De Bonus-Malingregeling
De ruitjes van het Torentje zagen er van buiten van binnen beslagen uit. Boven het getingel van de aankomende tram was duidelijk een principieel meningsverschil hoorbaar, ware het niet dat iedereen op straat zich huiswaarts spoedde voor het paasweekend.
“Je kan toch niet verwachten dat die jongens voor noppes gaan werken?”, krijste Marcos helemaal gechoqueerd door de onverwacht onvermurwbare houding van Sammie.
“Nee, maar hoeveel miljoenen heeft een mens nodig om zich helemaal van God los te maken man?”
“Dat heet loon naar werk Sam, dat hoef ik jou toch nie meer uit te leggen?”
“Sorrie man, maar ik vin dit ech nie kunnen hoor. Volgens mij hebben wij die gasten gered met onze staatskas niet?”
Marcos negeerde zijn maat volledig en stelde de voor beiden cruciale vraag.
“Dus jij gaat dwarsliggen?”
“Sorrie man, ik hou van je maar dit kan je niet van mij vragen hoor.”
“Dan”, dreigde de premier, “word ik verschrikkelijk boos!”
Sammie ontplofte innerlijk maar besefte tegelijkertijd; dat als hij de premier de trap af zou lazeren, er dan niemand meer over bleef om er samen met hem zo lekker van te kunnen genieten. Zijn smijt- en jonaswerk was toch één van zijn bitter weinige hoogtepuntjes, maar in z’n uppie zou het niet half zo leuk zijn. En dus hield hij zich meer dan in en legde zijn hoofd met het puntje van zijn kin net boven het borstbeen, ten teken dat ie het even niet meer wist.
Marcos aanschouwde zijn vriend waarmee ie al zovele jaren zo veel liefde mee deelde en leed veroorzaakte. De euforie van de geslaagde Chinese missie leek ineens zo ver weg en zelf voelde hij zich ook ineens zonder ruggensteun dat zonder graat echt kloten aanvoelde. Hij zat net zo lekker in een flow die nu onverwacht eindigde.
“Verdorie… we hebben echt probleem Sam.”
“Je zegt het Mark, maar ik kennie anders.”
“En ik ook nie, verdulleme!”
Om zo het paasweekend in te gaan, wilden ze geen van twee. Maar langzaam maar zeker werd een beetje duidelijk, dat ze in deze kwestie niet voortvarend aan de slag konden dat onwerkelijk verlammend op hun humeur werkte.
“Verdomme, verdomme Sam!……. Nou, dan zal ik ‘m maar mailtje sturen en dat heb jij dan op je geweten!”
Ondanks dat ie zich behoorlijk grieperig voelde; zat Gerrit, zoals iedere dag voor zijn dag en dauw, al om een uurtje of één in zijn werkkamer op de bank achter zijn bureau met vele volle asbakken. Gerrit zag het leven bovenmenselijk rooskleurig in. Al jaren begon hij met een uitgebreide lunch zijn werkdag, om deze abnormaal snel uitbuikend weer af te sluiten met het tellen van geld, zijn geld. Tenminste dat vond hij nu eenmaal. Dat het andermans, in zeven jaren zuur verdiende, spaargeld betrof; dat deerde hem geenszins. Nee, want eenmaal op de rekening had hij daar recht op en dat was goed zo. Maar vandaag kon zelfs een loopneus hem er niet van weerhouden naar kantoor te gaan. Want hij verheugde zich bijzonder op zijn pensionering en hoe beter dan deze in te leiden met extra bonus.
Een mailtje popte op en daar de afzender de Minister-President betrof, klikte hij in zijn haast met nog brandende peuk een gaatje in zijn draadloze muis.
‘Gerrit, Sam wil niet… gaat vandaag nie gebeuren…’
In een plotselinge en driftige woede gooide hij een asbak door zijn werkkamer van formaat eengezinswoning en begon echt heel hard met stampvoeten. Zijn secretaresse deed verschrikt vragend de deur open, maar wist deze juist op tijd weer te sluiten waardoor de marmeren peukenvanger in gruzelementen uiteen spatte tegen de koperen klink.
“Neeeeeeeee! Stelletje kruideniers! Wat denken ze wel…. hoelang moet ik nog voor lul lopen? Hoelang nog die spottende blikken ondergaan van collegae-bankiers met wel gewone jaarsalarissen… Ooooooh dit is heel erg erg! Ik wil het, ik wil het, ik wil het!”
Zwaar hijgend stak hij drie sigaretten tegelijk op die hij hyperventilerend begon te inhaleren. En zijn dag was nog zo mooi begonnen.
Nadat hij het lege pakje tot een prop had gebald in zijn vuistje; wilde hij deze uit pure nijd heel hard weggooien, toen de overgekomen bewolking het licht automatisch deed aangaan. Gerrit kreeg in en door het felle TL-licht een helder moment en begon verwoed terug te mailen.
De stilte tussen hen beiden werd verstoord door het binnenkomende mailtje van Gerrit. Meer af- dan aanwezig opende Marcos uit routine het berichtje en begon te lezen. Dat de premier positieve stemmingswisselingen heeft vervolmaakt is een ieder bekend en met hernieuwd optimisme begon hij zelfs in dit ongekende dilemma keihard te lachen.
“Hahahaha, Sam! Hahahaha, Gerit heeft oplossing man!”
Sam keek verbaasd en toch stiekem hoopvol want de breuk leek hem onafwendbaar.
“Hahahaha, Sam; mag ik je gewetensvraag stellen?”
“Altijd man, dat weet je toch?”
“Wat hebben wij aan het volk?”
“Da’s inkoppertje man, maling natuurlijk.”
“Hahaha, precies ja, maling! Wat nou als we het loon naar werk niet direct uit de staatsruif bekostigen maar via omweg?”
“Ik zie niet in hoe maar okay, je weet dat het me dan echt niks zou interesseren want ik heb natuurlijk wel m’n principes.”
“Natuurlijk Sam, wat nou als we staatskas in één klap zouden vullen. Ken jij weer leuke projectjes doen en de mensen zouden blij zijn dat we de belastingen niet meer hoeven te verhogen. Ik zeg het je nog sterker; we zouden zowaar kunnen verkondigen dat het zoet nu is aangebroken! Dat zal jouw partij geen windeieren gaan leggen hoor. Zo, wat dacht je daarvan?”
Sam zat zijn vriend aan te kijken of ie beter was geworden. De gedachte aan meer zetels maakte hem vatbaar voor ieder alternatief.
“De beurs Sam, we gooien de bank op de beurs! Handje-contantje man, instant cashflow!”
“Mmm, dat … ja, daar ken ik wel mee leven. Verdorie Mark, zo voor het paasweekend is de enig echte premier van ons land toch weer opgestaan!”
“Hahaha, toch prima ideetje?”
“Dalijk ga je nog ook over de hofvijver lopen hehehhe”, had Sammie zijn goede humeur ook weer te pakken.
“‘k Bel ‘m effe op om het goeie nieuws te vertellen.”
“Zet ‘m dan wel op speaker man.”
“Met Zalm”, klonk het ondanks z’n snotneus gekunsteld gewichtig.
“Ha die Gerrit! Met mij. Zeg, hahahaha; je klinkt Snipverkouden man… hahahaha.”
“Jaja, maar lig niet thuis op de bank, ‘k zit er gewoon op, hahahaha!”, bulderde het zo mogelijk nog luider door het kleine speakertje dat het mobieltje op het bureaublad deed trillen.
“Gerrit, ‘k had deze escape niet verwacht man, prettige pasen!”, deed Sam ook een duit in deze zak der zakken.
“Jaja, je hebt het hier wel over Mister Euro hoor. Ik heb ervaring met impopulair beleid dus jullie kunnen me altijd bellen hoor.”
“Dat doen we nou toch?… Hahaha, maar al mijn gekheid op een stokkie Gerrit, ik denk zelf tegen de Kerst naar de beurs. Ken je daarmee leven?”
“Hahaha, ge-wel-dig! Kerstbonus is altijd welkom. Hahaha!”
Vrolijk grollend wensten ze elkaar het aller en aller beste toe en geheel ontspannen kregen ze weer honger.
“Chinesie?”, vroeg Sam hoopvol.
“Pfoeh, ken even geen bami meer zien man. Patatje ook goed?”
“Ook goed man. Patat met potje bier is ook prima afsluiter van de week.”
“Dat vin ik nou ook. Doe jij dan nog effe het licht aan?”
“Zo man, dat was effe spannend”, zei Sam toen ze de trap afliepen naar beneden. Om kwart voor drie zaten ze in de snackbar en met het vet nog in de bek, wensten ze elkaar bij de tramhalte een meer dan vrolijk Pasen toe want dat hadden ze toch maar mooi verdiend. Sam snelde de gereedstaande tram in en Marcos zette even flink aan op z’n fiets op weg naar z’n moeder. Beiden keken niet meer om naar de nu fel verlichte raampjes van hun Torentje. Als men niet beter zou weten, leek het net alsof er het gehele paasweekeinde dag en nacht druk door werd gewerkt aan de welvaart van het land.