Flarden uit Zuid IV
Af en toe grijp ik terug naar het verleden.
Naar de houvast, naar de geborgenheid.
Naar dat zondag-gevoel van drie hoog voor in Rotterdam. De zondag was toen nog een zeldzame oase van rust.
En ik word langzaam zwevend wakker. Plotseling gilt de ene na de andere tenor zijn hart uit. Na het laatste nummer zwijgt de LP weer en hoor ik niks meer.
Buiten is het doodstil op straat en zelfs de Pleinweg klinkt leeg. Door het dakraam is de lucht ongewoon helder en ik zie meeuwen in de lucht. Pa ligt te slapen op de bank en ik trippel in pyjama naar de platenkast.
‘k Mag ‘m vooral niet wekken! Want dan krijg je Lauw in het kwadraat. Want dat was toen helemaal niet ongewoon. Hadden we toen YouTube gehad, Lauw zou doorsnee modelburger zijn in mijn ogen en vooral oren.
Heimelijk pak ik die plaat met die fascinerende hoes.
Onder m’n arm klem ik mijn allerliefste plaat en kijk schielijk naar pa. Hij snurkt, ’t is gelukt! Tussen de schuifdeuren door de gang op naar boven. Moeder merkt niet in de keuken, hoe ik stapje voor stapje naar boven sluip. De derde tree sla ik over en zonder die kraak ren ik overloop op en spring in mijn zwevend bed.
We hadden het niet breed. Zo smal, dat mijn bed net niet uit mekaar viel. Maar ik vertelde trots aan ieder die horen wilde, dat ik een zwevend bed had. Mijn vriendjes waren jaloers, want wie wilde op die leeftijd geen zwevend bed? Ja, moeders was erg creatief. Zo zeer zelfs, dat ik zonder pickup op m’n kamer me uren kon verliezen in die platenhoes waar mensen op dansten.
Ik zit in Wenen en zie Johan zijn viool spelen en iedereen danst en danst en danst. Ik dans mee en zit helemaal in die andere wereld. De wereld van de groef, die toen al tot mijn verbeelding sprak.
Een bevallige dame vraagt of ik met haar wil dansen.
Nou moe?! Deze zondag kan niet meer stuk!
Ze pakt m’n hand en we begeven ons op die strak gepolitoerde dansvloer. Zo glad, dat ik voel dat ik zweef. Ze kijkt me diep in de ogen aan en Johan zet andere wals in. Het is echt. Ik sta op punt te gaan dansen met mooiste meisje in de hele zaal!
“Jean! Kom gvd nu naar beneje! ”
Mijn hart slaat over van schrik en meisje vliegt teleurgesteld weg. Ik ren de trap af en probeer me te bedenken, wat ik heb geflikt dat ik draai om oren ga krijgen. Ik kan niks bedenken en toch zie ik moeders met bedenkelijke blik in keuken staan. Lichtelijk bevend loop ik de eetkamer in. Met verdroogde keel loop ik behoedzaam verder en zie dat pa tv aan kijken is. Ik zorg dat ie me ziet en neem in gedachten starthouding aan om te rennen. Maar dat zou ik toch nooit durven en wacht gespannen op de storm, die ongetwijfeld komen gaat.
“Ja pap?”
“Zet ‘m eens op Nederland 2.”
Opgelucht ren ik weer naar m’n kamer. Op zoek naar dat moment van geluk. Even denk ik dat ik haar vind.
“Jean! Kom gvd onmiddellijk hier!”
Mijn oudste zoon komt binnen en hoort hoe hij zingt over haar koude hand. Hij gaat op z’n rug op de bank zitten en pakt afstandsbediening en drukt. Hij drukt nog eens, maar Pavarotti blijft maar zingen. Hij snapt de afstandsbediening niet en kijkt me vragend aan. Hoe uit te leggen aan iemand die is opgegroeid in deze tijd, dat ik ben opgegroeid als afstandsbediening? Hij zou me uitlachen en om dat pijnlijke moment te vermijden, haal ik zelf de naald maar van de plaat. Hij drukt en de tv springt aan met wel honderd zenders en heeft geen idee hoe verdomde handig zo’n remote wel niet is.