Der Ausschluss

Der Ausschluss

Marcos zat bij de pakken neer die hij, zoals altijd, netjes over zijn stoel had gehangen. Het was een zware dag geweest en nu zat hij in zijn favoriete bloemetjes-bermudaatje even bij te komen met een kopje thee toen zijn mobiel trilde tegen de stoelleuning. Even twijfelde hij of hij wilde opnemen maar de klus was nog niet af, dus pakte hij zijn mobieltje uit zijn broekzak.
“Hebbie het al gehoord?”, vroeg Sammie evenzo terneergeslagen door de bar tegenvallende uitslag.
“Watte?”
“Nou, Gee.”
“Nee, wat heeft ie nou weer geflikt?”
“Hij is voor een Gubbeltje op de eerste rij gaan zitten man. Hij heeft zijn achterban laten gillen dat ze geen Marokkanen meer willen in Nederland.”
“Oh? En waar dacht ie ze dan te laten?….. Wat?… Nee…. dat ken ik niet geloven hoor.”
“Nou Mark, heb ‘m vaak het voordeel van mijn twijfel gegeven maar dit ken ech niet man.”
“Mmmm, denk dat je daar gelijk in heb. Okay, zal ‘m bellen als ik wat ben bijgekomen, zie je morgen.”
“Morgen”, en beiden gingen loom achterover zitten na het verbreken van hun verbinding.

Bij het tweede kopje thee, drukte Marcos met tegenzin de nummertjes van Gee in.
“Hallootjes met Gee”, klonk het opgewekt.
“Gee, met mij.”
“En wie mag die ‘mij’ dan wel niet zijn?”
Marcos schrapte zijn keel en zei nu gewichtig: “met de Premier!”
“Je bedoel Misser Europa waar ons volk voor moet bloeden, dat Brusselse schoothondje zonder lof dat maar blijft keffen en niet durft te bijten? De dwaas die Nederland heeft verkocht zonder op te letten?  Ja, die eikel ken ik wel, wat mot je?”
“Zeg Gee, doe ’s ff normaal man.”
“Doe jij ’s ff normaal man”, en dat ging nog een tijdje door totdat Marcos boos ophing.
Daarna liet hij een persbericht uitgaan dat hij zich distantieerde van de uitspraken van Gee en zocht vermoeider dan normaal zijn bedje op. Snel was hij vertrokken naar zijn dromenland.

Middenin de nacht schrok hij wakker van een harde klap op zijn slaapkamerraam. Een luid gejoel was hoorbaar op straat en slaperig opende hij zijn raampje.
“Daar izzie, die homo!”, waarna een kleine meute ongeregeld heel hard begon te gillen dat homo’s ziek zijn want dat staat geschreven in hun boek. Ze kwamen dit nu even oplossen gevolgd door onverstaanbare kreten doch in koor werd als één man geëindigd met; “Allahoe Akbar….Allahoe akbar!” Daarna begon de kleine menigte rondjes te lopen om de fiets van de premier, die met een stevig abusslot aan de boom was vastgeketend. Steeds luider begonnen ze te gillen en na ieder rondje om de boom gooiden ze een steentje richting het slaapkamerraam van Marcos. De rondjes gingen steeds sneller en verhit werden de steentjes groter totdat een losgelopen stoeptegel het zolderraampje in vele scherven deed breken. Marcos greep nu meer dan angstig naar zijn mobieltje. Hij belde 112 maar daar kwamen ze niet meer voor waarna hij Sammie belde die niet durfde. In opperste paniek belde hij naar Gee.
“Gee, je mot me helpen. Er staat een menigte voor m’n huis en ze willen me lynchen man.”
“Stee poet kerel, ik regel het.”

Na een meer dan angstig kwartiertje kwam Gee met zijn beveiligers aanrijden. Bij het zicht van  het gebleekte hoofd van Gee stoof het straattuig uiteen en de rust keerde snel terug.
“Doe open Mark!”, bonsde Gee op de deur van de premierswoning maar zonder reactie.
“Openbreken!”, commandeerde Gee zijn gorilla’s en snel stonden ze binnen, waar ze Marcos in de hoek van zijn slaapkamer verborgen en trillend onder zijn dekbedje vonden.
“’t Is al goed man, ze zijn weg.”
Marcos keek de mannen verschrikt aan en rende snel in de armen van Gee.
“Het was zo eng man.”
“Kijk man, dat bedoel ik nou, het is ook eng.”
Marcos was verward en voelde zich heen en weer geslingerd tussen zijn realiteit en die van iemand anders.
“Ik ben helemaal geen homo Gee, waarom pesten ze me dan?”
“En als je dat nou wel was Mark, was het dan wel okay? Mogen zij dan wel hele groepen buiten de maatschappij plaatsen, buiten de maatschappij pesten zeg ik je. Rechtvaardigt dat dan wel hun gedrag jegens anders denkenden en voelenden?”
Ze liepen naar beneden en gingen aan een kalmerend theetje. Marcos begon met een kritische noot nu ie zich weer veilig voelde. Ondanks deze bijzonder beangstigende er- en aanvaring was ie van mening dat Gee, als volksvertegenwoordiger van Nederland, zich niet zo moest laten gaan.
“Schisma man, je drijft een wig die niet meer valt los te wrikken met het woord.”
Gee liet deze woorden even op zich inwerken en stuurde zijn beveiligers de gang op waarna hij van zijn hart geen moordkuil maakte.

“Mark, je bent een H-O-M-O!”
Die woorden en dan vooral de laatste gespelde, landden als een atoombom. Vertwijfeld voelde Marcos zich verstikt door de paddenstoelwolk die hem de adem ontnam. Na een lange stilte antwoordde hij: “maar jij bent een fascist!”
“Ja, en?”
“Nou…. dat soort mensen willen we helemaal niet in dit land.”
“Oh ja, en als 112 niet helpt, wie ga je dan belle?”
“Ik… ik…verdomme man… ik wil gewoon dat we allemaal met elkaar kunnen omgaan zonder de dreiging van deportaties man. Ik wil niet dat minderheden door andere minderheden worden weggezet bij het oud vuil.”
“Alsof de NS dat ooit zou kunnen organiseren. Week up man.”
“Maar waarom heb je dan gezegd wat je hebt gezegd?”
“Omdat ik knettergek geworden ben man! Omdat na Pim en Theo ik de laatste van het mogelijke trio ben man, omdat ik 24/7 geen privacy meer heb en zij die daar geen recht op zouden mogen hebben juist daardoor worden beschermd. Omdat ik net zoals jij van dit land hou… alleen niet van Marokkanen!”
“Daar ga je weer man…. ik vind dat je je excuses moet aanbieden!”
“Fuck excuses, nee; ik laat mij niet meer ringeloren hoor, mei teim is nou! En doe nog een theetje, dat spul smaakt best wel.”
Bij het inschenken begon Marcos over de betekenis van thee voor de Marokkaanse gemeenschap en dat thee verbroedert.”
“Zal wel”, zipte Gee aan zijn hete kopje, “wateffer man.”

Tegen het ochtendgloren kwam de glaszetter aanzetten en Marcos liep met Gee naar de deur. De mannen namen afscheid in de wetenschap dat ze hier samen nooit uit zouden komen want de beveiligers hadden de doorgang danig geblokkeerd. Gee knipte met zijn vingers waarna hij naar buiten kon lopen.
“Je was toch ooit één van ons Gee”, wierp Marcos hem als laatste strohalm nog na.
Bij de auto stopte Gee even en keek om naar zijn voormalig partijgenootje. Marcos meende een hele kleine traan te zien die snel verdampte in het ochtendzonnetje.
“Bedankt voor de thee”, waarna hij zonder verder iets los te laten instapte en snel om de hoek verdween.
Marcos sloot de deur en hoorde deze in het slot vallen. Hij keek nog even naar de gesloten deur en besefte dat die niet, zonder fundamentele veranderingen in inzichten, meer open kon.
Hij liep naar boven en zag een potige glaszetter zich in het zweet staan werken. Onbewust keek hij naar het ontblote bovenlichaam en vroeg met droge keel zachtjes: “kopje koffie glazenzetter?”
Want de tijd voor thee was natuurlijk al lang voorbij.

Geef een reactie

Het e-mailadres wordt niet gepubliceerd. Vereiste velden zijn gemarkeerd met *

Deze site gebruikt Akismet om spam te verminderen. Bekijk hoe je reactie-gegevens worden verwerkt.