Geloof in eigen kunnen
“Dus deze jongen zal nooit met de pvv gaan samenwerken!”
Een klaterend applaus en een enkele ingehouden kreetjes van vreugde stegen op vanuit het publiek. Buma vouwde tevreden z’n kladbriefje op en nam alle felicitaties in zich op en begon zich onoverwinnelijk te voelen. Hij voelde dat het nu zijn tijd ging worden, God wilde dat gewoon.
Kuzu van Özturk was bijna klaar met zijn rede over de toekomst van Nederland. “En daarom is pvv slecht en ik het antwoord!” De schoonmaker van het gehuurde zaaltje was alvast begonnen, daar er toch niemand in de weg zat. En onder het geëmmer met dweilen vouwde Kuzu zijn speech in zijn C&A-maatpak op en liep trots naar buiten. Hij voelde dat dit zijn tijd werd, Allah wilde dat gewoon.
Marcos stond op en na een verkwikkende douche, bond hij zijn lunchtrommeltje onder en fietste zo hard als ie kon naar het Torentje. Buiten adem stommelde ie de trap op, om binnen alweer tegen die grijns van Sammie aan te kijken.
“Zo, kommie ook nog ’s een keer man?”
“Jemig Sam. Ik dacht toch echt dat ik vanochtend eerder zou zijn hoor. Maar nou je er toch bent, ook goeiemorge man. Hebbie trouwens die spietsen op de tv gezien?”
“Ja en daarom is het goed dat ik die twee eruit heb geflikkerd.”
“Nou! Daar ben ik het helemaal niet mee eens! Ik wil ze terug!”
“…?…”
“Ja, nou hoef je nie zo verbaasd te kijken man. Want wie is niet gevormd door deze nationale helden?”
“Helden? Ze hebben zich afgesplitst man! En zo onze werkplek nog meer versplinterd dan ie al was. Helden pfoeh! Loosers zijn het! Alleen maar met zich zelluf bezig en niet met ons grotere plaatje.”
“En toch wil ik ze terug. Want van die grijze koppen op de buis word ik nie vrolijk!”
“Mark, ze zijn van alles, maar zeg jij nou dat ze van de grijze wolven zijn? Dit moet Ad weten en wel onmiddellijk!”, en Sam haalde opzichtig zijn smartphone uit z’n borstzak.
“Over wie hebbie het eigenlijk Sam?”
“Kuzu Özturk natuurlijk!”
“Hahaha! Ik had het over meer serieuze figuren; Ernie en Bert man! Bert en Ernie?”
“Oh, hehe. Ja die motten natuurlijk wel terug!”
Op dat moment stormde Gee het kamertje binnen met schuim op de bek.
“Hebben jullie Buma gezien? Dit kan ech nie hoor!”, en Gee trapte uit pure nijd zijn peuk uit op het grijze velourstapijt.
“Zeg Gee! Doe ’s effe normaal man!”
“Doe jij eens normaal! Jij bent toch ook mijn premier?”
Sam viel hem ongewoon bij; want die afvalligen gingen hem steeds meer tegenstaan. “Hier heeft Gee een puntje. We moeten weer meer één leider krijgen man. Ik weet dat je het goed doet, maar zeg nou zelluf Mark. Die twee heb je niet onder controle.”
De spanning liep hoog op en toen Gee zijn zoveelste peuk boos had uitgetrapt; besloot de premier dan het nu wel welletjes was. En geheel tegen al zijn ongezonde principes in, nam hij de telefoon ter hand en sommeerde Buma en Kuzu naar het Torentje. Onder de indruk van het kamertje zonder hoeken, wees Sam ze naar het matje; waar ze op moesten gaan staan. Het matje was zo klein; dat lichamelijk contact onvermijdelijk was. En zo probeerden ze, beiden zeer ongemakkelijk, de premier van hun standpunten te overtuigen.
“De Heer zou echt niet willen, dat ik met Gee ga samenwerken. Dat gaat tegen mijn geloof in gewoon.”
“Ik alleen ben de vreedzame toekomst van Nederland, wacht maar af!”, zei Kuzu dreigend. “Ik vertegenwoordig de moeder van alle toekomsten. Zo wil de Almachtige het nou eenmaal.”
Sam vloog op en Gee trapte er nog eentje woedend uit, toen de premier met vlakke hand op het bureau sloeg.
“En nou is het afgelopen! Nederland is groot geworden dankzij de ratio! Ik respecteer ieder geloof. Maar laten we in Godsnaam wel rationeel blijven!”
Voor Kuzu het zoveelste bewijs; dat zelfs de premier hem niet serieus nam. Hij begon Buma van het matje te duwen. Buma verzette zich hevig en gilde.
“Zo ware helpe mij God almachtig, ik sta standvastig!”
“Heet die premier van jou Mark Ratio of zo? Nee, uit naam van Allah! Ik zeg nee tegen jullie rationele gedachtes! Allah Akbar!”, en Sammie en Marcos zagen met lede ogen de hevige worsteling op het matje bij de deur aan, terwijl Gee zijn stopwatch indrukte.
“Zie je wel? Knettergek zijn ze!”, en Gee ging zitten, de tijd nauwkeurig in de gaten houdende.
De worsteling duurde en duurde. Geen van de twee wilde van het matje vallen en Sammie begon een poeltje op te zetten. Stevige bedragen werden ingelegd. Maar ondanks de oplopende bedragen, bleef de geloofsstrijd onbeslist. De heren waren geen moment tot bedaren te brengen.
Heren kappe nou!”, probeerde de premier meerdere malen; dat slechts meer stof van het matje deed opwaaien.
“Zeventien minuten zijn ze nou al bezig en kijk wat ze hebben bereikt, stof! Alleen maar stof!”, gilde Gee; die zijn gelijk bevestigd wilde zien. En na die zeventien minuten gelijk opgaande en niet aflatende strijd gilde Sam: “hebben jullie de premier niet gehoord? Kappe godverdomme!”
Gee zag door het opwervelend stof zijn stopwatch niet meer en zei: “zie je wel! Dat krijg je ervan als je gristenen en islamieten een matje laat delen. Ik zie niks meer. En dat zal alleen maar erger worden godverdomme!”
Na die laatste krachtterm kraakte het plafond hevig en donderde met een hevig geraas naar beneden. Eerst het pleisterwerk en toen het riet viel, werd de strijd gestaakt. Want de oude eiken steunbalken begonnen keihard te knappen en het dak ging eraf.
“Oh! Mijn God!”, viel Buma op zijn knieën en begon te bidden met direct zicht op de hemel. Ook Kuzu viel op het matje en begon steeds sneller te buigen. Ook hij was ervan overtuigd, dat Allah nu in zou grijpen. Gee zijn peuk viel uit zijn open mond van verbazing en gelijk hem keken Marcos en Sammie angstig omhoog.
“Sorrie, oh sorrie heren, we hebben ons vergist”, klonk het helder door het langzaam oplossende stof van boven.
“Oh, geen enkel probleem hoor. Dat heb ik ook wel eens”, sprak Marcos zijn bravoure herpakkend. Nu zou hij zijn autoriteit kunnen doen gelden en riep naar boven: “zeg, nu u er toch bent, wij zitten hier met een onoplosbaar geschil.”
“Fijn dat u het zo opneemt. Maar volgens onze stabiliteitsberekeningen mag dit niet gebeuren.”
“Zoals ik al zei; dat heb ik ook wel eens. Wat stelt u voor dan?”
“Ik moet dat even opnieuw berekenen. Heeft u een moment?”
“Zolang het droog blijft, hebben wij alle tijd.”
Buma en Kuzu zaten met verbazing de conversatie tussen de premier en de hogere macht aan te horen. Kuzu zag geen premier doch een imam en voor Buma was Marcos de paus geworden.
“Sorrie Mark, ik zag het helemaal verkeerd. Ik besef nu dat ik helemaal geen keus heb. Want die bepaal jij”, en Buma begon zich nog meer te verontschuldigen. Ook Kuzu begon schoorvoetend zijn eigen gelijk op te geven. Want deze premier had een direct lijntje met Hem?!
“Okay mannen, het is de hoogste tijd om van die mat en naar huis te gaan. Morgen weer maandag, dus rust goed uit!”
Buma en Kuzu verlieten zwijgend de puinhoop van het Torentje en Buma kon niet ontkennen dat hij blij verbaasd was; toen hij van Kuzu zelfs een hand kreeg beneden op het pleintje.
In het Torentje was inmiddels alle stof opgetrokken en keken de mannen tegen het uiteinde van een hoogwerker aan. De man hing ondersteboven aan zijn kraan en was druk bezig met een calculator.
“Ik heb het hoor. We zijn het moment vergeten. Natuurlijk! We hebben het hefboomeffect over het hoofd gezien.”
“En wat hebben wij daar nou aan?”, vroeg Gee weer een beetje boos, “zeker weer zo’n allochtoon die op die kraan zat!”
“Zeg, hou je effe in ja. Die mensen doen heel goed werk Gee.”
“Jemig meteen weer zieltjes winnen jij. Je bent niets meer dan die twee op dat geloofsmatje! Bah!”
Meer had Sam niet nodig en onder de bulderende lach van Marcos werd Gee over de puinhoop gedragen en de trap harder dan gewoonlijk afgepleurd.
“Hahaha Sam! Ik dacht al, wanneer doe je nou ook eens wat? Hahaha.”
“Hij vroeg erom man. Maar zo kenne we nie meer werken hoor.”
Marcos keek om zich heen en kon niets anders doen; dan dit te beamen.
“Zeg! Jullie zouden toch later beginnen aan de verbouwing?”
“Oh jee! Tweede foutje, sorrie!”
“Geen probleem hoor. Hebben wij ook wel eens”, en zich weer tot Sam wendend, “Chinees dan maar?”
“Waar anders?”
Aan hun favoriete tafeltje zaten ze deze zondag al heel erg vroeg het eerste biertje achterover te slaan.
“Wat een dag Mark. Maar ere wie ere toekomt; dat heb je maar mooi opgelost hoor. Sjappoo hoor. Je hebt die eeuwige strijd in zeventien minuten beslist, slechts 17 minuten man!”
“Dank je man. Het was eigenlijk helemaal niet zo moeilijk, toen ik die hulp van boven kreeg.”
“Ja. Maar jij was het toch maar, die meteen de oplossing durfde in te zien. Hehe, ik zie ze nog naar je kijken, op die knietjes van ze, hehehe.”
“Nu je het zo zegt, was ik eigenlijk niets minder dan geniaal.”
“Nou…”
“Ja! Ik verdien een standbeeld! Dat ik daar niet eerder aan heb gedacht. Sam! Ga onmiddellijk na, wat de meest geschikte locatie is voor mijn standbeeld. En Bang, doe nog ’s een paar biertjes!”
“Ik heb drie mogelijke opties Mark”, hoorde hij zijn maat zeggen alsof ie naast hem lag. Voor het eerst sinds lange tijd werd Marcos teleurgesteld wakker. Hij had potdomme alles gedroomd. Na de douche begon hij het toch weer te zien zitten en bond zijn lunchtrommeltje onder. Hij nam drie snelle pasjes als aanloop en sprong lenig op zijn fiets. Onderweg bedacht hij zich; dat dat idee van zo’n standbeeld helemaal zo gek nog niet was. Op de trap naar boven had ie het allemaal uitgedokterd en binnen tegen Sam zei ie: “ik ga standbeeld van mezelluf laten maken en ik wil dat die in de volksmond bekend komt te staan als de MR17, snappie? Mark Ratio 17! Van die minuten? Nou? Is ie goe of nie?”
“Maar Mark jongen. Zou je dat nou wel doen?”
“Waarom nie? Onderste stenen zat!”
“Nou, dat lijkt een beetje te veel op onze laatste nationale ramp hoor”
“Er is hier maar één ramp nationaal! En dat ben ik!”, zei Marcos resoluut en ging zitten, blij dat het dak er nog op zat.
Sam vond het een nogal raar denkbeeld en probeerde het beeld uit de kop van z’n vriend te lullen.
“Mark man, ik denk dat dit gewoon te gevoelig ligt nu. Misschien over een paar jaar?”
“Dus je ziet ook in, dat ik gelijk heb?”
“Nou…”
“Jaja! Ontken het maar niet! Ook jij ziet in; dat we in Nederland steeds meer onze helden van weleer vergeten te eren. Ik ga gewoon met die tijd mee! Rampen! Dat herinneren mensen wel, dus!”
“Oh, als je het zo zegt, dan kan ik niet ontkennen dat…”
“Natuurlijk kan je dat niet! En je hebt helemaal gelijk. Over een paar jaar is het beeld zo mogelijk nog wel veel meer van toepassing dan nu. Okay! Afgesproken man!”
“Op één voorwaarde dan.”
“En die is?”
“Dat we wel gewoon blijven ondertussen en dalijk naar de Chinees gaan.”
“Hahaha! Deal! En vanavond neem ik als toetje een ijsje, een raket! Ik kennie wachten!”
Onwillekeurig begon Sam voor het eerst serieus te informeren of het loodzware ambt niet te veel van de premier begon te eisen.
“Eerst die MR17 man en nou weer een raket? Begrijp je dat ik me zorgen maak om je?”
“Ben je gek man!”, en de premier deed alsof zijn denkbeeldig raketje, een dartpijltje was en gilde gierend: “buk-ken Sam, buk-ken, hahaha! … Ja, zo ken ik je nie missen. Zit er nou niet als een standbeeld bij man!”
“Sorrie man. Ik vroeg me in alle ernst af of…”
“Heu? Sinds wanneer vragen wij ons hier iets in alle ernst af? Hallo-ooh?”
“Je heb gelijk man!”, en Sam dook achter het bureau en begon heel hard “‘pauw! pauw!” te roepen en gebruikte zijn mobieltje als een oude Colt.
Kinderlijk enthousiast begonnen ze cowboytje te spelen. Aan het einde van de dag, toen alle kogels en pijlen op waren, lagen ze languit op het tapijt uit te hijgen en genoten intens na van hun spannende strijd.
“Kijk man, zo eenvoudig kan het dus ook.”
“Ik was echt vergeten hoe. Bedankt voor deze geweldige dag man. Het leven wordt tegenwoordig te ingewikkeld gemaakt, terwijl je alles kan beslechten met cowboytje spelen”, zei Sam dit oprecht menend.
“Dat deden we vroeger toch ook altijd man. Ik snap niet waarom we dat waren vergeten. Het voelde echt goed man!”
“En of!”, en ze stonden op, om met een bevredigend gevoel het Torentje uit te lopen op weg naar hun Chinees.
Onderweg dook Marcos af en toe achter een auto en begon te schieten met zijn wijsvinger. Sam rolde dan dodelijk gewond over de stoep. Deze zondag geloofden ze dat er niets mooiers was; dan mooi dood neer te vallen. Om het dan daarna aan de overkant nog beter te doen. Heroïsch stapten ze trots de Chinees binnen en keken hongerig naar het menu in de gang.
“Ik neem nummertje 43 deze keer”, zei Sam, “laat ik eens gek doen.”
“Ikke 17!”, want onze vrienden zouden natuurlijk nimmer hun geloof in nummertjes opgeven.