In de ontbrekende hoek van het ronde Torenkamertje zat een verwilderde oude man in smetteloos witte jas met niet zo een baard, zachtjes een klosje trappend, garen te spinnen. Maar wat echt uniek was, was dat dit garen door een synchroon aangedreven weefgetouw keurige advieslapjes in A4-formaat produceerde. Deze vielen op de hoek van de sofa die dan uiteindelijk, intensief liggend, door de premier werden bestudeerd.
“Wie’s dah?”, vroeg Sammie en wees naar de zonderling.
“Dat is dokter Spin Sam”, zei Marcos ouderwets vrolijk optimistisch.
De zonderling keek op zijn horloge en begon na voltooiing van het laatste lapje zijn zakie in te pakken.
“Tot volgende week dan” zei hij schuchter toen hij zich beleefd excuseerde.
“Seem teim seem plees, hahaha…. later man!”
“Sinds wanneer heb jij een dokter nodig man?”
“Nou, dat was een ideetje van m’n moeder, ze zei jij hebt professionele hulp nodig en verdomd, het hellupt!”
“Hoezo helpt het?”
Marcos zei “let op”, en pakte demonstratief een doekje waar hij na een korte leesbeurt zijn neus in leek te begraven. Met vragende ogen keek hij op, over het doekje heen, naar Sammie of ie het snapte. Maar Sammie kon er geen metafoor van maken en zei slechts; “wat doe je nou raar man.”
“Kijk dan man, hier”, en Marcos gooide het stukje textiel naar Sammie; die het nu zichtbare en tevens verbazingwekkend fraaie, borduursel begon te lezen.
dit Braziliaanse doekje uit de hoge hoed
adviseert te zwijgen over straten in bloed
“Wat is dit man?”
“Okay, je hebt recht op de waarheid. Het gaat tussen ons de laatste tijd wat minder en zelluf werd ik depressief dus ben op zoek gegaan naar goeie knijper, eentje die m’n ziel bijeen zou kunnen houwe bedoel ik. Na de eerste sessie was het al duidelijk, ik moest nieuwe dokter hebben. Nou las ik in de wachtkamer daar over druïdes en hoe ooit de wijsheid door hen pacht werd gehouden en toen wist ik het. Ik heb goeie ouwerwetse adviseur nodig en die lapjesman werd me aangeraden. En verdomd als het nie waar is man, hij heb echt overal antwoord op.”
“Brazilië Mark? Serieus?”
“Ja natuurlijk man, het is doekje tegen bloeden. Dat zie je toch, zodat we niks hoeven te zeggen hierover…duh man, hahaha.”

Dhr. Mr. Dr. K. Rade selecteerde Timmerfrans uit zijn vele virtuele contacten en even later had ie verbinding.
“Met Kees.”
“Goeiedag Kees, Frans hier. Zeg, ik belde even om de stand der zaken van je te vernemen. Hoe staan we ervoor?”
“Goedendag excellentie, we houden het hier natuurlijk veilig neutraal.”
“Mmmmm, je bedoelt dat wij ons mond erover houden?”
“Maar natuurlijk.”
“Dan wordt het nu zo onderhand tijd dat je eens wat gaat doen Kees en wel subiet.”
“U bedoelt diplomatiek protest?”
Ben je helemaal zeg, neen; ik bedoel een complimentje aan de Braziliaanse regering maar niet opvallend uiteraard.”
“Een bloemetje?”
“Uitstekend idee, zorg ervoor.”
En voordat de ambassadeur kon reageren, had Frans de verbinding al verbroken. Frans voelde zich bijzonder en content. Na de succesvolle Arabische trip zag hij zijn beleid vruchten afwerpen en zijn importantie voelde hij zowaar genoeglijk groeien. Want niemand anders dan hij was verantwoordelijk voor de herinrichting van het oude diplomatieke korps. Hij persoonlijk was verantwoordelijk voor de transitie naar een jong en dynamisch lobby-apparaat met ongekende potentie voor de handel. Voor zijn geplande ambassadeursswitch in Brazilië had hij nu eenmaal toestemming nodig van de regering aldaar en een blommetje zou gewoon helpen. Hij stond op en liep richting het Torentje want hij had sterke behoefte om dit te delen. Met de borst fier vooruit liep hij over het plein ondertussen hard de Marseillaise fluitend.
“Mark, dit ken echt nie man. Kinderen man, gewoon at random geëxecuteerd, gewoon op straat man. Nee, doekje of niet; ik vind dat je hier in ieder geval iets tegen mot doen.”
“Oh? En wat had jij dan in gedachten?”, vroeg de premier smalend door zijn rotsvaste geloof in zijn druïde.
“Nou gewoon, via de ambassadeur. Daar zit ie toch ook voor?”
“Neeeeee! Absoluut niet, ik bel Loooiewijn als je hier je zin weer door gaat zetten hoor”, zei Frans passioneel toen hij het kamertje binnen stapte.
“Oh en wie ga je daar voor meenemen”, en meerdere verwijten vlogen heen en weer tussen de partijgenoten. Marcos zag de barst nu ook, die rooie partij was aan het breken potdomme. Was hij aan zichzelf gaan werken; zou de boel alsnog uiteen vallen door een ordinaire bitchfight. Nee, dit kon hij niet hebben.
“Heren, heren!”, zei de premier zijn stem verheffend en hard op het bureau slaande. Maar wat ie ook sloeg en hoe luid hij ook gilde de rooie kemphanen zaten in hun eigen rooie zone en hadden geen enkele aandacht meer voor de wereld om hen heen, laat staan voor hem. Verwoed begon hij tussen zijn doekjes te wroeten totdat hij die ene over rozen vond.
ben je boos pluk een roos en leg deze op de bleek
is het dringend advies want na droging komt breek
Snel liep hij naar de boekenkast en pakte er de eeuwenoude statenbijbel uit die hij opensloeg precies daar, waar een roos in was gelegd. Hij pakte de droogbloem en brak de stengel zonder daar over na te hoeven denken.
Twee kreten van hartsgrondige afschuw klonken en Sammie en Frans keken de premier vuil aan.
“Zo, nu ik jullie aandacht heb wil ik jullie het volgende vragen. Wat is nou het allerbeste aan onze job en zeker net zo belangrijk, hoe houden we onze job,……. Nou?”
“Eh, het reizen is zo machtig mooi man”, begon Frans.
“Mijn persvoorlichtster”, loog Sammie maar gaf toe met; “okay…, ik ben belangrijk, ik doe ertoe.”
“Precies, de spijker op de kop man!”, sprak de premier verheugd. “Wij, doen er toe!”
Het duurde even eer ze alledrie dit moment van Eureka hadden verwerkt, maar de premier was in zijn element; “en hoe waarborgen wij ons zo geliefd individualisme?”
“Brood…”, begon Frans.
“En spelen”, eindigde Sammie opgelucht zuchtend hun dierbare principe.
Trots van zichzelf legde Frans enigszins theatraal de doorslag van Fleurop op het bureau.
“Hahahaha, geweldig Franske, briljante move!”
“Hehehe, jaja, die is uit de rooie koker Mark, verdomd goed niet?”, en amicaal sloeg Sammie Frans op de schouder.
Snel verschoof Marcos de stoel waar Frans door werd opgevangen.
Sammie verontschuldigde zich, “shit, was even onze knieën vergeten, sorrie man.”
“En dat is dus wat ze nooit mogen merken mannen. Zo, en wie heeft er zin in het WK?”
Juichend dromden ze zich voor het online boekingsformulier van de KLM.
“Zeg we gaan wel bissenis hoor.”
“Hahaha, natuurlijk, maar maak je geen zorgen man. Dit is slechts als backup want normaal gesproken gaan we dus met de koninklijke learjet.”
“Joepie met de King Lear, ik kennie wachten”, sprong Frans nu in snel opeenvolgende vreugdesprongetjes.
Sammie kon best leven met dit vooruitzicht. Het werd per slot van rekening gedicteerd door hun eigen arbeidsvoorwaarden en dus werd het bloemetje niet afgezegd.
Een ieder kon er goed mee leven en de fles kwam uit de kast. Hoewel zelfs de zachtste whisky de smaak van onschuldig bloed niet kon wegspoelen waren het de ongegeneerde dikke wolken van sigarenrook die hen inwendig vrij pleitten. Want zolang niet iedereen kon zien hadden ze ‘carte blanche’, een term die Frans vrolijk na iedere slok en haal, aangeschoten grinnikend herhaalde.
“Maar mannen”, sprak de premier nu weer serieus, “wat heppens in Rio, stees in Rio.”