tipsy! Julie zullen mij moeten excuseren hoor want thuis wacht mijn andere pet die vast wil meevieren.”
“Okay meid later dan. En zeg tegen die kerel van je; voor wat hoort wat”, groette de premier zijn partijdige genoot.
“Jammer”, zei Sam, “maar okay… laters dan.”
En vrolijk wankelde Edith naar haar regeringsbolide en spoedde zich naar manlief.
“Jij en ik nog”, zei Sammie mistroostig.
“Zoals altijd man. Maar kop op Sammie; schenk nog maar eens in want volgens mij ken je wel een oppepavondje gebruiken! Wij gaan stappen!”
Plotseling opgewonden keek Sam zijn maat aan en vroeg nog even achterdochtig als altijd: “je maakt toch geen grapje Mark, geen geintjes toch?”
“Zie jij mij lachen dan? … Hahaha, ’tuurlijk niet man. Je mot er effe tussenuit … en ik ook trouwens. Dus op eindelijk vakansie en op een geweldige avond. Proost!”
“Gezondheid! Hehehe, gezondheid Mark, hehehe, heb er zin in!”
De avond verliep in zo veel drank en waarschijnlijk ook nog verder getolereerde middelen dat er van een total blackout gesproken kan worden zonder enige twijfel. Het laatste dat ze zich konden heugen was dat ze zich stijf van de adrenaline en alcohol in het Haagse nachtleven stortten.
Het was Sammie die als eerste wakker werd. Hoewel het eerste magere daglicht in zijn knipperend ontwakende linker oog viel, duurde het best wel een tijdje eer hij dat ook als zodanig registreerde. Langzaam werd een volgend lichaamsdeel wakker want hij had me daar toch een bek als uitgedroogd leer. Alle hersenfuncties werden nu aangewend om wat aan deze uitzonderlijke droogte te doen en wankelend stond hij op. Hij kreunde keihard zonder geluid, dat de ernstige mate van dehydratie vet onderstreepte, want oh die pijnlijke flitsen in z’n kop waren echt heel erg. Voor de badkamerspiegel duurde het even eer hij zijn volledige verbazing oproepende spiegelbeeld begreep. Uit zijn mond hing een vleeskleurige steunkous, zijn rechteroog zat opgezwollen dicht geslagen en voor de rest was ie compleet naakt op een raar paars slipje vol met ontelbare glinsterende lovertjes.
Gedachteloos gooide hij de steunkous in de hoek en ging aan de kraan hangen en staarde in een…. gebroken kunstgebit? Het volgende dat hij nodig had waren pijnstillers, heel veel pijnstillers en terwijl hij het badkamerkastje openklapte, schrok hij van een zacht maar duidelijk hoorbaar gekreun dat uit zijn badkuip leek te komen. Voorzichtig trok hij het douchegordijn opzij en daar lag Marcos. Languit met een pijnlijke grimas op z’n kop en een half lege opblaaspop.
“Wat de fok… Marrek?”
Marcos keek verbaasd omhoog en het was duidelijk dat ook hij enige tijd nodig had om iets te snappen van het ontwaken op zich. Nadat ook Marcos als eerste prioriteit ‘dorst lessen’ vastgesteld had, probeerde ie uit de kuip te komen dat keer op keer mislukte. Iedere keer viel hij met een holle dreun terug op de nu allengs harder leeglopende pop.
“Sam…. kennie… hellupman.”
Sammie probeerde zijn gabber bij de arm te nemen en gaf een ruk omhoog. Maar door een volledig gebrek aan grip, kukelde Sammie nu met een meer kletsende dreun achterover tegen de koude badkamertegeltjes. Verbaasd rook hij aan zijn handpalm en vroeg: “massageolie? Marrek.. je zit onder de olie man…”
Gelijk een vis die met moeite op het achterdek wordt gepleurd, viel nu ook Marcos met een klets naast Sammie op het tegelwerk.
“Sammie, wat de hel is dit man? Wat is gebeurd?”
Maar voor het eerst moest Sammie het antwoord schuldig blijven want hoe hij zijn hersens ook pijnigde… total blackout.
In hun concentratie het verloop van de afgelopen nacht te reconstrueren, hoorden ze nu een zwaar rochelend geluid uit de slaapkamer komen. Verbaasd keken ze mekaar aan, wat nou zeg? Elkander ondersteunend krabbelden ze op en wankelden richting het nog immer voortdurende gerochel. In de hoek van de kamer, naast het bed tegen de radiator lagen twee dekbedden verfomfaaid op een hoop.
“Sammie, het beweegt!”
“Verdomme Mark, wat nou weer”, en met een daadkrachtige ruk zwaaide Sam de dekbedden weer op bed en daar lag moeilijk bijkomend een tandeloze ouwe bes, ook volledig naakt dat dan weer wel bedekt werd door haar talrijke rimpels. Hoe merkwaardig deze situatie ook was, hij was raar blij te snappen waar dat kunstgebit vandaan was gekomen en voelde toch voor de zekerheid even aan zijn eigen tanden.
De oude vrouw keek nu met een schuin oog onder de grijze staar op en mompelde in plat Haags: “moggu schatjes.”
“Schatjes? Zei dat mens nou schatje Sam?”
“Ja Mark, en wie mag U dan wel niet zijn en wat is er hier aan de hand?”
“Eerst een cigaret…. en koffie.. anders zeg ik niks”, rochelde de oude dame nu weer en ging in haar vol hangende ornaat voor het raam staan.
“Nee, nee, weg bij dat raam! Kom laten we naar beneden naar de keuken gaan voor de koffie.”
“Als we iets nodig hebben is het wel koffie Sam… en kolere… waar zijn mijn kleren nou?”
“Prioriteiten Mark, eerst koffie”, en Sammie liep de trap af.
Marcos liet het krom gebogen oudje voor en liep daarna achter vormloos hangende billen aan en was reuze benieuwd naar de ins en outs van de afgelopen uren. Want dat het een wereldavond was geweest, dat stond nu al wel vast en voorzichtig hervond hij onderaan de trap weer iets van zijn optimistische gemoed.
Ze heette Sien en inhaleerde stevig haar peuk. Sien was als oudste van haar beroep trots op de ouderdom van haar professie en had nooit afscheid kunnen nemen van de zelfkant van het leven hoezeer de overheid dit ook haar keer op keer onmogelijk poogde te maken. Ondanks haar leeftijd had ze nog een kleine trouwe klantenkring en dat was maar goed ook; “want met al die maatregelen van jullie…”
Gehuld in de rook en damp van de koffie, ging ze verder.
“Jullie kwamen gewoon op het verkeerde moment binnen stappen. Ik lag onder een klant toen jij Sam jaloers werd. Jullie kregen ruzie en er werd geslagen. Jij Mark, stond iets op te blazen in de gang.
“Had ik toen nog al m’n kleren aan?”
“Nee, maar na het handgemeen heb jij Sammie me opgetild en zijn we naar je huis gelopen. En oh, ik wist niet hoe fijn het ook al weer kon zijn. Dank je schatje, deze beurt was gratis hoor”, en ze lachte duidelijk nagenietend haar leegte bloot.
“Ieeeeuw Sam! Met….. dat?”
Sammie kon daar ook allerminst blij mee zijn maar wilde de aanleiding weten want dergelijk gedrag was duidelijk niet echt normaal.
Ze tuitte haar dunne lippen en blies ootjes. Ze gaf Sammie een geile knipoog die in ene een beangstigende deja vu kreeg.
“Ja en verder kan ik je ook niet helpen hoor, dit is wat ik er van weet en oh ja, die kleren heeft Mark in de container op de hoek gegooid.”
“Waarom heb ik dat gedaan?”
“Dat vroegen wij ook en toen wees je op je pop?”
“Waaaat? Waar slaat dat op?”, en boos gefrustreerd sloeg Marcos nu hard op tafel.
“Hoho jochie, don’t shoot the messenger en heb je nog een bakkie voor me Sam… dank je lieverd.”
Het was een rare ochtend maar verder dan dat kwamen ze niet.
“Neem dit nou maar van mij aan Sam”, stak Sien haar vierde cigaret aan.
“Geniet gewoon van de afgelopen uren en denk niet te veel na over hoe en wat schatje, want je wordt alleen maar gelukkig van momenten.”
“Ze heeft gelijk Sam. Potverdrie ze heb gelijk en verhip! Hahahaha, doen we eigenlijk al jaren hahahaha! Zie je wel dat we goed bezig zijn, hahaha!”, en vrolijk begon Marcos zijn nieuwe partner weer wat leven in te blazen.
Sien schoot in een aanstekelijke rochel en zelfs Sammie kon de idiotie van dit moment wel waarderen want inderdaad, zo veel heel anders dan hun werk, was deze afgelopen nacht helemaal niet geweest.