Moederdag in Den Haag
Hij werd wakker en voelde meteen de neiging te blijven liggen. Beneden hoorde hij al het zachte gerinkel van de keuken dat hem nog harder deed blijven liggen. Zijn slaapkamerdeur ging open en zijn moeder riep zachtjes: “wakker worden jongen.”
Marcos keek in zijn meer gerimpelde spiegel en zuchtte: “moggu moe, jaja, ik kom er aan.”
Tegen zijn zin in schoof hij zijn knuffels opzij en stapte uit bed. Hij wist precies hoe de ochtend zou verlopen. Zij; vissend naar haar presentje en hij; overdreven doen dat ie nergens vanaf wist. Na al die jaren had zijn moeder nog steeds niet door; hoe druk een premier van Nederland het kan hebben. Natuurlijk was zijn moeder hem meer dan lief, maar niet op deze dag. Van kleins af aan al, was hij nimmer genegen geweest om iets voor haar te doen en om dan op die ene dag in het jaar hiermee geconfronteerd te worden kon ie niet tot zeer moeilijk verwerken. Als kleine jongen kwam ie er mee weg door te blijven liggen maar na een aantal jaren ging dat opvallen en dus liep hij gelijk de vele jaren hiervoor diep zuchtend het trapgat in.
“Goedemorgen jongen, wat een speciale dag niet?”
“’t Zal wel”, en hij schoof met nog toegeknepen ogen aan, aan de keukentafel en ondersteunde met beide handen puberaal ongeïnteresseerd zijn topzware hoofd.
“Lekker geslapen?”, vroeg ze vriendelijk terwijl ze een kopje thee voor hem inschonk, “weet je wat voor dag het is Mark?”
Oh nee, ze koos dit jaar voor de directe benadering en dus restte hem niets anders dan uit zijn dak te gaan. Als gestoken sprong hij op, de theepot uit haar handen stotend.
Zij gilde, hij had haar pot gebroken. Hij gilde ook, waarom moest alles nu om haar draaien. Het ontbijt was snel afgelopen. Marcos beende boos met doffe dreunen de trap op terwijl hij zijn moeder hardvochtig alleen met haar dagje liet zitten. Hij ging onder de douche staan en foeterde nog een tijdje stevig na. Verder zwijgend trok hij zijn kleren aan en liep het huis uit, besteeg zijn Batavus met versnelling en trapte slapstickachtig hard in zijn 1, richting zijn ronde rustpuntje op het Binnenhof. Het vers gevulde piratenlunchboxje onder zijn snelbinders voor lief aannemende.
Hij ging zitten achter zijn bureau waar hij hard nadenkend zenuwachtig op begon te trommelen. Dit kon zo niet langer, ieder jaar voelde hij zich steeds depressiever worden op deze dag. Hij moest iets doen en begon aan zijn rolodex te draaien. Bij het tabje K zocht hij intensiever maar kon het niet vinden. Bij de L begon hij weer terug te draaien maar hoe hij ook kantelde, niets leek recht te komen.
“Hij staat er gewoon niet meer tussen? Hoe ken dat nou?”, en belde Edith.
“Met Edith?”
Moggu Edith, met Mark. Zeg, ik zoek het telefoonnummer van de Kinderpsychiater maar ken ‘m nie vinden, weet jij daar wat van?”
“Die hebben we toch al een jaar geleden wegbezuinigd Marc?”
Die klap kwam keihard en onverwacht aan. Hij had even nodig deze sof te boven te komen maar al snel reageerde hij; “… oh.. okay, dankje.”
Teleurgesteld over zijn eigen beleid verbrak hij de verbinding.
“Kan het nog depressiever?”, riep hij omhoog kijkend naar het oude pleisterwerk.
Hij belde opnieuw en Sammie nam nu op.
“Wat doe je?”
“Ook een goedemorgen Mark, ik ben op weg naar m’n moeder man, je weet toch?”
Dit was de druppel voor Marcos. “Er is wat opgekomen man, ik roep terstond een spoedvergadering bijeen dus ik verwacht je zo.”
“Wat is er dan aan de hand, heb net bosje blommen gekocht man, ken dit nie wachten tot morgen, of vanavond voor mijn part?”
“Nee!”, en Marcos drukte op het rode knopje onder het koperen schuifje met etsgravure: ‘panicbutton‘ dat nu fel begon te knipperen. Hij opende zijn lunchboxje en zag een handgeschreven briefje. “Moet je nou werkelijk overal om aandacht vragen?”, gilde hij en boos frommelde hij het tot een onleesbaar propje dat ie in de prullenbak gooide. Hij stond op en liep naar de vergaderruimte waar hij ongeduldig ging zitten wachten op de leden van de commissie.
Eén voor één druppelden de leden in vermomming enigszins verwaaid door de rukwinden buiten, de nooduitgang binnen. Boema droeg een zware ebonieten bril en kleine Norbert had een sticker op zijn voorhoofd geplakt met de tekst: ‘mijn naam is de Groot’. Brammetje had dezelfde winkel bezocht en liep met een sticker met ‘ik ben Olijk’ erop. Sammie had een jurk aan met eurovisionele beharing en Emieleke een knapzak. Alexandertje liep met digitale Casio-calculator maar zijn telraam stak nog wel onbeholpen vanachter zijn revers uit. Halbe Z. had afgemeld met griep maar Arie Verslobt had zijn machtigingsbriefje bij, die ie uit zijn leren motorjack haalde en met hellsangel-helm ophoudende de leden groette. Marianne was omhuld door een echte bonte stola van heel veel nertsjes en Keesje liep met de playboy binnen die zijn religieuze tred maar moeilijk kon verbergen. Gee kwam als laatste binnen met een meer dan verwaaide afro-pruik en zo namen ze allen zitting waarna Marcos de vergadering opende.
“Geachte leden, ik stel voor de tweede zondag in mei af te schaffen!”
Dit leidde met name bij Arie en Keesje tot een heftige reactie. “Oh, en waarom dan?”
“Ik krijg het helemaal op m’n heupen van dat overdreven geroep om aandacht, ik kan er simpelweg niet meer tegen.”
“Dan kan je net zo goed het gezin afschaffen Mark”, zei nu Boema in zijn kuif gepikt.
En zo gingen alle argumenten heen en weer en laat in de middag was het een ieder wel duidelijk dat de premier hier een principezaak had geopend. Het was de leden bovendien meer dan helder geworden, dat wilde de overheid haar stabiliteit behouden; ze tot een oplossing moesten komen want de dreiging “anders blaas ik het kabinet op” had Marcos te pas en te onpas herhaald. Sowieso werd het argument van ‘het grijze gevaar’ schoorvoetend geaccepteerd. Want inderdaad kostte het niet niks om deze groep te onderhouden en een bezuiniging hier klonk zeker legitiem. Kortom Marcos had volgens de leden uiteindelijk wel een punt. Er was niemand, met uitzondering van Gee, die op weer nieuwe verkiezingen zat te wachten. Dus uiteindelijk zat Gee tegenover de rest.
“Oh, dus het is omdat ik er zo uitzie zeker. Stelletje racisten!”
De sfeer werd vervelend en oude wonden werden keer op keer verder opengereten. Toen de spanning brak was het Gee die opstond en boos wegliep.
“‘k Ga naar m’n moeder!”, riep hij nog en sloeg heel hard de deur achter zich dicht.
“Ja man”, zei Sammie nu; “als we niet alle stemmen hebben kenne we niks doen.”
Marcos ontbond zwaar teleurgesteld de vergadering en een ieder ging op huis aan.
Reeds buiten rook Marcos de vette lucht van het kindermenuutje en langzaam herpakte zijn goede humeur zich. Al in de gang was hij dat hele ding straal vergeten. Meer dan vrolijk liep hij de keuken in waar zijn moeder de frituur aan het bedienen was. Hij gaf haar een zoen en zei: “Hou van je mam. Ooooooh, wat lekker zeg!” en hij wist niet hoe snel ie moest gaan zitten.
“Ja jongen ik dacht het is zondag dus de hoogste tijd voor je favofriet; vers gebakken patat met appelmoes!”
De dag van morgen leek opeens nog zover weg en stiekem dacht Marcos dat die tweede zondag toch zo slecht nog niet was, hoewel ie daar natuurlijk helemaal niet meer mee bezig was.