
Het Circus
Al voordat zijn wekker afliep, sloeg Marcos op de beloren van zijn Mickey Mouse wekker op zijn nachtkastje. Hij kon niet langer wachten en popelde van ongeduld onder de douche. In de keuken moest zijn moeder nog de trap afkomen, waar hij een halfje bruin en een hele wit zonder korstjes met chocopasta naar binnen werkte. Nog volop kauwend, stapte hij op zijn Batavus en vloog met bolle wangen de straat uit. Eindelijk was het zover!
Sam had gezegd; dit begint net op een circus te lijken zo. Maar niet alleen Sam had het gezegd. Vrijwel iedereen in de Kamer had het over het mediacircus en aangezien de premier aan een half woord genoeg heeft, ging hij nog maar eens vol op de trappers staan. Hij gooide zijn fiets in de stalling en rende naar de overkant om in een nog lege Kamer zijn plekkie uit te zoeken. Als kleine jongen wilde hij al circusdirecteur worden en verdomd, hij was het geworden!
Langzaam stroomde de Kamer vol en een druk geroezemoes ging door de zaal, in afwachting wat er komen ging. Ariba had een Dikke Deurs Hoed op en iedereen lag aan haar lippen toen ze de microfoon pakte.
“Hoog geëerd publiek!”, waarna spontaan een ovationeel applaus opsteeg vanuit de bankjes en ze moest even pauzeren.
“Hoog geëerd publiek, goedemorgen! Goedemorgen allemaal en welkom bij het nationale circus van de staat der Nederlanden. Ik …”
“Hallo, zijn wij te laat?”, gilde Alex door de deuropening. Want zelfs voor alle gouden koetsen in de wereld zou hij dit spektakel niet willen missen. Bovendien had hij Maxima zo warm gemaakt voor de voorstelling, dat die achter hem riep met hoge stem; “hij is een beetje laat”, en lachte haar aanstekelijke lach. Ariba wist dat de voorstelling niet zonder hen kon aanvangen en zei: “nee hoor majesteiten, jullie zijn precies op tijd. Klerk!”, en ze maande de klerk tot het opzetten van de kast. Het publiek begon te joelen bij het zien van de rood fluwelen gordijntjes en massaal hard te gillen om Jan Klaassen.
“Snel!”, zei ze tegen Maxima en Alexander, die geen verdere aansporing nodig hadden, om zich te verbergen achter het matwit geschilderde spaanplaat. Ariba gaf de majesteiten een knipoog ten teken dat ze konden beginnen wanneer ze maar wilden. Met overdreven krakende stem zei Alexander achter het gordijn: “Katrijn? Katrijn? Waar ben je nou?”
De klerk opende de gordijntjes en het publiek zag Jan Klaassen heen en weer achter het venster gaan, op zoek naar zijn Katrijn. In de uiterste hoek kwam Maxima heel voorzichtig omhoog in het zicht van het publiek dat heel hard begon te gillen: “daar! Daar is ze Jan, daar! In de hoek!”
Alexander Jan draaide zich expres om naar de verkeerde hoek, waarop het publiek nog harder begon te gillen; “Neeeeee! Daar! Achter je Jan!”
Maxima Katrijn tikte haar Jan op de schouder en bewoog zich met redelijk schavende kniepartij snel achter hem om. Jan keek verschrikt naar weer een andere hoek en Katrijn zat te lachen in haar vuistje; dat hij haar nog niet gevonden had. Het publiek vond het geweldig en had het niet meer. De klerk drukte op de taperecorder en een tango klonk door de speakers.
“Daar ben je, eindelijk!”, zei Jan en liet Katrijn passievol in zijn armen vallen. Op de knieën ging het wat moeilijk, maar toch deden ze hun uiterste best om de meest zwoele tango ooit ten uitvoer te brengen. Ademloos zat het publiek te kijken. En nadat Katrijn met een roos achterover viel, klonk de laatste accordeontoon en gingen de gordijntjes weer dicht. De Kamerleden gingen bijna op de banken staan. Wat een performance! Zo eentje zagen ze niet iedere dag.
Ariba hief twee duimen op naar het koninklijk paar, ten teken dat alles heel goed was gegaan. Alex en Max gingen de coulissen in om uit te hijgen. Ze waren moe, maar voldaan want wat een succes hadden ze gehad. Toevallig stond de zorgsector daar te wachten op hun optreden en dat kwam goed uit. Terwijl de koninklijke knieën met Hansaplast werden bedekt, nam Ariba weer de microfoon.
“Voor onze tweede act vraag ik jullie aandacht voor, de zorgsector!”
Onder luid applaus kwamen de dames en heren uit de zorg in uniform de Kamer binnen en begonnen zich in een langgerekte rij op te stellen. Daarna begonnen ze het publiek zeer serieus aan te kijken en werd het stil. De klerk zette een stille roffel in, die langzaam maar zeker steeds luider werd. Op het hoogtepunt sloeg de conciërge hard op zijn bekken en sprong Edith als volleerd gymnaste in tutu de Kamer in. Ze rende vier tot vijf keer voor de lange rij van de zorgsector langs en begon met een onnavolgbare grondoefening, waar de flikflak niet werd geschuwd. Nadat ze in evenwicht was geland, stak ze trots haar beide armen in de lucht om dankbaar het applaus in ontvangst te nemen.
Het publiek genoot intens van dit circus toen die roffel weer begon. Edith stond zich zichtbaar te concentreren om een aanloop te nemen voor iets dat voor schier onmogelijk werd gehouden. Maar nadat de conciërge een pets op zijn bekken had gegeven, vloog ze welhaast uit haar denkbeeldige startblokken en rende naar de zorgsector. Net voordat aan een botsing niet meer te ontkomen leek, zette ze zich uit alle macht af en vloog de lucht in. Op haar hoogtepunt zette ze een salto in, dat gevolgd werd door een driedubbele schroef. Op een haar na miste ze de zorgsector en landde veilig achter die lange wachtrij van hulpverleners. Het publiek wist niet wat ze zag! Maar dat was nog niet al. Edith begon nu om haar as te draaien als een ware kunstschaatsster. En toen ze eenmaal op volle snelheid aan het wentelen was, stak ze heel snel, uit het zicht van iedereen, haar voet uit. Deze kwam met een vaart tegen de eerste zorgverlener aan die zijn evenwicht verloor. In zijn val nam hij zijn collega mee en zo viel in domino-effect de gehele zorgsector om. Edith stopte abrupt met draaien en hief haar armen weer trots in de lucht, want aan dit applaus kon ze wel wennen. Dankbaar gaf ze de credits aan de wachtlijst die op de grond beduusd lag te wezen en die ze met een simpel tikje doortrapt had opgelost.
“Zo, zaggie dat Sam? Door de windkracht van haar gedraai pleurde die hele zorgsector om!”
“Ongelofelijk man, on-ge-lo-fe-lijk.”
Ariba had moeite om de zaal tot bedaren te krijgen, want het enthousiasme over de laatste act werd niet onder de bankjes gestoken. Integendeel, ze leken helemaal los te gaan en als kinderen zo blij gingen ze de pauze in om koek en zopie in de hal te gaan halen.
“Wat een geweldig circus hebben we toch man!”, zei Marcos lurkend aan een ranja en trots als een pauw op zijn tent.
“Zal mij benieuwe of ze die acts nog gaan overtreffen. Die Edith man! ‘k Ben er nog helemaal confuus van.”
Iedereen ging weer zitten en de lichten gingen weer uit en de spot aan.
In het felle eenzame licht zat Alexandertje aan een tafeltje met zijn telraam te spelen. Na een paar stevige klikken, schroefde hij zijn raampje uiteen en pakte twee balletjes van de stang, die hij omhoog begon te gooien. Hoger en steeds hoger. Tot aan het plafond welhaast! Toen beide balletjes hoog in de lucht zweefden, pakte hij er nog twee van de stang die hij erachter aan gooide. En voordat het publiek het in de gaten had; met hoeveel ballen, stond Alexandertje te jongleuren dat het een feest was. Met hoeveel balletjes, kon niemand meer tellen. Maar dat iemand zoveel ballen in de lucht kon houden, was werkelijk ongekend!
“En ja hoog geëerd publiek! Kijk maar eens goed naar de balletjes van Alexander”, zei Ariba, “en laat ze het maar zien Alexander!”
Alexandertje hield nu al zijn rode balletjes geconcentreerd in de lucht en begon deze, één voor één, in de begroting te gooien.
“Zeven!”, zei Ariba toen het eerste balletje erin viel; waarna werkelijk alle cijfers van het alfabet volgden. Die balletjes waren helemaal geen balletjes! Die balletjes waren, door zo krampachtig hard in de lucht te houden, verworden tot keiharde cijfers!
“Ohhhhhh?”, kon het publiek dit gegoochel helemaal niet meer bevatten. In pure verwondering dat dit kon; gooide Alexandertje zijn laatste cijfertje weg: “allee hop!”
Tadaaaaaa!
Het applaus brak los en Alexandertje boog dieper dan diep voor zijn publiek, die hij helemaal voor zich gewonnen leek te hebben.
De verwondering bereikte het toppunt, toen als bij toverslag na de buiging van Alexandertje, alle cijfertjes opeens leken te zijn verdwenen? Dit konden ze helemaal niet meer bevatten en luide kreten van totaal ongeloof vlogen door de Kamer.
“Nie normaal meer man!”, sloeg Marcos zijn maat hard op de schouder. En ook Sammie stond in vervoering te klappen. Zoiets fenomenaals had hij nog nooit gezien en de act van Alexandertje was een hoogtepunt van jewelste.
“Hoe heeft ie dat geflikt zeg!?”
“Ik heb geeeeeeen idee”, gilde hard een lachende Zalm terug uit de v.i.p.-ring en niemand zag zijn gevulde zakken achter het logo van de sponsor van het circus.
“Hebben jullie genoten?”, schreeuwde Ariba door de microfoon.
“Jaaaaaaaa!”, en iedereen begon snel en hard met de voeten te trommelen en zelfs de vingers trommelden mee.
“Dan is het nu tijd voor de clownsact!”, riep Ariba enthousiast.
“Oh ja! Die hebben we ook nog!”, gilde de premier net zo enthousiast als ieder ander in de zaal. “De clown moet nog komen! De clown moet nog komen!”
Die waren ze door alle indrukken potverdikkie helemaal vergeten? Maar inderdaad, geen circus zonder clown. De lichten dimden weer en niet één, niet twee en niet drie. Nee, wel vier! clowns liepen de ruimte voor de interruptiemicrofoon in. Ze gingen alle vier op een stoeltje zitten en begonnen te praten over de media. Niet de trias was de drijvende kracht achter de democratie volgens hun. Nee, er was een vierde colonne in het land, de media! De media bepaalden wat er in de Kamer beslist werd. En gespeeld boos zeiden ze dat, dat maar eens moest stoppen.
Nu zakten de Kamerleden helemaal van de slappe lach uit hun bankjes. Een enkeling begon zelfs over de grond te rollen. Huilend gierden ze; dat dit toch niet waar kon zijn? En toch bleven die clowns serieus doorpraten, dat de hilariteit alleen maar deed toenemen.
“Hou op, hou op!”, greep de premier naar zijn buik. “Kramp! Kramp man!”, kon hij nog net uitbrengen toen Sam het niet meer kon houden en gierend van puur plezier tegen zijn maat aanleunde.
Aan het einde van de act vroeg een clown, of er nog vragen waren en iedereen stak met moeite van de lach hun vinger op. En toen liepen ze weg, de coulissen in.
“Heu? Ze lopen gewoon weg?! Hahahahaha! Ze lopen hahahahah… zzzz.. zie je dah… Sam! Hahahahaha!”
Het circus was verworden tot een waar theater van de lach, want zo vrolijk was nog nooit een circus geëindigd.
Ariba veegde haar tranen weg en probeerde nog enigszins serieus te blijven, toen ze zei: “er zijn nog kaartjes voor morgen. Het circus zal dan haar tent opzetten in de eerste Kamer en er zijn nog enkele plaatsen beschikbaar”, waarna de fanfare binnenkwam en iedere act weer even voorbij kwam, om nog even van het maar niet aflatende applaus te genieten.
De dames en heren van de pers echter, haastten zich naar de eerste Kamer. Want als dat net zo’n mediacircus zou worden als deze, dan waren de dagen van de trias inderdaad geteld.