Oh Oh Den Haag
Met van die enorm lange uithalen zat Marcos met tranen in z’n ogen mee te blèren met Harrie. Want oh oh, wat hield ie toch zo van zijn Den Haag. Hij zong zo vurig mee, dat zelfs Sammie de neiging kreeg om in te haken. Maar in plaats daarvan wachtte ie ‘rustagh’, totdat de premier klaar was met zingen.
“Mooi hè Sam”, pinkte Marcos wat vocht weg. “Nah nah zeg. Zo… Wat voor nieuws?”
“Nou, deze zag ik op de wc”, en Sammie legde zijn mobieltje op het bureau. Maar Marcos deed alsof ie niet wou kijken, sloeg zijn handen voor z’n ogen en zei: “je weet dat ik nie van die fimpies hou man. Je weet dat toch?”, onderwijl tussen z’n vingers door glurende.
“Nee man, niet die. Deze! Kijk nou gewoon”, en Sammie drukte op play; waarna de eerste pilot van ‘Oh Oh Den Haag’ begon te spelen.
Ook het Binnenhof had als ons laatst gehoopte bastion niet de wil gehad, om zich te ontworstelen aan de middelmaat van de hedendaagse televisie en deze eerste pilot van weer een nieuwe realityshow was nog niet zo heel lang geleden opgenomen. Sjonnie had ze beloofd, dat het zeer discrete televisie zou worden. En Marcos had die mol op z’n woord geloofd en utopisch lachend toestemming gegeven. Hij had blind als altijd contract getekend en sindsdien stond er semipermanent zo’n regiebusje met schotels en antennes op het Binnenhof geparkeerd. Daar binnen zat Sjonnie 24/7 als een bezetene te copypasten, te directen, te producen en wat al niet meer. Alles werd uit het dashboardkastje gehaald, om de modaliteit van de kijker nog verder omlaag te krijgen. Want dat scoorde en dan werd ‘alles’ daar ondergeschikt aan geacht en dus ook gemaakt.
‘Oh Oh Den Haag’ moest de trotse opvolger worden van dat platvloerse Chersogedoe en Sjonnie wreef zich al in zijn handen over de openingsscene, die meteen het door hem zo vurig gewenste spektakel had opgeleverd.
“Allemachtig Sam, wat een ordinaire bende zeg.”
“Ja! Goed hè?”
“Goed? Deze ordinaire straattaal in ons parlementaire huis? Dit totaal gebrek aan Kamerfatsoensnormen vind jij okay?”
“Nee man. Ik bedoel niet dat deze vertegenwoordigers eindelijk hun ware gezicht laten zien, hoewel wij die ene al veel eerder hadden gezien. Nee man. Ik denk aan de kijkcijfers! Want voor een pilot belooft dit ech wel het nodige hoor.”
“Nah, zal wel. Zolang ze mij er maar buiten houden.”
“Dat gaat dus niet gebeuren”, kwam Sjonnie het Torenkamertje binnen wandelen; druk door een dik scenariokladblok bladerend. “Deze pilot is zo goed ontvangen, dat de kijkcijfers door het dak zijn gegaan. En dat heeft zelfs mij verbaasd, hoewel; als er iemand is die dit als geen ander in de vingers heeft… Dit momentum moeten we nog één aflevering vasthouden, dan wel overtreffen en ik zie minimaal vier jaar uitzendtijd in het verschiet voor jullie liggen.”
“Ook goeiemorge Sjonnie”, zei Sam die zijn mobiel weer in zijn zak stopte, “hoor je dat Marrek? Vier jaar extra zendtijd man!”
“Mogge Sammie en mogge premier, bent U er klaar voor?”
“Waarvoor mot ik klaar zijn?”
“Voor de volgende aflevering natuurlijk. U mag zelf kiezen waar het over zal gaan.”
“Ik? Met alle respect hoor, maar hou mij d’r asjeblief buiten man en nou weg, ik heb een land te besturen.”
Sjonnie ging voor het bureau staan en wees de premier op het contract.
“In deze kleine lettertjes staat; dat wij U voor minimaal drie keer per seizoen hebben vastgelegd voor een avondvullende live-aflevering. En de eerste gaan we dit weekend draaien. Dus zegt U maar wat U wilt doen, wij draaien gewoon mee.”
De premier keek om hulp naar Sammie, maar die keek net zo terug. Van Sammie keek ie weer naar het contract en las duidelijk dat ie hier niet onderuit kon, tenminste niet onder Sjonnie.
“Potverdikkie! Als het dan echt mot, dan kies ik iets in de trant van Willem Duys of Mies. Of zet mij in een aflevering van ‘deds armie’ of ‘it eent halluf hot’of zo en ik doe mee.”
“Het spijt mij te moeten zeggen, dat dat niet gaat werken premier. Heeft U ook wat moderners misschien?”
“Wie van de drie! Ja, wie van de drie. Ik kan zo toch Willem Duys zijn, Sammie ken Albert wel nadoen en wie kennen we voor Martine verzinne?” De premier begon enthousiast door te draaien en wilde zich al met de schuifbordjes 1, 2 of 3 gaan bemoeien, toen hij werd teruggefloten door Sjonnie.
“Ho ho premier.”
“Wat nou hoho? Ik zie het helemaal zitten en Sam volgens mij ook. Of nie Sam?”
Sam stak beide duimen omhoog en zei; “toitoitoi man!”
“Hahahaha, Ted de Braak! Hoor je dat Sjonnie, alsof ie naast me staat! Nou, als dat je niet overtuigd heb van onze talenten, dan weet ik het ook nie meer hoor, hahaha.”
“Ik bedoelde premier; dat, dat oude televisie is. Dat doen we al jaren niet meer. Daar is de kijker namelijk niet meer in geïnteresseerd.”
“Wie zegt dat?”
“Ik.”
Duidelijker had Sjonnie het niet kunnen zeggen en daar de premier uit ideeën was gelopen; schreef Sjonnie wat op zijn kladblok en scheurde er een a4-tje vanaf. Deze scheurde hij in drie evenwijdige stroken en rolde deze alle drie op in een soort van sjekkies. In zijn gebalde vuist staken de drie uiteinden van die opgerolde strookjes, die hij de premier voor hield.
“U ziet hier drie opgerolde strookjes. Op ieder strookje staat een ideetje van mij en degene die U trekt gaan we doen. Okay?”
“Het zijn drie totaal verschillende opties? Ik bedoel, je neem me toch nie in de maling met slechts één ideetje en probeert dit zo door te pushen of wat?”
“Ik zweer op de tattoes van junior, drie totaal verschillende scenario’s. Eerlijk! En trouwens dit ideetje komt wel uit mijn vuist, of te wel voor de vuist weg!”
“Dat overtuigde Marcos meteen, die zijn ogen toe deed. Op de tast plukte hij een strookje uit de vuist van Sjonnie en begon deze zenuwachtig op het bureau te ontrollen. Even las hij aandachtig zijn gemaakte keuze, keek verbaasd en begon gelijktijdig raar met zijn mimiek te trekken.
“Verdomme! Verdomme! Verdomme!”, vloekte Marcos uit z’n tenen.
“Wat gaan we doen man? Wat gaan we doen? Kom op man, zeg het nou!”
“Niet wij Sam. Verdomme!”
“Hoezo niet wij?”
“Ik man, ik mot deze aflevering zonder jou doen.”
“Maar met?”, vroeg Sjonnie; alsof ie voor een kleuterklas stond die ie moest animeren.
Sammie keek niet begrijpend naar Sjonnie en vroeg aan Marcos: “zonder mij, maar met wie dan wel man?”
“Sjantal man. Sjantal blijft bij me slapen! Verdomme man, je weet toch …”, en Marcos viel in een soort van toeval achterover in zijn bureaustoel.
“Yes!”, balde Sjonnie zijn vuist. En hij begon al de nodige telefoontjes te plegen, toen ie enthousiast het Torenkamertje verliet.
Op de gang hoorde Sammie hem nog zeggen: “ja meid, hij doet ’t! Pak je koffer maar!”
Zwetend van het volledige besef dat Sjantal zou blijven slapen, kwam de premier als in zijn ergste nachtmerrie weer bij en vroeg aan Sam of ie het gedroomd had.
“Nee man, ze is nou d’r koffer al aan ’t pakken.”
“Ken jij dan niet in mijn plaats gaan?”
“Oh oh man, er is niets dat ik lievers zou willen. Maar nee, Sjonnie heeft gezegd.”
“Maar Sam, je weet toch dat ik niet zo … en dat ken echt nie op nationale televisie hoor. Je mot me echt helpen hier.”
Hoewel ie vreselijk jaloers op het vooruitzicht van zijn vriend was, snapte Sam ook wel dat dit eenvoudigweg niet door kon gaan. De kans dat er wat gebeurde was gering, maar die der vernedering vele malen groter wist Sam als geen ander. Hij zei dat ie ging doen wat ie kon en liep de trap af naar beneden. Op het plein klopte hij aan bij het regiebusje en Sjonnie deed open.
“Hé Sam, no hard feelings? Ik bedoel, het is wel Sjantal hoor.”
“Dat is nu precies waar ik het met je over wil hebben Sjon.”
En Sammie legde uitvoering het amoureuze leven van de premier bloot. Ja, de premier was wel degelijk enkele keren echt verliefd geworden op de raarste dames. Maar hij benadrukte alle gênante ins en outs van die ondergane verliefdheden, die hij in dat leven samen met de premier had meegemaakt.
“Dus ik hoop dat je ken inzien, dat dit niet echt iets voor hem is.”
“Ik wist dat het erg was en juist daarom wilde ik dit. Maar zo erg? Je hebt gelijk Sam. We moeten de premier preppen.”
“Preppen?”
“Ja, preppen. Is soort van jargon voor volledige en absolute regie, opdat live ook echt op lijf lijkt.”
“Je bedoelt voorbereiden zodanig, dat ie het aan kan?”
“Dat ook ja. Ik heb net dat boek met die fietsende matennaaier uit, dus wat dacht je van een paar hoeren?”
“Sjonnie!”
“Hé, don’t go soft on me now kerel. Kijk-cij-fers?”
” … voor vier jaar zei je?”
“Vier lange jaren beloof ik je.”
“Okay, bel jij of bel ik?”
Ze was er vrij snel en Sammie en Sjonnie keken door het spionnetje van de bus naar buiten. Sammie zei nog “sjesus!”, waarop Sjonnie hem een doekje aangaf. Want ontegenzeggelijk keken ze naar wat volgens de laatste wielertermen een rock&roll-rondemiss in moest houden.
“Had deze dame Thomas gedekt, dan was dat boek er never nooit nie gekomen”, kwijlde Sam op zijn doekje.
“Nee”, bevestigde Sjonnie, “wie heeft er nog behoefte aan naaien van maten, als je deze geweldige … oh jee, kan je mij ook ff een doekje aangeven Sam?”
Kortom het was duidelijk dat de dame, die daar het Torentje naar binnen liep, van ongewoon zeldzame schoonheid was.
Marcos hoorde op de deur kloppen en zei: “En Sammie? Hebbie het geregeld?”
Maar toen de deur open ging, staarde hij naar wat niets minder dan een buitenaards wonder moest zijn. Hard viel zijn kin op het bureau, toen ze voor hem plaats nam in het art deco stoeltje bij het raam en gracieus haar ene wondermooie been over haar andere, zo mogelijk nog mooiere, been sloeg. Hij had op Sammie gerekend, maar dit wezen leek in niets op zijn maat. Om te beginnen had ze veel meer haar en ging ze echt heel veel vaker naar de gym. Want hoe anders kwam ze aan zo’n gespierde boezem? Nadat de premier zijn kaak weer in de kom had weten te duwen, vroeg hij wat ze kwam doen. Tenminste dat was hij van plan was. Maar al dat er uit zijn mond kwam, was een onverstaanbaar gemurmel. Zijn geest kon simpelweg niet bevatten, wat zijn ogen registreerden en hij hoorde zichzelf zeggen: “waar heb ik dit aan te danken?”
“Sjonnie”, sprak ze en het was de meest mooie stem, die hij ooit had gehoord. Die van zijn moeder daar gelaten uiteraard. “Sjonnie heeft me laten komen. Om je te preppen.”
“Preppen?”
“Voor de volgende aflevering. Hij dacht dat ik van nut kon zijn.”
“Potverdikkie! Dat ken je wel zegge! Hoi, waar zijn mijn manieren, ik ben Mark. Ik ben de baas van Nederland en wie verschaft mij deze eer?”
“Sjonnie.”
“Ja, dat zei je al. Hoe heet jij?”
“Ik heet hoe jij mij maar wenst aan te spreken.”
“Hermina! Mag ik je Hermina noemen?”
Het goddelijke wezen stond op, reikte hem zijn hand en zei: “goedemorgen, ik ben Hermina.”
Een elektrische hoogspanning deed hem sidderen bij het aanraken van haar huid, dat voor hem de eerste keer was. Verbaasd over de deze biochemische reactie, verontschuldigde hij zijn eigen gestaar met de woorden: “sorrie, maar dit is voor mij de eerste keer.”
“Ja, Sjonnie zei al zoiets. Toe, waar wil je het doen?”
“…”
“Hier op het bureau of gewoon op de vloer?”
“Zolder…”, sprak hij na enige tijd, “niet hier maar op m’n kamer.”
En ineens stond hij op, trok zijn jas aan en hield de deur voor zijn Hermina open.
“Ze komen naar buiten!”, stootte Sam Sjonnie aan, die meteen naar een handycam greep en begon te filmen. Ze zagen hoe de premier naar de fietsenstalling liep en even later hoe hij met die mooie dame zijwaarts op de bagagedrager wegreed.
“Da’s nou een echte rondemiss”, stamelde Sammie. Meer tijd kreeg hij niet van Sjonnie, die hem maande achter het stuur plaats te nemen.
“Het werkt Sam! Snel kerel, zet de achtervolging in.”
En zo reed Marcos met bezemwagen apetrots op zijn Batavus naar huis. Sjonnie zat in het busje in de hoogste versnelling te praten. “Het werkt Sam! Het werkt!”
“Ja, dat zie ik ook wel. Maar wat ga je nou doen, als Sjantal op de proppen komt?”
“Dat is het mooie van mijn vak Sam. Wij moeten alles met cam vastleggen. Dan monteren we Sjantal er later gewoon in. Dit gaat mijn meesterwerk worden, ik zweer het!”
“Volgens mij gaat ie naar huis Sjon.”
“Zorg dat wij er eerder zijn dan. Snel Sam, voor nu genoeg beeld. En nou voor het echte werk!”
In de straat van Marcos parkeerde Sammie de bus op de hoek en ze zagen net de moeder van de premier de deur uitgaan voor de wekelijkse boodschappen. Snel sprongen ze er uit om achterom te lopen. Gewapend met beiden een weekendtas spyware klommen ze over de schutting en verschaften zich toegang door de tuindeur. Zo snel mogelijk renden ze de trap op naar zolder. Daar liet Sjonnie zien, waarom ie zo goed in zijn vak was. Op de meest onverwachte plaatsen monteerde hij cameraatjes met ieder een eigen IP-adres. Nadat hij als laatste eentje in het schuine plafond van het zolderkamertje had weggewerkt, hoorden ze de deur beneden opengaan.
“Snel, naar beneden!”
Ze haastten zich zo snel en zo zachtjes mogelijk als ze konden naar de slaapkamer van de moeder van Marcos. Sjonnie schoof de spiegelwand open en gebaarde Sammie in de klerenkast te gaan zitten. Zo zaten ze tussen de bloemetjesjurken in het donker, onderdrukt hijgend, naar meerdere schermpjes te staren en wachtten in spanning af op wat ongetwijfeld komen zou.
“Dit is mijn kamer”, zei Marcos trots en wees naar zijn nieuwe dekbed van Mickey Mouse. Bij het zien van de kinderkamer moest Hermina wel even fronsen en dat vond de premier zo aanlokkelijk; dat ie zich als een jarenlang gekooid dier net in vrijheid op haar stortte. Wild, met stevig dicht geknepen ogen, begon hij haar te aaien en overal voelde ze zo mogelijk nog zachter, dan ie ooit voor mogelijk had kunnen houden. Hermina liet alles maar toe, want de prijs die ze voor deze klant kreeg was zo hoog; dat ze bereid was om onder wel tien dekbedden van Mickey Mouse te gaan liggen werken. Professioneel ontdeed ze de premier van zijn pak en even later lagen ze lijf aan lijf onder Mickey. Op de tast voelde de premier instinctmatig zijn hand naar dat kleine broekje van Hermina gaan en zij kreunde in perfecte timing voor de vorm ter aansporing.
“Toe maar”fluisterde ze in zijn oor. En Marcos hield zijn adem in, toen hij zijn hand in dat broekje voelde verdwijnen. Maar … dat was gek?
Hermina wilde net weer een gekunsteld kreuntje laten horen, maar kon niet helpen dat deze bijzonder verbaasd klonk.
“Wat doe je?”, probeerde ze dit niet eerder ervaren klantgevoel te duiden.
“Kweenie”, zei de premier, “laat me effe zoeken …”
Hermina voelde de hand van Marcos razendsnel op en neer gaan op zoek naar ‘iets’ dat, hoe langer het duurde, steeds wanhopiger leek aan te voelen. Terwijl er een razende bol in haar broekje tekeer aan het was gaan, zaten Sjonnie en Sammie gebiologeerd te staren naar een razendsnel heupwiegende Mickey en Sjonnie vroeg als eerste, wat ie nou aan het doen was.
“Ik heb geen idee”, moest Sammie bekennen, “en hij ook niet ben ik bang. Oh nee, het zal toch niet ….”
“Wat Sam? Wat zal toch niet?”
Op dat moment opende de premier voor het eerst zijn ogen. Want hoe hij ook tastte in het donker, hij kon het daar beneden maar niet vinden. Hij knipte zijn schemerlampje van Nijntje aan en keek naar het broekje van Hermina.
“Wil je dat ik het uitdoe?”
“Ja!”, zei Marcos nu meer rationeel dan emotioneel want iets klopte hier niet. Hermina rolde uitdagend haar kant naar beneden en hoorde Marcos stom verbaasd vragen: “hebbie ‘m verstopt of zo?”
“Wat bedoel je?”
“Nou, je pielemans, waar zit die bij jou?”
“Pielema … ? … maar die heb ik niet toch?”
“Waaaaaaat?! Jij komt hier op mijn zolderkamer zonder? Eruit! Onmiddellijk m’n kamer uit!”
Terwijl Hermina in opperste verbazing de trap afliep, zat Sjonnie zo mogelijk nog meer verbaasd naar het scherm te staren.
“Bedoelde je dat Sam?”
“Tja, ik vrees dat we de verkeerde hebben gekozen om ‘m te preppen.”
Boos schoot Marcos boven weer in zijn pak en beende nog bozer de trap af. Wat had die Sjonnie wel niet gedacht? Om zomaar iemand zonder pielemans op hem af te sturen. Want hoe kon je dan überhaupt sex hebben? En toch had deze prepsessie hem wel wat meer vertrouwen gegeven. Eenmaal terug in zijn Torentje keek hij eigenlijk best wel uit naar Sjantal. Ondanks die handicap van Hermina had haar schoonheid hem wel zo’n boost gegeven, dat ie zijn zenuwen voor Sjantal nou wel makkelijker onder controle zou kunnen krijgen.
In het busje zat Sjonnie verslagen naast Sam.
“Dit kan zelfs ik niet meer creatief shoppen hoor. De hele uitzending is in het water gevallen. Dit is niet wat Nederland wil zien.”
“Wat had je dan gedacht Sjon?”
“Nou, een ranzige bedscène waar Sjantal ohoh-oranjesoldaat zou worden gemaakt door onze premier. Aan het einde had ik dan, als cliffhanger, een vloeiende overgang naar een fantastische musical in gedachten. Maar ook deze merchandising kan nou niet meer doorgaan. Waarom heb je me dit nooit verteld?”
Sammie zuchtte slechts, toen ie het busje op het Binnehof achteruit stak.
“Okay, hahaha! Laat Sjantal maar komen hoor!”, riep de premier overdreven vrolijk naar Sammie, die net weer binnen was gekomen.
“Het gaat niet meer door Mark.”
“Heu? Hoezo, het gaat niet meer door?”
“Gewoon, einde oefening. Sjonnie zag het toch niet zitten. Punt, uit. Klaar ermee man. Je zal zeker wel opgelucht zijn.”
Sammie dook weer achter zijn krant in de deprimerende wetenschap, dat die beloofde jaren in dat broekje van Hermina waren vervlogen. En de premier zelf begon weer zwijgzaam in het grote niets te staren.
Beneden op het plein ging het kleine regiebusje hevig heen en weer. Sjonnie kon zijn woede niet meer beheersen en begon de zaak af te breken. Ergens had ie wel geweten, dat ie toch gewone tokkies had moeten nemen voor zijn nieuwe ge-wel-di-ge idee. Maar de verleiding van het pluche was te groot gewoon. En bovendien; qua niveau had hij geen enkel verschil gezien, noch zijn hele team. Nu hij ondanks zijn meer dan uitstekende voorwerk zijn hele plan alsnog in rook op zag gaan, sloeg hij alles kort en klein in het busje en reed linea recta naar de sloop. Dit busje wilde hij nooit meer zien!
Thuis in het Gooi was hij nog immer woedend en gooide zijn cam hard op het marmer, waardoor de kleine opnamedisk door de gang tolde en achter de grote vaas naast de spiegel tegen de plint tot stilstand kwam.
Zijn mobiel ging en boos blafte hij: “met Sjonnie!”
“Hoi Sjonnie met Sjantal”, klonk het onnatuurlijk vrolijk. “Zeg ik sta hier voor het huis van hem, maar er is niemand thuis?”
“Oh dat. Dat gaat niet meer door.”
“Had je me dan niet kunnen afbellen? Ik heb nog zoveel te doen. Inkopen voor de feestdagen bijvoorbeeld, om maar iets onbenulligs te noemen”, beet ze Sjonnie toe, “of wil jij geen kaartje meer van mij krijgen?”
“Het spijt me Sjantal, maar ik … zei je nou kerstkaartje?”
Hij wachtte niet meer op antwoord van Sjantal, gooide z’n mobiel op de grond en begon de grote vaas van de muur af te schuiven, waar de kleine disk hem tegemoet lag te blinken. Het was nog niet verloren. Hij was slechts te hard van stapel gelopen. Op zijn pc begon hij de beelden van de plafondcam te importen en druk te bewerken. Want dat hij niet eerder had ingezien; dat hij dit gewoon nog eerst even helemaal moest gaan uitmelken. En hoe beter te beginnen, dan met een kaartje naar heel Bekend Nederland te sturen.
“Want zeg zelf”, mompelde hij met hervonden venijn tegen het scherm, “wie bepaalt nou eigenlijk wat er in dit land gebeurt!?”
Hij voerde de achterkant van de enveloppe in met ‘afz. Oh Oh Den Haag’ en in small print van copyright rechts onderaan; ‘zeg ’t met een kaartje by deMolproductions’, en begon een kleine stapel enveloppen te printen vanuit zijn adressenbestand.
En zo kon het gebeuren; dat door slechts een paar simpele kerstkaarten te versturen naar een handvol oh oh zo bekende mensen, dat het premierschap van Nederland door niemand, incluis de man zelf, niet meer serieus lijkt te worden genomen tegenwoordig. Deze regie van de beeldvorming kwam en komt enkelen goed uit, behalve de moeder van Marcos. Want toen zij die eerste kerstkaart opende, greep ze naar haar borst en kneep onbewust het hele kaartje tot een wanordelijke prop. Zo’n prop dat in symboliek de rest van het land niet zou hebben misstaan.
Dus ging er de volgende dag een ernstige waarschuwing uit naar de publieke omroepen, want kom niet aan z’n moeder.
Marcos was zo pissed, dat hij geeneens Sammie meer hoorde vragen: “maar Sjonnie is toch van de commerciële?”