Moord in Serooskerke II ‘Artan’
Hoofdstuk III
Artan was een uitzonderlijk inventieve crimineel en zoals iedere ochtend duurde het ook deze ochtend even eer hij een mouwloos shirt over zijn tattoo kon trekken. Artan was enorm trots op zijn afkomst en tattoo. Maar bovenal hield Artan van open grenzen. Het leven op straat had hem gehard en als doorgewinterde crimineel stond hij nu met drieëntwintig jaren jong aan de top van zijn grenzeloze wereld. De barre winters in zijn voorouderlijk dorp in het bergachtige binnenland van Albanië hadden de grondslag gevormd voor zijn succesvolle loopbaan. Als kleine jongen zag hij dat het gehele leven daar stil viel met die eerste vlokken en daar had hij maximaal van weten te profiteren. Met de illegale invoer van West-Europese landbouwvoertuigen had hij een meer dan lucratieve handel weten op te zetten. De trekkers trokken zich namelijk weinig aan van de sneeuwval. Maar in het begin was het zeker geen kip en gouden ei verhaal.
Zijn eerste lading trekkers kreeg hij aan de straatstenen niet kwijt. Ondanks dat hij communiceerde in het Engels, om zijn internationale aspiraties niet onder stoelen noch banken te steken, lukte het hem maar niet een enkele trekker aan de man te brengen. Naast zijn dealership in trekkers startte hij zo noodgedwongen een stratenmaker-bedrijfje. Na jaren had hij zo een uitgebreid wegennet in zijn dorp opgezet en heel langzaam kwamen toen pas de eerste klanten zijn showroom binnenlopen. Zelfs met de komst van verharde wegen rondom Bajram Curri was het nog geen uitgemaakte zaak dat zijn trekkers gretig aftrek zouden vinden. Als beginnend verkoper sprak Artan enthousiast over de enorme hoeveelheid p.k.’s die zijn trekkers hadden en dus hoefde het leven zelfs in de winters niet meer stil te blijven staan. De gemiddelde Albanees had het niet zo op met paarden. Ezels waren daar al sinds mensheugenis het transportmiddel bij uitstek. Vanaf het moment dat Artan dit onderkende, ging het pas echt lopen. In plaats van paardenkracht sprak hij over ezelkracht en wie wilde er geen trekker met wel 400 e.k.? In een week tijd was ie door zijn voorraad heen en begon hij zijn netwerk uit te breiden. De handel liep uitstekend, maar kwam in een stroomversnelling toen ook de rondom gelegen dorpen gingen merken dat het leven in de winter gewoon door ging in dat kleine dorpje met die rare harde wegen. De showroom werd verhuisd van die gammele garage naar eentje van nieuwbouw buiten het dorp; op een meer centrale locatie voor de regio.
Al snel kon hij zich een absurd luxe penthouse in Tirana veroorloven en na drie maanden had ie de rest van het torenblok gekocht en de huurders om. De begane grond was omgebouwd tot een hele grote garage, waarvan aan de buitenzijde geen enkel spoor te bekennen was. Niemand zou durven vermoeden dat daar achter die vale gordijntjes hele trekkers vanuit heel Europa werden gestript. Na het inponsen van Albanees identificatienummer werden ze van de juiste platen voorzien en opgepoetst voor de showroom in Bajram Curri. In Tirana had Artan geen showroom, want door het milde zeeklimaat ging daar het leven toch al het gehele jaar gewoon door. In Tirana had Artan een stalling, een fietsenstalling wel te verstaan; vlakbij het station. Door de verkeersdrukte waren de files er te vaak niet te overzien en had hij als gewiekst zakenman de fiets geïntroduceerd. Hier waren geen ezels nodig om het nut van de fiets te hoeven inzien. De inwoners van Tirana stonden al bij de eerste opening van de stalling in de rij. En deze rijen vormen zich sindsdien iedere dag weer voor de stalling van het station. Voor een gemiddeld weekloon kan men daar een fiets leasen die dan na een zekere looptijd eigendom wordt. Zo rijden er fietsen in Tirana met drie, vier, tot wel zeven jaar lopende leasecontracten. De gemiddelde Tirannees heeft tegenwoordig wel zo’n drie tot vier fietsen per huishouden. Alleen rept de fietser in Tirana dan weer niet over lease-, doch wurgcontracten. Want iedereen daar weet dat bij missen van een enkel termijn hiertoe onverbiddelijk wordt overgegaan. Naast de showroom en zijn stratenmaker-bedrijf had Artan zich dan ook succesvol weten te verdiepen in assurantiën. Hij had ook hier al snel door hoe een product meerdere malen te kunnen verkopen. En nu loopt iedere overeenkomst via zijn megalomane wolkenkrabber; dat als enige nieuwbouw toren uitkijkt over het beroemde Skanderbegplein.
Ondanks dat Artan alles kon kopen dat zijn kleine hartje begeerde, had hij deze nacht liggen woelen. Want hoewel hij meer dan genoeg nevenactiviteiten had, was zijn corebusiness nog altijd de trekker. En de Ferrari’s onder de trekkers waren toch wel die uit Holland. Op één of andere wijze was het jarenlange geploeg door de Hollandse klei, dat deze modellen zoveel meer grip leek te geven en derhalve bijzonder gewild onder zijn echt bemiddelde klanten. Het was dus geen wonder dat de geur van Hollandse klei hem erg opwond. Maar die geur had ie al te lang niet meer beneden in de garage kunnen ruiken. Ook deze ochtend liep hij zoals te doen gewoonlijk langs de enorme banden van de gereedstaande trekkers. Maar ook hier kon hij weer niet de klei ruiken die zijn kassa zo heerlijk kon doen rinkelen. Op aanraden van zijn netwerk in Nederland had hij opdracht gegeven om hun werkgebied te gaan verplaatsen naar Zeeland. Kennelijk had je daar klei en klei. Maar nog nimmer had hij er eentje uit de Zeeuwsche klei mogen ruiken en die trekkers lieten, volgens zijn mensen daar, de gemiddelde Ferrari ver achter zich! De hele nacht had hij naar die machtig mooie foto van die zeldzame Zeeuwsche trekker liggen te turen en met buikpijn had ie tegen de ochtend dat vreselijke sms-je ontvangen.
“fiets onderweg… trekker gestolen door twee hippies… in geen velden te bekennen… geen idee waar we moeten zoeken… advies gewenst”
Artan had furieus internationaal terug getikt; “ask farmer and if necessary kill him, kill whole village if you have to!”
Artan was vastberaden. Niets en niemand zou hem tegen kunnen houden om zijn ultieme trekker te bemachtigen. Hij zou alles, maar dan ook alles, in het werk stellen om die dieven te vinden.