Spontane Orga-queue
Werkelijk bekaf van de werkweek, plofte ik gisteren na de afsluitend loodzware tropendag na het werk uitgeput op de bank. Pareltje kwam even later thuis en net zo luste- en laveloos laat ze zich stilzwijgend naast me zakken. Eindelijk weer even lekker niks beseften we beiden, toen de telefoon ging. Het was… Orga!

Met een laatste krachtsinspanning zetten we de telefoon zonder gebruik te hoeven maken van de speakerfunctie in het tuinhuisje buiten en nemen binnen weer op de bank plaats. Zoals te doen gebruikelijk ging het snerpende stemgeluid van Orga door merg en been doch het was met de oordoppen, die 24/7 klaar liggen voor zijn geval dat, net te doen.
“Ik heb zin in een feestje mensen! Nou wil het geval dat er zojuist net een stel heeft afgebeld en dus dacht ik meteen aan jullie. Jullie moeten komen! Gezellige mensen! Lekker eten en dansen! We moeten ons dansje doen! Ge-zel-lig!”
Iedereen die Orga slechts oppervlakkig kent, weet dat je hier dus vrijwel nooit onderuit kan komen. Slechts in topfitte vorm zou je eraan kunnen denken een invitatie van hem te weigeren maar dat daadwerkelijk doen, dat heeft nog geen mens aangedurfd. Maar wij waren al kapot, dus met de moed der wanhoop pakten we ons boeltje en wij op naar dat gedrag in Utrecht.
Met open dak rijden we de snelweg op en misschien was het helemaal niet zo’n slecht idee om zo de week af te sluiten, zeg ik tegen Pareltje. Zij twijfelt nog een beetje maar knikt toch instemmend, want we waren in ieder geval al wel gedaald in zijn pikorde. Hij had meer dan eens duidelijk laten blijken dat we op zijn reservelijstje van potentiële gasten stonden, dat ons de moed gaf door te rijden. Maar boven Utrecht vormden zich al zoveel donkere wolken dat we blij waren met onze 4WD. We bellen aan en worden lief begroet door mevrouw Orga met een betekenisvolle blik van dat ze het niet tegen heeft kunnen houden. In de woonkamer nemen we plaats achteraan de rij die zich naar het balkon strekte. Iedereen weet dat je Orga netjes moet komen groeten, want anders zou ie zo maar de hele lange avond dan de pik op je kunnen hebben en dat is echt geen pretje. Op onze beurt geven we Orga achter zijn hevig rokende BBQ netjes een handje en hij grijpt mij hondsdol enthousiast stevig beet en begint keihard met springen, terwijl hij me almaar meer omklemd.
“Gezellig! Fijn dat jullie er zijn, lekker eten. lieve mensen!”
En op dat moment barstte de buis los. Code Oranje was een understatement daar op het balkonnetje van Orga, die het heersend zonnige humeur in no time zag verwateren. Felle bliksemschichten en oorverdovende donderslagen deden het grootste deel der genodigden zijn huis uitvluchten, hun toevlucht in eigen haard zoekende. Het merendeel bleek sowieso al buren van hem, die zichtbaar opgelucht heel hard wegrenden. Maar zijn echte vrienden wonen zo ver mogelijk bij hem vandaan en die durfden het niet aan in dit weer de weg op te gaan en dus bleef er een klein select gezelschap over.
Orga zelf was zich onbewust van dat in het water vallen, want hij stond weerbarstig zijn rookworstjes om te draaien. Voor een weeshuis stapelde hij keer op keer met enkele focus uiterst geconcentreerd het gegaarde vlees in enorme schalen. Die werden dan in de oven door mevrouw Orga op temperatuur gehouden, terwijl zij een keur aan groenvoer aan het hakken was. Ondanks de belachelijke hoeveelheid vlees, waar een klein land geruime tijd mee vooruit had gekund, zaten we tussen de buien door aan tafel, in de eetkeuken binnen. Teleurgesteld over die locatie nam hij plaats naast mij en stak een halve worst zonder iets van een poging van kauwen scheef naar binnen. Nu hij geen taak meer had, drong het eindelijk ook tot hem door dat het weer spelbreker was geworden.
“Zo is er ook niks aan”, fluisterde hij zachtjes en zowaar biggelde er een hele dikke traan over zijn worstje en wang. Angstig keek het resterende gezelschap elkaar aan. Orga op het balkon in de bui was prima geweest, maar Orga binnen in depressieve bui was iets dat niemand mee wenste te maken. Zou deze depressie zich verder kunnen ontwikkelen; dan waren we gedoemd de hele nacht te blijven zitten. Want een lamenterende Orga is werkelijk het meest verschrikkelijke dat een mens zich maar kan voorstellen en een pijnlijke stilte begon waar niemand meer durfde te eten. We realiseerden ons allemaal dat hoe langer die stilte des te groter die kans.

“Ik heb boekje voor je meegenomen”, poogde ik zijn status quo te doorbreken.
“Neeeeee! Niet weeer een boekje!”, gilde hij al snel weer te luid voor comfort als vanouds. “En dan moet ik zeker weer betalen en dat terwijl je hier mijn dure boodschappen aan het op eten bent!”
Ik negeer zijn insinuatie en vertel hem over de inhoud en hij begint gespannen met luisteren. De sfeer werd gebroken en snel hervond een ieder zich weer in een gezellig geroezemoes dat opsteeg van de keukentafel.
“Je moet signeren voor me hoor”, zegt ie weer met zijn gebruikelijke animo en voegt er nog aan toen: “ik kom er toch niet in voor?”
Ik stel hem gerust dat hij er op geen enkele wijze in voor komt. Even lachte hij maar zei plotseling: “maar dat vind ik helemaal niet leuk!”
De avond was al afgelopen toen de nacht inviel en Orga de muziek wat harder zette om speech te geven.
“Beste mensen, lieve lieve vrienden!”eindigde hij eindelijk na drie lange kwartiertjes, “jullie hebben mijn kleine hartje enorm verwend en dus zou ik jullie willen verzoeken jullie naar de dansvloer te begeven…. want we gaan dansen mensen, de hele nacht!”
Onopvallend stoot ik Pareltje aan en kijk omfloerst naar mijn horloge. Aan de overkant van de tafel stonden mensen ook al op vertrek en er had zich al een rij gevormd naar de uitgang want; netjes groeten bij afscheid. Maar Orga wilde niets van dat al hebben en greep het eerste afscheidshandje aan om deze als een meer dan ongelukkige danspartner de vloer op te slepen. Gelukkig kwam mevrouw Orga tussenbeide met de mededeling dat ie zijn dochter op moest gaan halen van een feestje. Nu zijn er weinig zaken waar Orga zich van een feestje laat afleiden, maar zijn dochter is daar zonder twijfel eentje van en dus griste hij zijn autolsleutels van tafel en gilde door de tent: “ik ben zo terug mensen, tot zo!”
Gebruik makend van deze onverwachte window in time, nemen we hartelijk van elkaar afscheid want hoe dan ook was het best wel gezellig. Op het bordes groeten we de gastvrouw die een beetje angstig zich aan het afvragen was, hoe ie zou reageren bij thuiskomst. Ze vertrouwde me toe dat hij er stiekem toch wel op had gehoopt in mijn boekje voor te komen en drie tegenslagen op een avond zou zelfs Orga te veel worden. Hoewel mevrouw Orga al geruime tijd hiermee moet dealen, werd het haar nu even te veel.
Ik steek haar een hart onder de riem en zeg dat ze morgen maar verhaaltje aan ‘m moet voorlezen. “Ik zal ‘m hoofdrol geven”, vertrouw ik haar toe.
Opgelucht dat het dan ook eindelijk voor haar weekend zal worden, toeteren we hun straatje uitrijdend. Als laatste zien we nog dat her en der vluchtig de vitrage wordt gesloten.
En af en toe zwaaien mensen in opluchting dat ook de laatste gasten het hebben weten te redden.
