
Armoedig.
De filosoof in mij stond al vroeg op en pakte nog slaapwandelend zijn ziel onder de arm mee, de trap af. Ik keek naar buiten en voelde een onmenselijke leegheid die mijn geest maar niet kon vullen. Hoe ik ook met het vingertje wees, ik kon het er maar niet achter krijgen waarom mijn inhoud toch zo leeg aanvoelde. Pas halverwege mijn tweede kopje koffie begon het te zondagen, ik voelde mij gekwetst. En eigenlijk mijn hele leven al. De laatste wee van deze aha-erlebnis kondigde zich aan.
Als klein kind vond ik het al vreemd wanneer ik idioom op school moest leren. En dan altijd maar weer die synoniemen die als een mes tussen mijn nog met heel veel kraakbeen gevulde ribben aanvoelden. Ik begreep er niks van, maar voelde het wel degelijk en vele onbegrijpelijke slechte dagen hebben mij gevormd tot wat ik nu ben. Er was niet veel voor nodig om mij als dreumes zo’n slechte dag te bezorgen.
“Dit heet trottoir jongen”, zei mijn moeder toen ze me hand in hand naar school bracht.
‘Tjak’, het lemmet zag ik niet maar voelde die pijn des te meer. Stilzwijgend verder lopend gilde ik in gedachten: ‘waarom heet dit nou niet gewoon stoep!?’
Die twee vingers opsteken in de klas werd een steeds groter trauma. In gedachten wilde ik gewoon even naar de wc, maar nee; mevrouw van Gelderen waagde het keer op keer om mij toestemming te verlenen om naar het ’toilet!’ te gaan. Ik werd nerveus en begon in bed te plassen om maar te kunnen blijven liggen, tien keer per 10 minuut van mijn stoeltje te vallen want het leven onder de lessenaar zag er zoveel veiliger uit en noem de exceemplekken, haaruitval, visuele tics en darmkrampen maar op. Mijn prille leven begon al als een wrak met geen idee waarom.
Gisteren pas begon een latente gewaarwording, meer een renaissance want de pijn zit diep. Eigenlijk nu pas snap ik mijn angst om wakker te worden van het eerste daglicht want iemand zei, toen ik bloederig naar de wereld werd geperst; “oh, een jongetje, we noemen ‘m ‘Pierre!’
Na de laatste slok koffie was het mij helder, ik stam af van de Hugenooten en dan draag je het verschrikkelijke leed van je voorouders genetisch mee.
Vandaar dat ik bij ieder Nederlandse taalvervuiling door Frans vocabulaire zo’n scheut voelde. Mijn voorouders werden in die tijd niet verhandeld om in zonnige oorden te gaan werken zoals zo vele anderen. Nee, mijn voorouders werden continu vervolgd en hadden geen enkele economische waarde. Zij waren onkruid dat gewied moest worden en dat werd dan ook bij bosjes gedaan. Ondanks het mega trauma ben ik blij dat mijn genen uiteindelijk een veilige haven in Nederland hebben gevonden, hoewel ik ook bij een simpel ‘olé’ nog steeds in mekaar krimp want nu ik die bril van Alva op heb gezet, heeft mijn herkomst geen geheimen meer en snap ik ook de pijn van die zak uit Spanje, genetisch leed gewoon. En daarom ben ik blij dat eindelijk de discussie rondom de vroegere onderdrukkers nu in volle hevigheid is losgebarsten.
En dat daar dan wat kinderen de dupe van worden, het zij zo. In ieder geval niets in vergelijking met het ondergane lijden onzer voorouders. Was in mijn jeugd de ME maar daar geweest om mij te ontzetten tijdens weer zo’n angstige intocht waar het aanvoelde alsof de Geuzen zich wederom aan het verzamelen waren. Zouden er weer duizenden het leven moeten laten omwille van onze vrijheid? En blijven er dan nog wel genoeg over om andere vluchtelingen een haven te bieden, ging het dan door mijn beschadigde ziel.
De Geus, het verbasterde… hoe kan het anders… Franse ‘gueux’, dat armoedzaaier betekent. Wat dat betreft is er niet zo gek veel veranderd want de huidige Geuzen zetten hun hakken in de klei en gedreven door geestelijke armoede staan ze op de barricades van de traditie die in gevaar is.
Een steeds dikker wordend zwart gekleurd kabeltouw wordt om de nek van de eens verbroederende nationale Geus gewikkeld en er zijn nog slechts enkele media extra voor nodig om er eens echt aan te gaan trekken. Misschien al vandaag want deze zondag komt onze hoofdstad onder zwaar beleg te liggen.
De Geus, die ooit positieve beeldvorming teweeg bracht, zal dan onherroepelijk rochelend zijn laatste adem uitblazen onder een uitzinnige hysterie. En dan is een hele nieuwe voorouderlijke generatie geboren, niet zwart noch wit maar gewoon moksi. En ook die zal worstelen met het verleden, want over het algemeen blijft de mens gewoon te stom om introspectief te denken laat staan te handelen, retrospectief des te meer uiteraard. Alleen dan wel zonder de echte wezenlijke betekenis van een Bartholomeüsnacht te snappen. Laat staan überhaupt hier iets van wetenschap te hebben, om slechts een enkel duister zijstraatje te noemen van de geleden ellende. Want dan kan die slachtofferrol namelijk lekker effectiever aan het geweten knagen en kunnen ze des te verontwaardigder hun gelijk verkondigen.
Waar dat dan weer aan ligt voert te ver door. Voor nu is de strijd tussen vele groepen die allen om het hardst roepen dat ‘zij’ zo geleden hebben. Maar ik geef het ze te doen zeg en heb intense meelij met de opgroeiende Nederlanders anno nu. Want jemig en verdomme… in deze wel meest geestelijk inhoudsloze tijden sinds mensheugenis opgroeien, is vrijwel fataal voor de soort. #Darwindraaitzichom
Als klein kind vond ik het al vreemd wanneer ik idioom op school moest leren. En dan altijd maar weer die synoniemen die als een mes tussen mijn nog met heel veel kraakbeen gevulde ribben aanvoelden. Ik begreep er niks van, maar voelde het wel degelijk en vele onbegrijpelijke slechte dagen hebben mij gevormd tot wat ik nu ben. Er was niet veel voor nodig om mij als dreumes zo’n slechte dag te bezorgen.
“Dit heet trottoir jongen”, zei mijn moeder toen ze me hand in hand naar school bracht.
‘Tjak’, het lemmet zag ik niet maar voelde die pijn des te meer. Stilzwijgend verder lopend gilde ik in gedachten: ‘waarom heet dit nou niet gewoon stoep!?’
Die twee vingers opsteken in de klas werd een steeds groter trauma. In gedachten wilde ik gewoon even naar de wc, maar nee; mevrouw van Gelderen waagde het keer op keer om mij toestemming te verlenen om naar het ’toilet!’ te gaan. Ik werd nerveus en begon in bed te plassen om maar te kunnen blijven liggen, tien keer per 10 minuut van mijn stoeltje te vallen want het leven onder de lessenaar zag er zoveel veiliger uit en noem de exceemplekken, haaruitval, visuele tics en darmkrampen maar op. Mijn prille leven begon al als een wrak met geen idee waarom.
Gisteren pas begon een latente gewaarwording, meer een renaissance want de pijn zit diep. Eigenlijk nu pas snap ik mijn angst om wakker te worden van het eerste daglicht want iemand zei, toen ik bloederig naar de wereld werd geperst; “oh, een jongetje, we noemen ‘m ‘Pierre!’
Na de laatste slok koffie was het mij helder, ik stam af van de Hugenooten en dan draag je het verschrikkelijke leed van je voorouders genetisch mee.
Vandaar dat ik bij ieder Nederlandse taalvervuiling door Frans vocabulaire zo’n scheut voelde. Mijn voorouders werden in die tijd niet verhandeld om in zonnige oorden te gaan werken zoals zo vele anderen. Nee, mijn voorouders werden continu vervolgd en hadden geen enkele economische waarde. Zij waren onkruid dat gewied moest worden en dat werd dan ook bij bosjes gedaan. Ondanks het mega trauma ben ik blij dat mijn genen uiteindelijk een veilige haven in Nederland hebben gevonden, hoewel ik ook bij een simpel ‘olé’ nog steeds in mekaar krimp want nu ik die bril van Alva op heb gezet, heeft mijn herkomst geen geheimen meer en snap ik ook de pijn van die zak uit Spanje, genetisch leed gewoon. En daarom ben ik blij dat eindelijk de discussie rondom de vroegere onderdrukkers nu in volle hevigheid is losgebarsten.
En dat daar dan wat kinderen de dupe van worden, het zij zo. In ieder geval niets in vergelijking met het ondergane lijden onzer voorouders. Was in mijn jeugd de ME maar daar geweest om mij te ontzetten tijdens weer zo’n angstige intocht waar het aanvoelde alsof de Geuzen zich wederom aan het verzamelen waren. Zouden er weer duizenden het leven moeten laten omwille van onze vrijheid? En blijven er dan nog wel genoeg over om andere vluchtelingen een haven te bieden, ging het dan door mijn beschadigde ziel.
De Geus, het verbasterde… hoe kan het anders… Franse ‘gueux’, dat armoedzaaier betekent. Wat dat betreft is er niet zo gek veel veranderd want de huidige Geuzen zetten hun hakken in de klei en gedreven door geestelijke armoede staan ze op de barricades van de traditie die in gevaar is.
Een steeds dikker wordend zwart gekleurd kabeltouw wordt om de nek van de eens verbroederende nationale Geus gewikkeld en er zijn nog slechts enkele media extra voor nodig om er eens echt aan te gaan trekken. Misschien al vandaag want deze zondag komt onze hoofdstad onder zwaar beleg te liggen.
De Geus, die ooit positieve beeldvorming teweeg bracht, zal dan onherroepelijk rochelend zijn laatste adem uitblazen onder een uitzinnige hysterie. En dan is een hele nieuwe voorouderlijke generatie geboren, niet zwart noch wit maar gewoon moksi. En ook die zal worstelen met het verleden, want over het algemeen blijft de mens gewoon te stom om introspectief te denken laat staan te handelen, retrospectief des te meer uiteraard. Alleen dan wel zonder de echte wezenlijke betekenis van een Bartholomeüsnacht te snappen. Laat staan überhaupt hier iets van wetenschap te hebben, om slechts een enkel duister zijstraatje te noemen van de geleden ellende. Want dan kan die slachtofferrol namelijk lekker effectiever aan het geweten knagen en kunnen ze des te verontwaardigder hun gelijk verkondigen.
Waar dat dan weer aan ligt voert te ver door. Voor nu is de strijd tussen vele groepen die allen om het hardst roepen dat ‘zij’ zo geleden hebben. Maar ik geef het ze te doen zeg en heb intense meelij met de opgroeiende Nederlanders anno nu. Want jemig en verdomme… in deze wel meest geestelijk inhoudsloze tijden sinds mensheugenis opgroeien, is vrijwel fataal voor de soort. #Darwindraaitzichom