Juan, El Rij d’Emancipation!
Afgelopen vrijdag in de ochtend begon de koorts. Ik was aan het werk boven iemand die op apegapen lag toen ik werd overmeesterd door een algeheel gevoel van malaise. De gedachte aan de volgende behandelingen lieten mij in gedachten zwetend met de bek vol tanden staan, ik werd letterlijk niet goed. Toch heb ik mij door deze moeilijke ochtend heen gewerkt maar de middag was te veel. Bij thuiskomst zei ik tegen mijn lief: “schat, ik voel me echt niet goed….ik ga liggen” en liep de trap op naar boven.
“Oh neeeee!” gilde ze gevolgd in alliteratie; “what about Juan dan Jean? J&J hebben alles al geregeld en zijn onderweg met rode loper in boedelwagen…we kunnen echt niet afzeggen…iedereen heeft erop gerekend….kom onmiddellijk naar beneden!”
Gedwee liet ik mij onder vele zuchten neder dalen en voor ik het in het gaatje had stak ze een erg koud voorwerp in m’n tokus. Terwijl ze mijn pols dicht kneep en op haar horloge keek zei ze: “eerst maar eens even zien of je echt koorts hebt.”
Ze had haar zin nog niet beëindigd of de spiegel in de hal brak in duizend stukjes door het onder hoge druk gelanceerde anale kwik. Verbouwereerd concludeerde ze dat ik de boel niet in de maling nam en ondersteunde me, zachtjes zingend “friofrio ……….. en jij gaat nu heel snel beter worden want wij gaan naar de gekroonde koning van de merenque….”
De volgende dag werd ik wakker met de tonen van Dominicaanse rooksignalen en de gezonde geest leek de strijd met het lichaam te gaan winnen, we zouden gaan.
In het dreigende herfstweer kwamen we aan in alle drukte. J&J hadden hun kleedje al uitgerold en verwelkomden ons joviaal trots wijzend naar hun lopertje. Heerlijk dat aparte gevoel van weerzien met vrienden, daar kan geen rode loper tegenop die ik natuurlijk op figuurlijke wijze hierin heb verweven.
Opvallend van deze concertavond, zo anders dan weleer, waren de rijen. Je staat in de rij in de auto, na een stevige wandeling met windje tegen sta je in de rij om naar binnen te gaan om daar weer in de rij aan te sluiten bij de garderobe. Ontdaan van de zuidwesters was het tijd voor een consumptie en dus was de beloning een rij, een lange rij. Al rap bleek dat de blaas vol gedruppeld was en door de sluitspier te laten werken liep ik enigszins raar richting het toilet; rij!
Deze laatste rij was een kunstmatige hoewel achteraf bezien waarschijnlijk ook weer niet. Daar, in het sluitspiergedrang ontstond een mij tot nu toe onbekende en in ieder geval in mijn beleving ongekende revolutie, kan ik wel zeggen.
De herenafdeling verliep zoals altijd uiterst efficiënt. Met trotse blik liepen de heren rap achter elkander in en uit. De ene keer ietwat gespannen, de andere relaxed onderwijl nonchalant het zaakje dichtritsende.
De andere afdeling daarentegen kende ernstig forse opstoppingen. Langs de muur stond een dicht opeengepakte meute van drie tot soms wel 6 vrouw dik! En deze rij was zichtbaar groeiende, de dames gingen steeds drukker tekeer. De situatie kon zeker wel gespannen genoemd worden en gedreven door onderbuikgevoelens gingen de dames buiten de box denken.
Jaloers werd gekeken naar de snelle heren en uiteindelijk werd de spanning de dames te veel, een sanitaire emancipatiegolf dreunde door de Ahoy-hallen. Iedereen voelde instinctief aan zijn of haar water dat dit zich niet tot een enkele pot zou laten beperken.
Druk babbelend werd er door de eerste, een pittige dame in zwarte bubbelleggings met nog strakkere hotpants erboven, het initiatief genomen. Ze zag de deur van de staande herenpot opengaan en vloog naar binnen. Andere dames volgden haar blindelings, de druk werd een ieder gewoon teveel en dus stonden er op het moment van mijn sanitaire stop twee dikke rijen.
Verbaasd, maar niet durven te protesteren, stonden de heren nu ook in de rij maar het algemene gevoel van ‘het is wel zo eerlijk’ overheerste. Door het verschil in potten was de ‘herenrij’ toch iets sneller en ik schoof aan in de felverlichte ruimte waar de ontlasting zou gebeuren. Het beeld dat ik daar zag staat nu nog op mijn netvlies gegrift. De dames hadden nu ook de hangende potten ontdekt en druk babbelend geconfisqueerd. Dit gaf een vreemd schouwspel, de Antilliaanse vleugel, werd gefluisterd, had het initiatief genomen en vele dames hingen zo achterstevoren aan de muur. Toen het mijn beurt was keek mijn voorgangster mij stoïcijns aan alsof ze zo al haar hele leven toiletteerde. Mijn beurt deze keer was een moeilijke door het volledig ontbreken van iets van een richtpunt. Als er al een vliegje op de pot zat dan was ie aan het zicht onttrokken door vele vleugels en een keur aan absorberend materiaal. Mijn buurman keek ook moeilijk en toen we elkaar aankeken konden we alleen maar gelaten onze schouders ophalen vooraleer de onderdruk te normaliseren.
Juan heeft de zaal dermate lang laten wachten dat deze sanitaire revolutie zwevende voetjes in pumps boven de grond kon krijgen. Maar desondanks opgelucht en klaar voor dansje doen begon Juan uiteindelijk met zijn ding. En het moet gezegd, het was kei- en keigoed. We hebben vanaf de eerste ingezette maat gedanst en gedanst. Iedereen had wel duizend danspartners en het blije, vrolijke gevoel van al die gezellige mensen werkte bevrijdend. Het pijnlijke knietje van mijn eega werd volledig vergeten en wij voelden ons allen weer net geen twintig. Juan is weliswaar wat jaartjes ouder geworden maar zijn levensopnames overtreffen minimaal die van zijn studio, gewoon heel erg goed. Dat ie niet voor een ouwerwets avondje uit heeft gezorgd is enerzijds jammer maar anderzijds; zonder Juan had ik nimmer rijk uitgedost zwevende dames aan de muur kunnen zien hangen. Mijn dank gaat dan ook uit naar J&J zonder wiens exceptionele organisatorische talenten wij deze onvergetelijke avond nooit hadden kunnen beleven zoals we gedaan hebben.