Bel de pliesie!
“Frans, waar ga je naar toe joh?”
Maar Hollande verliet hals over kop zonder verder nog iets te zeggen met tranen in de ogen het gebouw. Ondertussen werden de andere leiders door de beveiliging razendsnel met hals over de kop in veiligheid gebracht. Marcos werd zonder pardon zo, wel druk tegenstribbelend, in de gereedstaande limo geduwd en de acceleratie dwong hem diep in het zachte leer van de achterbank. Eenmaal op topsnelheid kon ie zich weer oriënteren.
“Sammie? Wat doe jij hier?”
Op de achterbank naast hem zat een bezorgd kijkende Sam met laptop en satelliettelefoon het laatste nieuws te updaten.
“Ik pikte redelijk ernstig gerucht op, dat er sprake was van oplossing voor de Grexit man.”
“Ja duh… natuurlijk, daarom zaten we ook bij mekaar! Waar slaat dit op Sam?”, terwijl hij door de geblindeerde ramen naar de zware escorte wees. “Ik eis verklaring!”
“Mark, ik weet dat je denkt dat ik internationaal nie mee ken, maar ik ben nie helemaal van gisteren. Zodra ik begreep dat de Griek voor meer zou worden aangeslagen dan goed voor ons is, heb ik direct internationaal alarm geslagen. Dus een dank je zou nie verkeerd zijn man.”
“Ben je nou helemaal”, foeterde de premier, “van de pot gerukt? Hoe ben je daar in Godsnaam bij gekomen om zo… zo… ja zo dus, te doen?”
Sam, overtuigd van zichzelf, keek zijn vriend uitgestreken aan en zei met onderdrukte trots: “aanslagen man. Kijk zelf maar, ik had gelijk.” Hij draaide zijn laptop naar zijn makker toe die verbaasd keek naar neergeknalde toeristen en rommelige ligbedjes op een zonovergoten strand.
“Wat is dit man? Is dit weer één van die kinky sites van je? Doe weg, hoor je me? Doe weg!”
“Dit zijn beelden van een aanslag Mark. Onschuldige toeristen door kalsjnikovs doorzeefd. Alleen maar omdat ze vakantie aan het vieren waren. Easy victims Mark, om een waanzinnig statement te maken. En daarom moest Frans zo snel weg. In het ooit douce France was de eerste aanslag man, met barbaarse onthoofding en al.”
“Wat? Dit zijn echte aanslagen? Ook hier in ons verenigd Europa?”
“Ja man, en Koeweit is ook dupe geworden.”
“Drie?”, vroeg de premier in ongeloof. “Sam, ik ben geschokt….. Maar waarom kon ik nie gewoon daar blijven? Ik bedoel het was net zo gezellig… je weet toch; leiders onderling?”
“Het land heeft je nodig man, je bent de premier!”
Onder verbaasd onbegrijpelijke blik van de eerste man van ons land, passeerden ze de grens bij Hazeldonk.
Onder ontelbaar blauwe zwaailichten werden de mannen hun hofje opgereden en afgeleverd bij de deur. Eenmaal boven gooiden ze hun jas in de hoek en gingen tegenover elkaar zitten. Marcos aan z’n bureau en Sammie naast het raam.
“Dus, nog ’s een keer man. Er zijn drie aanslagen gepleegd?”
“Ja man, waarvan eentje in Europa. Je begrijpt, ik moest wat doen.”
Zijn boosheid over de plotselinge extractie was ie al weer lang vergeten, maar de schok van de aanslag bleef hangen.
“Het volk Sam, ik mot het volk toespreken. Ik mot ze geruststellen dat zoiets bij ons nie kan…. toch?”
Sam refereerde aan de simpele huisvader in Lyon en de vergelijking met eigen haard was zelfs voor de premier niet te missen.
“Potverdrie! Je zegt dus…. Potverdrie!…… Hoe heeft dit zover kunnen komen eigenlijk?”
“Eh, tja, vrij vervoer, economische groei en zo….”
“Ja, en?”
“Ik weet ook nie man, ik zeg maar wat. Ik ben ook bang!”
“Jij? Bang?”
“Ja man. Vreselijk bang. Ze kunnen toeslaan wanneer ze maar willen man, die lui hoeven zich nergens aan te houden hoor.”
“Je bedoelt dat ze zo maar met bommen de grens over kunnen?”
“Precies dat ja, en hoeveel zijn er al nie hier?”
Compleet uit het veld geslagen door deze oogopener, begon de premier nerveus te knipperen met de ogen en sloot tenslotte snel de zware gordijnen. Onder enkel een klein bureaulampje fluisterde hij: “wie kunnen we bellen?”
Sam begon haastig door de drievoudige rolodex op het bureau te scrollen en werd gek dat ie het nummer niet zo snel kon vinden.
“Wat zoek je Sam?”
“Nummer van de pliesie natuurlijk. Maar ‘k zie door die kliklijn- en meldpuntnummers niet het nummer dat we echt nodig hebben. Jemig man, hebben we überhaupt nog wel normale nummers in dit land? Wist niet dat we zoveel politiek correcte nummers hadden.”
“Jaja, wat dat aangaat doen we voortvarend hoor. Maar inderdaad die van de pliesie heb ik ook lang nie meer gezien. Wel goed idee Sam, wat was dat nummer ook alweer? Help me herinneren dat ik binnenkort een nationaal nummer in moet voeren, eentje dat iedereen kan onthouden. Oh ja, hahaha, gelukkig heb ik die onder speeddialtoets 1 gezet!”
“Sam duwde de 1 in en eiste de baas himself aan de lijn want dit was spoedklus van nationaal belang.
Even later werd geklopt en Marcos vroeg: “wie daar?”
“Gerard”, klonk het vastberaden, “ter plaatse.”
“Snel Sam, doe open, meneer Bouman staat voor de deur, onze redder!”
Met een enkele knik groette de hoofdcommissaris Sam vanuit de donkere gang en liep de verduisterde kamer binnen. Gerard corrigeerde de premier meteen.
“Gerard B. excellentie; mijn naam is Gerard B”, terwijl hij plaats nam in het art deco stoeltje naast Sammie, waar hij direct van wal stak.
“Nu pas vraagt U mij om hulp?”
“Ja, ik had het wel errug druk hoor”, excuseerde de premier zich, maar niet te lang. “Hebbie gehoord van die aanslagen?”
“Ja natuurlijk”, schamperde de oude rot.
“Nou?”, drong de premier aan een verlossende reactie verwachtend.
“Wat wilt U dat ik doe?”
“Ons beschermen natuurlijk”, reageerde de premier en Sammie knikte instemmend mee.
“Hoe?”
“Ja hallo, met de pliesie natuurlijk!”
Gerard zuchtte eens even heel diep en probeerde zich in te houden. Hij keek vanonder zijn pet naar de premier, die hij als hoofdverdachte begon te zien; dat hem voor zijn humeur veel beter afging.
“Even hypothetisch excellentie…”
“Even, ‘wat’?”
“Stelt U zich voor dat ik een raddraaier oppik. Kunt U dat?”
“Ja, hahaha, en of”, zei Marcos hoopvol.
“Okay, ik pik ‘m op en gooi ‘m achter de tralies.”
“Hoera!”, zei nu ook Sam zich van het juk bevrijd voelend.
“Probleem opgelost!”, gilde Marcos nu zowaar, “zo, ik ben blij dat je kon komen Gee, mag ik Gee zeggen?”
“B. excellentie, Gerard B. Maar daarmee zijn we er nog niet.”
“Heu? En hoezo dan niet?”
“Dagen, weken, maanden en soms jaren van recherche-werk kunnen tot een arrestatie leiden. Een arrestatie die sowieso gewoonlijk en meestal tot invrijheidstelling leidt reeds de volgende dag. Procedurefoutjes en zo, dan wel totaal gebrek aan voldoende middelen. Maar stel nu voor dat we alles goed hebben gedaan in de ogen van vrouw Holle.”
“Vrouw Holle?”
“Oh excuseer, ik bedoel natuurlijk Vrouwe Justitia van dit land. Dus, we hebben de dader in het gevang en even later voor het hekje. Dan nog wordt het magere resultaat een paar uur schoffelen, als het al niet voorwaardelijk is. En dat komt de veiligheid op straat simpelweg niet ten goede schat ik zo even snel in.
“Ja hallo!”, zei Sammie nu uitermate geïrriteerd door de aanmatigende toon van B. “Iemand mot die plantsoenen onderhouden hoor. Daar hebben gemeentes geen geld meer voor, we leven wel in 2015 hoor voor als je dat nog niet door had. Wat denkt die pet wel nie Mark?”
“Daar heeft Sam wel een punt hoor.”
In zijn gedachten zag de hoofdcommissaris van Nederland twee doorgewinterde criminelen die niet van plan waren hun ego te breken. En bij ontbreken van verdere dwangmiddelen berustte hij noodgedwongen in die zo gehate bezuinigingsronde; die het Torentje ondanks de alarmerende toestand zo bleef kenmerken.
“Ik…. ik ben helemaal van de orde, maar zo kan ik niet werken.”
“Wat?”, spong Sammie furieus op en sloeg de pet van Gerard z’n hoofd. “Ben je nou echt van de ratten besnuffeld? We vragen nie veel en als we eindelijk eens wat vragen, ken je het niet?” Deze werkweigering was voor Sammie genoeg om Gerard bij zijn dienstkoppel en epauletten te pakken en hem onder luid gekraai van de premier de trap af te jonassen.
“Hahaha Sam, die hebbie mooi op z’n plek gedonderd. Wat een hondsbrutale vent is me dat zeg! Goed dat we die geen cent extra hebben gegeven en volgens mij kan er nog wel wat vanaf.”
“Hehehe”, grapte Sammie onderwijl de pet van de vloer rapende; “die pet pas mij helemaal nie!”
“Hahaha Sam, hou op man!”
Hehehe, nou op de pliesie hoeven we nie meer te rekenen. Maar hoe nou verder man?”
“Alle gekheid op een stokkie, we hebben wel nog degelijk groot nazionaal probleem. Wie kan ons helpen?”
“Ik dacht dat je zelf oplossing had Mark, dat hebbie toch altijd? Moet ik je eraan herinneren dat Europa en dus ook wij, in staat van oorlog zijn?”
“Het kanaal!”, gilde Marcos nu panikerend zijn boeltje bijeen schrapend, “we motten naar Engeland!”
Sam sloeg de premier nu met vlakke hand in het gelaat en maande hem tot bezinning.
“Auw man, dat doet pijn”, pruilde de premier nu weer wat meer bedaard door de corrigerende tik.
“Je bent de premier Mark. Onze premier loopt niet weg!”, zei Sam gedecideerd.
“Okay, okay… geef me even dan man…”, had de premier nodig om aan het idee van oorlog te wennen. “Ja, ik ontkom er niet aan het volk toe te spreken Sam. Juist in deze tijden moeten we inderdaad samenblijven. Dank je man, je heb gelijk. Maar hoe ken ik dat nou het beste doen?”
“Eindelijk zie je ook de ernst in. Ik denk ook dat dit de eerste stap mot zijn Mark. En ik weet precies wie te bellen!”
Met wijd opengesperde ogen lag Sjonnie in bed naar het plafond te staren, toen ie wakker werd van zijn mobieltje. Vooraleer hij opnam, gooide hij eerst wat bronwater in z’n ogen. De karaf op z’n nachtkastje was zijn eerste levensbehoefte in de ochtend, alsook de rest van de dag, geworden na die plastische operatie. Maar spijt van die onbeschermde ingreep had ie niet. Want nu zag hij de zaken nog helderder of eigenlijk gewoon; daar was ie nog niet helemaal over uit. Maar iedereen wist; dat als je op tv moest, Sjonnie de man was om te bellen. En dus legde Sam hem de actuele staat van het beleg uit. Ondanks het vroege tijdstip aarzelde Sjonnie geen ogenblik en zei direkt: “amazing grace!”
Even later kwam Sjonnie het torenkamertje binnen en begon meteen met de gordijnen open te trekken. Want in zo’n belichting kon ie niet werken. In het daglicht zag de hofvijver, waar een beachvolleytoernooi (?) aan de gang was, er zo onschuldig uit; dat Marcos het opeens te kwaad kreeg en hij begon te huilen.
“Gaat het wel premier?”, vroeg Sjonnie bezorgd en Sammie had al een beschermende arm om de nu bijzonder broos uitziende premier geslagen.
“Ja ja, het komt door de spanning denk ik Sjon, maar ik ben blij dat je er bent. Dank je wel man. Maar wat bedoelde je nou met emmesing grees?”
“Dat is beetje moeilijk om in woorden uit te leggen, ik ben meer van het visuele.”
“Maar ik mot het wel begrijpen Sjon, want ik ga niet zomaar uit m’n nek zitten lullen op nationale televisie hoor.”
“U hebt gelijk, ik ben inderdaad niet van de staatsomroep, maar misschien dat Sammie kan uitleggen?”
Sam haalde z’n arm van zijn maat af en ging weer bedachtzaam zitten.
“Ik denk dat ik wel weet wat Sjon bedoelt Mark. Tenminste corrigeer me als ik verkeerd heb Sjon”, waarop de magnaat, ondanks zijn immer verbaasde oogopslag, bevestigend knikte en zijn hoofd achterover sloeg om wat bronwater te sprenkelen.
“Zoals ik altijd begrepen heb, moeten we in tijden van oorlog hulp zoeken over de plas.”
“Oboema?”, en de premier leek zijn emotionele instorting weer langzaam te boven te komen bij de gedachte aan zijn grote voorbeeld.
“Dat denk ik, tenminste als ik Sjonnie goed heb begrepen. Maar hoe, waarom? Dat weet ik ook nie.”
Ze werden onderbroken door een degelijk ogende visagiste, die zonder een woord routineus de tranen van de premier met een kwastje wegveegde en daarna een arsenaal aan kleurige potjes op het bureau uitstalde. Demonstratief begon ze de schedel van Sammie in te kleuren die er inderdaad fictief beter uit begon te zien. Daarna wendde zij haar kwastje weer tot de premier.
“Voor deze klus heb ik mijn persoonlijke visagiste gevraagd U zo op te maken, dat de hele wereld U gaat zien zoals U dat zelf doet.”
“Je bedoelt; dat je mij eindelijk als groot leider in het spotlicht kan zetten? Kan je dat werkelijk?”
“Dat is het gemakkelijkste deel Mark”, en op aanwijzing ging zijn visagiste druk met haar verf in de weer.
“Neeeeeee!”, sloeg Marcos nu de kwastjes uit haar handen en brulde: “ik wil niet als neger geschminkt worden hoor! Dat gelooft echt niemand, hoe goed je ook niet bent!”
“Hehehe”, kon Sammie weer voor even de bestaande stress weglachen.
Zelfs Sjonnie kreeg iets kleinere ogen door onwillige samentrekkingen van zijn lachspieren. “Nee, oh nee Mark, natuurlijk niet…. hahaha stel je voor zeg.”
“Maar….., wat is dat mens dan aan het doen?”
“Voor de camera Mark. Was je look alleen maar voldoende, maar dat zou te simpel zijn.”
“Wat is dan dat moeilijke deel waar je het over had?”
“Simpel, je moet moslim worden!”
“Ja, natuurlijk!”, doorbrak Sam als eerste de stilte van de mega verbazing, de onderliggende gedachte door hebbende.
“Geniaal Sjon, gewoon ge-ni-aal!”
+ kwastje van Sjon =
“Ja hallo Sam! Het gaat hier wel om mij ja! Waar hebbie het over?”
“Sorrie man, maar ik begrijp het nu pas. Eerst begreep ik alleen maar dat we weer hulp van de Amerikanen nodig hadden maar…. Zo Sjon; hij’s ech goed hoor, hehehe.”
Marcos sloeg nu met zijn vuistje op tafel, zijn rechter waar ie normaal in lachte. “Kan iemand nou eens ein-de-lijk uitleggen waarom dat allemaal zo geniaal is? Anders stop ik ermee hoor. Dan doe ik gewoon niet meer mee!”
Jaja, natuurlijk man. Kijk, deze oorlog is religieuze toch?”
“Ja.. en?”
“Nou, dan moet je beeld neerzetten dat verbroedert toch?”
“Dat is een optie, dat zie ik ook wel.”
“Hehehe, ken je zingen Mark?”
De premier werd nu gek en sloeg zo hard op het bureau dat de potjes met verf lichtjes voor een kort moment even tegen elkander aan rinkelden.
“Ik hou er nie van in de maling te worden genomen Sam, dat weet je donders goed!”, dreigde Marcos nu zijn ineenstorting weer helemaal te boven.
“Ik denk dat U even moet gaan zitten. Dit kan ik wel uitleggen; met een filmpje”, en Sjonnie surfde naar Youtube waar hij het gezochte beeldmateriaal aanklikte.
https://www.youtube.com/watch?v=WmRAxJIa0u8
“Zie je nu Mark?”
“… ik zie gospel, is dit niet te stigmatiserend?”
“Wat heb ik je nou gezegd dat je moet worden?”
“Moslim?”
“Precies. En wat denk jij dat dat beeld doet met het wereldbeeld? Ik bedoel een moslim die Chistelijk deuntje zingt, en niet te vergeten overtuigend?”
“Potverdikkie! Hahaha, daar ken IS nog hele dikke punt aanzuigen, hoe barbaars ze ook doen zeg. Dit is inderdaad de kern Sjon… Als jij me zo neer ken zetten, dan pikken de mensen echt alles van mij. Sam! Sam man! Ik zie onbegrensde bezuinigingsmaatregelen! We krijgen carte blanche man! Jee-zus!”
“Halleluja!”, stemde Sammie ook meer dan vrolijk in; “je ziet het nou ook? Hehehe,jaja; halleluja Mark, halleluja!”
“Mijn God”, was het enige dat Sjonnie nog kon uitbrengen in die onverwachte euforie en had voor het eerst geeneens neiging meer om naar het bronwater te grijpen.