contract is contract
Bij het wakker worden, neem ik een kloek besluit. Weliswaar ingegeven door een overheid dat direct hervormd zou moeten worden. Maar het hervormde heeft ons ook dit gebracht, dus ik moet niet zeuren.
Ik heb het over mijn eerste trainingsdag, dat vandaag de eerste trainingsdag van velen zal moeten worden. Vanaf een uurtje of vijf, popel ik van ongeduld in de onderbuik, maar weiger hieraan toe te geven. Mijn blaastraining is namelijk definitief begonnen. Want het zal mij niet overkomen; dat ik me dadelijk niet aan mijn contract zal kunnen houden! Met een kopje koffie tart ik mijn lot en merk inderdaad, dat de training nu al vruchten begint af te werpen.
De initiële aandrang bij het wakker worden is verdwenen en ook mijn loop is weer genormaliseerd. Het kan dus wel. En na slechts enkele uren training, snap ik van al die ophef in de ochtendkrant nog minder.
Contract is contract, denk ik. Tenminste dat ga je aan als volksvertegenwoordiging bij het beloven of inzweren. En dat mag toch zeker ook wel voor de levenswil in Nederland gelden? Maar daar wordt toch wel behoorlijk aan getornd. Aan de ene kant is de Kamer verdeeld over euthanasie. Maar aan de andere kant staan de zorgverzekeraars unaniem in het niet vergoeden van een levensreddende operatie, omdat een patiëntje toevallig aan een syndroom lijdt.
De norm is levensduur geworden. Terwijl deze eigenlijk louter aan de kwaliteit van leven zou moeten refereren. Mijn aandrang voel ik weer opkomen onder zoveel complot-theoretisch eurogericht gekrakeel. Want zo voelt het aan, één groot complot om mij maar te dwingen tot toiletteren. Alsof ik niet al genoeg bijdraag? Dapper span ik de sluitspier aan en dommel nog even weg.
In mijn droom, droom ik over een enorme plas. Aan de overkant van die grote plas zie ik Hillary staan zwaaien. Ze zwaait naar Saoedi Arabië en niet naar Poetin, die naast mij is komen staan. De Rus wijst over de plas en vraagt, of ik nu snap; waarom het beter voor de wereld zou zijn, als een nono president wordt? Hij is over de A12 gekomen en spreekt zijn verwondering uit; over dat Nederland het water aan de lippen heeft staan ondanks de deltawerken. Tenminste als je vrijelijk haatimams laat rond prediken als huiswerkbegeleiding in morsige industrieterreintjes onder de radar door, dan mis je simpelweg iets te veel waar deze verkiezing ook om draait. Hij wordt boos als ik zeg, dat ik geen idee heb; waar ie het over heeft. Hij vraagt waarom wij hier toch maar niet willen inzien; dat vorsten hun eigen volk opofferen voor macht en rijkdom. Of we de middeleeuwen dan vergeten zijn? En waarom het nu dan ineens zoveel anders zou zijn?
Dan schrik ik wakker en ‘moet’ ontlasten. Moeder natuur laat mij geen enkele keus meer. In verkrampte toestand strompel ik met mijn broek al half om de enkels de gang in. Als een geketende werk ik mij schuifelend naar de pot zonder regenboog toe, maar ben net zo blij deze zonder al dat goud te zien.
Druppelsgewijs eerst, maar oh zo lang denk ik; wat een gezeik.