
Smartlap tegen het bloeden III
“De stille kracht”, mompelde de premier verbaasd over die boemerang van Jesse.
Het werd stil in het Torenkamertje, want ook Gee had een tik van die reflectie meegekregen en kon niets anders zeggen dan: “pinda!”
Sam vroeg wat ie daarmee bedoelde en Gee zei dat Jesse hen had gewezen op het dubbele nationaliteitsgevoel.
“Ja. En?”, begon Sammie ongeduldig te worden.
“Dubbele nationaliteiten Sam”, zei Alexandertje; die één en één inmiddels had opgeteld bij en met het raam.
“We moeten meer steentjes zoeken buiten onze grenzen Sam. Tenminste ik zie hier nergens meer een volle ton met Lego.”
“Inderdaad!”, sprak Jesse nu enthousiast, “ik zeg laten we de mensen aan het werk zetten in plaats van ze op te sluiten. En je zal zien dat de muur in rap tempo afgebouwd kan worden. Voor, bovendien, minder dan de helft van de oorspronkelijke prijs!”
“Minder?”, fleurde de premier weer op en ook Gee zag dat wel zitten. Iedereen in het kamertje zag het zitten en Jesse legde zijn plan uit; dat de huidige stroom vluchtelingen een kans van jewelste was. “Tenminste, ik zie dat niemand van die lui belast wordt voor het invoeren van Legosteentjes!”
“Dat is het Jesse! We motten al die gastarbeiders gaan screenen op Lego!”, gilde de premier bijna kwijlend bij de gedachte aan import zonder afdracht.
“Dat we daar niet eerder aan hadden gedacht”, zuchtte Gee liefdevol naar de muur kijkend en toch ook wel een beetje jaloers op dat idee van Jesse.
“Sam, zet Lodewijk er op. Dan jassen wij die begroting erdoor, want zo kost die hele muur ons dus niks extra’s!”
Maar Sam aarzelde even en zei dat ie niet zo zeker van z’n zaak was.
“Hoezo?”
“Nou, de L zit wel aan mijn poten te zagen hoor!”
“Daarom juist man! Hij zal zo druk met die stenen zijn, dat ie echt geen tijd over heeft om jou weg te werken.”
Iedereen zag het praktische van het plan in en Sam klaarde op. Want weer had zijn maat ervoor gezorgd, dat hij kon blijven. En blijven zou ie!
“Ik blijf! Wen er maar aan!”, beet Kuzu verbeten in de microfoon. “Want ik sta hier niet voor jullie! Ik sta hier voor alle Turken die het zat zijn!”
“Zeg het dan!”, brieste Gee. “Zeg dan dat je hier als ErdoTurruk staat!”
“Ik sta hier voor alle Nederlanders, Turken, Marokkanen en iedereen die het zat is”, sprak Kuzu rustig en wierp een blik op zijn mobiel, dat uit openbaar zicht op de kansel lag. Vele lijsten kwamen in real time binnen en Kuzu kon een glimlach niet onderdrukken. Want de heksenjacht was in volle gang en waar beter te beginnen dan in het onderwijs?
Gee zag Kuzu’s tevredenheid en vertrouwde het niet. En terwijl Buma Kuzu tot een uitspraak probeerde te verleiden, appte Gee naar Sam; hoever Lodewijk al was, want het was volgens hem nou al vijf over twaalf.
De vergadering werd geschorst en als morele overwinnaar liep Kuzu door de leerplichtlijstjes te scrollen en vinkte wel honderden namen aan. Hoewel hij daarmee regelrecht indruiste tegen iedere parlementaire democratie, wist hij niet; dat zijn gezaaide tweedracht direct gevolgen had voor de muur.
In de pauze legde Lodewijk uit; dat er een hetze tegen leerlingen uit Turkije onderling aan de gang was en dat ie zo echt geen tijd had voor de gewenste steentjes. Hun plan leek in duigen te vallen en teleurgesteld liepen Marcos en Sammie even later over het pleintje.
“We hadden die muur veel eerder motten bouwen”, schopte Sammie een steentje de Hofvijver in.
“Niemand had dit kunnen voorzien Sam. Het is nu zaak dat we het aanpakken en dat doen we toch?”
“Ik heb iedereen in mijn fractie gevraagd man. Maar niemand heeft nog z’n Lego van vroeger. En als we niet snel die steentjes uit het buitenland in handen krijgen, ben ik bang dat het wel eens te laat zou kunnen zijn.”
De premier zei niets maar merkte dat er een eureka aan zat te komen. Hij probeerde het moment aan te pakken, maar hoe hij ook graaide; het viel iedere keer weer in het water.
Sam gooide nu een steentje over de vijver en keek naar de tram dat vol zat met scholieren nu.
“Zaten we nog maar op school man. Geen verantwoordelijkheden en alleen maar naïeve hoop op een fijne toekomst.”
“Sam, we zitten niet meer op school. Hoewel ik me inderdaad die middagen op zolder met mijn Lego nog kan herinneren als de dag van gister … als de dag van gister …”
“Wat kijk je nou gek Mark?”
“Dat is het! Wie speelt er in deze tijd nog met Lego?”
“Kinderen?”
“Scholieren Sam! Scholieren!”
“Nou, ik zie ze bij ons alleen maar achter een scherm hoor.”
“Niet allemaal Sam! Niet iedereen kan zich een scherm veroorloven en die spelen met Lego!”
“Verrek man, je heb gelijk. Dus we motten ons richten op die leerlingen die nog met blokken spelen? Dat zijn er niet zo heel veel Mark, maar misschien net genoeg.”
“Kijk eens hiernaar man”, en de premier hield Sam zijn mobieltje voor, waar een moskee op afgebeeld stond.
“Dat zijn wel heel veel steentjes man”, wist Sam slechts uit te brengen.
Kuzu had alle vinkjes verstuurd en eigenlijk was de bom al gebarsten. De ontstane tweestrijd was inmiddels al zover met broederliefde doordrenkt, dat hele scholen begonnen leeg te lopen. Ondanks de wet en dat was het briljante van het plan. Niemand zou kinderen verantwoordelijk gaan houden. En de verantwoordelijke volwassenen gooiden quasi nonchalant met hun steentjes, maar wel heel erg overtuigd van hun geloof. Het zou nu niet lang meer duren of de denkbeeldig seculiere muur om Nederland zou tot op de bodem worden afgebroken. ‘Want’, dacht Kuzu geslepen Moors, ‘driemaal is scheepsrecht!’
Onbewust van zijn meesterlijke zet, vouwde hij devoot de handen ineen en keek verliefd naar zijn rode vlaggetje op het bureau en mompelde: “niet lang meer.”
Lodewijk bracht deze zaterdagmorgen onder een stralend zonnetje verslag uit in het Torenkamertje.
“Ik zeg jullie dus, dat al die leerlingen thuis zijn gebleven.”
“Maar hoe dan?”, vroeg Sammie zijn partijgenoot. “Hoe komt dat dan?”
“Ik heb geen idee. Het gerucht echter gaat wel dat Ankara hier een rol in speelt.”
“Wat?!”, veerde Gee furieus geschrokken op. “Ze zijn slimmer dan ik dacht!”
“Wat bedoel je Gee?”
“Precies zoals ik het zeg mannen. Ze hebben door dat we een fundamenteel tekort aan steentjes hebben. Dus snijden ze al hun banden met Nederland door! Zo kunnen we er niet meer bij!”
“De premier zag ineens het venijnige van de inmenging en schrok net zo. “Tja, als ze hun kinderen binnen houden, dan gaan die nooit meer bij vriendjes spelen. Komen ze nooit meer buiten met hun Lego, staan wij hier met lege handen!”
“Razzia!”, gilde Gee. Maar dat werd door de aanwezigen op zijn waarde geschat, dus zakte hij als oorwurm kijkend zijn stoeltje weer in.
“We motten Kuzu aan de tand gaan voelen”, zei Sam. “Als er iemand is die deze status quo kan doorbreken dan, en het spijt me dat ik dit zeg; dan is hij het wel.”
“Sam heeft gelijk”, zat Alexander zenuwachtig met zijn balletjes te tikken. Want hoe hij ook probeerde, ze vielen keer op keer van Kijkduin af waardoor de muur uitnodigend open bleef staan.
Jesse was in slaap gevallen en lag met zijn duim in zijn mond onder het bureau, waardoor het oproepen van Kuzu hen als enig overgebleven optie restte.
Maar op de vraag ‘wie gaat ‘m halen?’, bleef het angstvallig stil. Dat op zich niet verwonderlijk was. Gee kon z’n bloed wel drinken en voor de rest had ie afgedaan als collega.
“Het moet een gematigd Christen zijn dan.”
En unaniem besloten ze dat het Buma moest worden, waarop Marcos het nummer naar boven belde en zijn mobieltje op spiekertje zette.
“Weet je wel wat je van mij vraagt?”, klonk een geknepen stem vanaf het bureau.
“Dat weet ik Buma want ik ken je al langer dan vandaag.”
“Dan zou je toch moeten weten; dat dit iets heel essentieels voor mij is?”
“Daarom vraag ik jou.”
“Vraag of ie nog Lego heeft”, fluisterde Alexander afwezig in de ban van zijn almaar vallende balletjes.
“Lego? Hoor ik dat nou goed?”
Waarop de premier er niet langer omheen kon en zijn Deltaplan 2.0 aan Buma voorlegde.
“Een muur?! Nee! Ik heb geen Lego meer en ook al zou ik die nog hebben, dan zou ik die gewoon op zolder laten liggen!”
Sam interrumpeerde en legde de heikel recente ontwikkelingen in het basisonderwijs uit.
“Dus zoals het er nu naar uitziet, wordt ons onderwijs misbruikt Buma. En je weet dat ik, dat wij, dat dus niet kunnen accepteren.”
“Ja dat snap ik ook wel, maar een muur?”
“Zie het zo Buma”, klonk vanonder het bureau uitgeslapen, “we breken de muren juist af binnen Nederland. Want ik weet niet of je laatst nog door de wijken bent gereden, maar daar staan wel heel veel muren. Muren die juist jouw Godsdienstvrijheid in algemene zin kapittelen en daarmee dus ook de vrijheid op zich.”
Verbaasd over zoveel kennis, die Jesse uit zijn duim lag te zuigen, begon Buma heel langzaam in te zien; dat hij een rol te vervullen had.
“Ik wil wel dat er aantekening gemaakt wordt, dat ik dit tegen mijn zin doe. Maar okay, de idee dat ik Kuzu bij jullie breng, zie ik als ultieme integratiepoging. Want inderdaad, als kinderen zo misbruikt worden, dan heb ik eigenlijk geen keus.”

Kuzu werd gestoord door geklop op zijn deur.
“Laat me jullie dit zeggen, ik wil nu even met rust gelaten worden. Ik ga toch niks zeggen”, sprak hij tot de dichte deur.
De deur luisterde niet en zwaaide open waarna Buma binnen kwam.
“Jij Gristen!”, siste Kuzu gevaarlijk buiten het zicht van camera’s.
“Ik ben hier voor het algemeen belang en de dag des oordeels is nu!”, reageerde Buma gebeten, waarop een korte doch hevige worsteling volgde.
Even later stond Kuzu in het Torenkamertje en keek oprecht verbaasd verrast naar de muur op het bureau. Niets lievers had hij dit meteen in de Ankara-app gegooid, doch hij wist zich uitzonderlijk te beheersen. Wel drukte hij stiekem op de tast op ‘livechat’ en geen der aanwezigen had door; dat de lange arm nu ook voor hen stond.
“We hebben je hier geroepen, omdat we eisen dat je alle leerlingen laat gaan”, sprak de premier. “Wij kunnen in dit land geen gijzelingen toestaan, zelfs als die op basis van geloof zijn gestoeld. Ik eis dat je alle kinderen terstond vrij laat.”
“Vooral die met Lego”, voegde Alexander er aan toe en gaf eindelijk het hopeloze gestapel met zijn balletjes op.
Kuzu had geen idee wat ze bedoelden, tenminste in eerste instantie niet. Maar langzaam begon ook hij de connectie tussen Lego en de kinderlijke onschuld te leggen. Reden te meer voor hem om zijn kaken stijf op elkaar te houden.
“Waar zijn ze?”, vuurde Sammie de eerste vraag op hem af.
“Waar ligt je loyaliteit?”, probeerde Gee op zijn beurt.
“In Godsnaam kerel, zeg iets!”, gooide Alexander zijn bijdrage er tegenaan. Maar hoe feller de vragen werden, des te blauwer werden de lippen van Kuzu.
“Hopeloos die vent! Hij zeg niks!”, ijsbeerde Sam heen en weer voor het raam.
“Laat me jullie dit dan zeggen”, verbrak Kuzu zijn stilzwijgen, “ik zeg inderdaad niks dat jullie willen horen. En dat is de kern.”
“Jij vuile gore …”, haalde Sam uit en wilde zijn partijverrader de nek om gaan draaien.
“Sam! Sam!”, wierpen Buma en Alexander zich dapper tussen hen in, “niet doen, niet doen!” Ook Jesse begon Kuzu te verdedigen. “Ik ben ook niet blij met wat hij zegt, maar dat is ook vrijheid van meningsuiting.”
Gee hield zich in, want het scenario met Sam als dader zag ie wel zitten en de premier; die begon ineens heel hard te lachen.
Syl liep de kamer van Kuzu binnen en begon al honderduit te praten op de drempel. Ze had er zo’n zin in om Nederland weer Bekend Nederland te gaan maken en spuide het ene ideetje na het andere proefballontje nog voordat ze bij het bureau was. Ze keek verbaasd om zich heen, de kamer van Kuzu lag er zo verlaten bij.
Maar de leegheid was niet dat haar zo verbaasde. Het waren de onmiskenbaar aanwezige tekenen van een hevige politieke strijd die er gewoed had. En ze werd zowaar lichtelijk geïrriteerd, om niet te zeggen ronduit boos; dat ze al zonder haar waren begonnen.
Wie ook boos was, was de grote leider. Heel erg boos had hij de interrogatie van Kuzu knarsetandend aangehoord. ‘Genoeg is genoeg’, dacht hij en opende een ton naast zijn bureau. Hij haalde er een opgevouwen doek uit, waar de plattengrond van Europa op stond afgebeeld. Hij ontvouwde deze op de grond en begon geconcentreerd zijn Lego-poppetjes in te zetten, want waar haalden ze het lef vandaan?!
“Hahahahaha!”, bulderde de premier zelfs de stijve lippen van Kuzu open, die met open mond de reactie van de premier aanschouwde.
“Wat zit je nou te lachen man?”
“Doe ff normaal man.”
“Kannie hellupe, hahahahaha! Ik kan niet … oeeeeeh hahahahaha! Kijk ‘m rennuh!”
“?”
“Ja, die treitervlogger man, kijk! Wordt gewoon door één onzer Turken de wijk uitgetrapt!”
De premier kantelde zijn mobieltje en ze keken naar een wel heel snelle angsthaas, die de wijk uitrende om in de armen van de politie veiligheid te zoeken.
Gee zei vrolijk: “ik zei toch dat ze niet allemaal weg hoeven?”
Sammie dacht dat hij dat net zo zou doen.
Jesse sliep weer en Alexander bleef bekende twijfels houden. Maar door de bank genomen overheerste de hoop dat de integratie misschien toch niet helemaal verkeerd was afgelopen. Zo zeer zelfs, dat Sammie zoveel flessen wijn opende; dat ze even later allen met een volle fles aan de lippen stonden en dronken van geluk over het zojuist geziene volksrecht beseften, dat ze de muur misschien zo wel konden laten.
De uitzondering bleef Kuzu, die zijn lippen maar niet op mekaar kon krijgen. Niet om zijn loyaliteit te betuigen, doch louter uit pure verbazing. Dit had ie in zijn beste dromen niet kunnen zien aankomen.
“Partieeee!”, gilde Sammie na driekwart fles en “Chinesie doen!!!”, de premier.
Ondanks de tegenstellingen ging iedereen min één hierin mee. En in bonte optocht liepen ze de trap af, op weg naar Bang.
De rijsttafels werden in ouwerwets bacchanaal verorberd en Alexander gilde naar Bang om muziek. Bij de eerste tonen al, zongen ze uit volle borst mee met de moeder aller smartlappen en dat bloeden leek in ieder geval voor nu gestelpt en dat was voor hen goed genoeg
Kuzu liep mismoedig doch niet verslagen naar zijn kamertje, waar hij Syl briefte over de recente ontwikkelingen.
“Ik heb toch zo’n hekel aan die smartlappen!”, siste ze en “daar gaan ze echt niet mee wegkomen!”
Hoewel het hem aan al die bovenstaande Hollandse nuchterheid ontbrak, begon Kuzu aan te horen; wat Syl voor hen in petto had.
En dat klonk helemaal niet zo politiek correct. Bovendien schonk ze geen water bij de wijn, maar alleen water. Het klonk en proefde zowaar gewoon heerlijk naar meer. Zo zeer zelfs, dat hij van dat geschetste land wel zou kunnen gaan houden!