Armoedig.
De filosoof in mij stond al vroeg op en pakte nog slaapwandelend zijn ziel onder de arm mee, de trap af. Ik keek naar buiten en voelde een onmenselijke leegheid die mijn geest maar niet kon vullen. Hoe ik ook met het vingertje wees, ik kon het er maar niet achter krijgen waarom mijn inhoud …